RSP1 Begrippenlijst algemeen

Begrippenlijst RSP1 Algemeen
1 / 57
volgende
Slide 1: Tekstslide
Algemene reiskennisMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 57 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Begrippenlijst RSP1 Algemeen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

reisbureau

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet een
reisbureau?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reisbureau
Organisatie die (pakket)reizen verkoopt en andere aan reizen gerelateerde diensten/producten zoals:
vliegtickets, hotelovernachtingenexcursies, cruises, trein- en bus- en boot tickets, autohuur en reisverzekeringen 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van
reisbureaus zijn:

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Globe bestaat niet meer
D-reizen is doorgestart, eigenaar is prijsvrij

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke organisatie is een touroperator, heeft eigen reisbureaus en vliegtuigen?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat verkoopt het reisbureau?
Pakketreizen van touroperator
Samengestelde reizen /Dynamic Packaging/maatwerkreizen

Reisproducten:
Vervoer van en naar bestemming, transfers, accommodaties, excursies, autohuur, verzekeringen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkoopkanalen / multichanneling
- via het reisbureau (de winkel), klant komt langs
- telefonisch (call center)
- via de website of via chat

omni channeling = meerdere verkoopkanalen (online reserveren en in winkel tickets ophalen). 



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Via welke kanalen verkoopt een reisbureau reizen? Meerdere antwoorden goed
A
Via de touroperator
B
In het reisbureau zelf
C
Via de website van het reisbureau
D
Via booking.com

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat verdient het reisbureau?
A
Een fee op een vlucht (extra kosten op de vluchtprijs).
B
Commissie (vergoeding van de touroperator om de reis te verkopen)
C
Dossierkosten/bemiddelingskosten
D
Al deze 3 vergoedingen komen voor.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

touroperator

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet een
touroperator?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Touroperator / reisorganisatie
 Bedrijf dat pakketreizen samenstelt bestaande uit vervoer (zoals een chartervlucht), verblijf (zoals hotelovernachting) en vermaak (zoals transfer, standplaatshost, excursies, autohuur).

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten touroperators 
Allround touroperator:
Richt zich op een breed publiek, met meerdere bestemmingen en productsoorten.

Specialistische touroperator:
Richt zich op een specifieke doelgroep/ bestemming/ productsoort. Bv: stedentrips, jongerenreizen, singlereizen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van
touroperators zijn:

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Reisorganisatie Thomas Cook bestaat niet langer. Het bedrijf heeft faillissement aangevraagd, waardoor het niet meer mogelijk is om vakanties te boeken. Ook de toekomst van de Nederlandse tak van het bedrijf en dochteronderneming Neckermann Reizen is onzeker.24 sep. 2019
Uit welke 3 onderdelen bestaat een pakketreis?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De 5 V's
  1. Vervoer
  2. Verblijf
  3. Vermaak
  4. Veilig
  5. Verantwoord 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe verkoopt een touroperator zijn pakketreizen?
A
Via een reisbureau
B
Via booking.com
C
Via trivago.com
D
Direct via hun eigen website

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een touroperator en een reisbureau? (meerdere antwoorden goed)
A
Een touroperator verkoopt producten die door een reisbureau zijn samengesteld.
B
Een reisbureau verkoopt producten die door een touroperator zijn samengesteld.
C
Er is geen verschil
D
Een touroperator verkoopt pakketreizen en een reisbureau verkoopt maatwerkreizen.

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DMC's = Lokale agent
Destination management company

Regelen de reisproducten (hotels, vervoer, excursies en gids) voor de touroperator op de bestemming. 
Regelen alles 'ter plaatse'.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent de afkorting van DMC?
A
Destination Management Company
B
Destination manager corner
C
Destination management code
D
lokale agent

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ANVR
  • ANVR: Algemene Nederlandse Vereniging van Reisondernemingen​ (1966)
  • Leden: Touroperators en reisbureaus
  • Taken: 


- Belangenbehartiging​ 

- Imago van de reisbranche bewaken​

- Arbeidsvoorwaarden regelen​

- Opleidingszaken​

- Standaardisering (bijvoorbeeld de ANVR-reisvoorwaarden)​

  • Oprichter van: Calamiteitenfonds Reizen (met de Consumentenbond) en SGR

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel bedraagt de bijdrage voor Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR)?
A
€2,50 per boeking
B
€2,50 per persoon per boeking
C
€5,- per boeking
D
€5,- per persoon per boeking

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor welke organisatie betaalt de klant 5 euro per persoon?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een calamiteit?

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel bedraagt de bijdrage voor het Calamiteitenfonds?
A
€2,50 per boeking
B
€2,50 per persoon per boeking (per 9 pax)
C
€5,- per boeking
D
€5,- per persoon per boeking

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor welke organisatie betaalt de klant 2,50 per boeking (per 9 personen)?

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het allerbelangrijkste om te doen als je een klacht hebt?

Slide 45 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

stopwatch
00:00
OPDRACHT
Zet de klachtenprocedure in de JUISTE volgorde
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Klacht ter plaatse melden
1. dienstverlener
2. reisleiding
3. organisator
Klacht melden bij reisorganisator
Klacht laten registreren
Uiterlijk binnen 2 maanden na afloop van de reis de klacht op de juiste wijze indienen
Organisator geeft uiterlijk één maand na ontvangst een inhoudelijke reactie

Slide 46 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent preferentie?
A
Een toeslag op een vlucht
B
5 werkdagen bedenktijd (gratis annuleren/wijzigen)
C
Het is essentieel dat er een lift is.
D
Voorkeur: bijvoorbeeld rustig gelegen

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent essentie?
A
Een toeslag op een vlucht (extra kosten op de vluchtprijs).
B
5 werkdagen bedenktijd (gratis annuleren/wijzigen)
C
Erg belangrijk verzoek van klant, anders kan reis niet doorgaan.
D
Voorkeur: bijvoorbeeld rustig gelegen

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent optie?
A
Een toeslag op een vlucht (extra kosten op de vluchtprijs).
B
5 werkdagen bedenktijd (gratis annuleren/wijzigen)
C
Belangrijk verzoek van klant, anders kan reis niet doorgaan.
D
Voorkeur: bijvoorbeeld rustig gelegen

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Valt een last minute boeking en boeking op aanvraag onder de optie regeling?
A
JA
B
NEE

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent een fee?
A
Een toeslag op een vlucht (extra kosten op de vluchtprijs).
B
5 werkdagen bedenktijd (gratis annuleren/wijzigen)
C
Erg belangrijk verzoek van klant, anders kan reis niet doorgaan.
D
Voorkeur: bijvoorbeeld rustig gelegen

Slide 51 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aanbetalingsregeling
15% van de reissom betalen bij boeking
restant (85%) 6 weken voor vertrek

Boeking binnen 6 weken, dan 100% aanbetalen   

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel moet je aanbetalen als je in november boekt voor een reis in juni?
(pakketreis met het vliegtuig)
A
15%
B
20%
C
30%
D
100%

Slide 53 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke naam moet op het ticket?
A
Willeke Molenaar
B
Wilma de Bruijn
C
Willeke de Bruijn
D
Willeke de Bruijn-Molenaar

Slide 54 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fly-drive

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een fly-drive is een reis waarbij je vlucht en een huurauto of camper huurt (soms inclusief accommodatie)
A
WAAR
B
NIET-WAAR

Slide 56 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Massatoerisme
Veel mensen gaan tegelijkertijd naar dezelfde plek.

Ook bulkbestemming genoemd

Wat is in gebieden met massatoerisme te vinden?
Hotels (accomodatie), restaurants en clubs (voorzieningen), goede verbindingen/infrastructuur

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies