Faire et bez vnw - 19feb25

Ga zitten.
Prends ton livre.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Ga zitten.
Prends ton livre.

Slide 1 - Tekstslide

le programme
  • Quelle heure est-il?
  • Correction des devoirs
  • Bezittelijke voornaamwoorden
  • Faire 

Slide 2 - Tekstslide

Quelle heure est-il?

Slide 3 - Tekstslide

Correction des devoirs
Page 80

Slide 4 - Tekstslide

Correction des devoirs
Page 80

Slide 5 - Tekstslide

Correction des devoirs
Exercice 16C page 64

Slide 6 - Tekstslide

Correction des devoirs
Exercice 16D page 65

Slide 7 - Tekstslide

Het bezittelijk voornaamwoord
  • een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is! 
→ het geeft dus een bezit aan. 

  • de vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord waarover het gaat. 
  • par exemple: c'est mon livre (le livre = mannelijk enkelvoud)

Slide 8 - Tekstslide

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'mijn'?
A
mon/ma/mes
B
ton/ta/tes
C
son/sa/ses
D
leur, leur, leurs

Slide 10 - Quizvraag

Welke bezittelijke voornaamwoorden heb je voor 'jouw'?
A
ton, ta,mes
B
mon, ma, mes
C
ton, ta, tes
D
ton, mon, tes

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'zijn/haar'?
A
mon/ma/mes
B
ton/ta/tes
C
son/sa/ses
D
notre, notre, nos

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'onze'?
A
notre, notre, nos
B
votre, votre, vos
C
son, sa, ses
D
leur, leur, leur

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'jullie, uw'?
A
mon, ma, mes
B
ton, ta, tes
C
leur, leur, leurs
D
votre, votre, vos

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'hun'?
A
mon, ma, mes
B
leur, leur, leurs
C
ton, ta, tes
D
votre, votre, vos

Slide 15 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncles (mannelijk meervoud)
A
ton
B
tes
C
son
D
ses

Slide 16 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (hun) oncles (mannelijk meervoud)
A
leur
B
leurs

Slide 17 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) père (mannelijk enkelvoud)
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 18 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) père (mannelijk enkelvoud)
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 19 - Quizvraag

Bezittelijk voornaamwoord:
mijn vriendin=
A
ma amie
B
mon amie

Slide 20 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 3 opties.

_________ (mijn) tante (vrouwelijk enkelvoud)
A
ma
B
ta
C
mon
D
son

Slide 21 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (onze) mère (vrouwelijk enkelvoud)
A
nos
B
notre
C
votre
D
vos

Slide 22 - Quizvraag

le verbe 
faire

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

faire
  • het werkwoord faire wordt vaak gebruikt om een activiteit aan te geven! 
par exemple:
  • faire du cheval = ?
  • faire du shopping = ?
  • faire du foot = ?

Slide 25 - Tekstslide

FAIRE : Combineer blauw met rood
wij doen
zij doet
jij doet
ik doe
jullie doen
zij doen
nous faisons
je fais
ils font
tu fais
elle fait
vous faites

Slide 26 - Sleepvraag

Vous (faire) du sport
A
faisez
B
fallez
C
faites
D
fêtes

Slide 27 - Quizvraag

nous (faire) du cheval
A
fairons
B
faisons
C
faxons
D
fallons

Slide 28 - Quizvraag

Je (faire) du foot.
A
fais
B
vais
C
fait
D
vas

Slide 29 - Quizvraag

Verbuga.eu
  • Oefen faire via: www.verbuga.eu
  • Tijden: présent & passé composé
  • Onregelmatige: faire
  • > Bevestig / confirmer

OF:
Oefen met lezen met een stencil.

Slide 30 - Tekstslide

Bonnes vacances !

Slide 31 - Tekstslide