Present simple vs present continuous

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Today's lesson
Quiz words and grammar
GOAL: Aan het einde van de les weet je hoe je het verschil tussen de present simple en de present continuous kunt herkennen en de regels van de present continuous kunt toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Through
A
onder
B
doorheen
C
rollen
D
waar

Slide 3 - Quizvraag

(to) take out the rubbish
A
Kamer opruimen
B
Gras maaien
C
Afval scheiden
D
Afval buiten zetten

Slide 4 - Quizvraag

Challenge
A
Uitdaging
B
Uitleven
C
Talent
D
Meelevend

Slide 5 - Quizvraag

Boarding house
A
Weeshuis
B
Kosthuis
C
Internaat
D
Verlaten huis

Slide 6 - Quizvraag

Unusual
A
Ongewone
B
Gewoonlijk
C
Normaal
D
Abnormaal

Slide 7 - Quizvraag

Tidy
A
Strak
B
Klein
C
Opruimen
D
Schoonmaken

Slide 8 - Quizvraag

Cupboard
A
Kopje
B
Kommetje
C
Keukentje
D
Kastje

Slide 9 - Quizvraag

Roundabout
A
Rondom
B
Overkant
C
Rotonde
D
Kruispunt

Slide 10 - Quizvraag

(to) (un)load the dishwasher

Slide 11 - Open vraag

Present
Simple

Slide 12 - Woordweb

Present simple
He ..... (to call)
A
call
B
calls

Slide 13 - Quizvraag

Present simple
It ....... (to start) in 10 minutes.
A
start
B
starts

Slide 14 - Quizvraag

Present simple
We often ........... (to talk) about or holiday.
A
talk
B
talks

Slide 15 - Quizvraag

Present simple
I never ....... (to wear) this dress to school.
A
wear
B
wears

Slide 16 - Quizvraag

Present
Continuous

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Video

Zet de zin in de present Continuous
He ....... (to walk) in the park.

Slide 19 - Open vraag

Zet de zin in de present continuous
She ..... (to brush)her teeth.

Slide 20 - Open vraag

Zet de zin in de present simple
The baby ..... (to cry) .

Slide 21 - Open vraag

Work in pairs
Bedenk samen met je klasgenoot drie dingen die je kunt doen in de present continuous. Schrijf dit op een strookje en lever dit in.
Voorbeeld: Brushing my teeth
                    Walking the dog
                              Jumping from a plane

Slide 22 - Tekstslide

Charades
Ik kies iedere keer 1 persoon uit die iets gaat uitbeelden. 
Wie het weet steekt zijn vinger op. 
Het antwoord natuurlijk in het ENGELS!

Slide 23 - Tekstslide

Wat hoort er bij de present simple vs. present continuous?
Present simple
Present continuous
Gewoontes/ regelmaat
Op het moment bezig
Tijdelijke situaties (dus anders dan normaal gesproken)
feiten 
'aan het' kan in de vertaling staan

Slide 24 - Sleepvraag

Ik weet nu hoe ik de present continuous moet maken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll