Bouwjuk

Voordat we gaan uitzetten moet er nog iets gedaan worden.
A
Buren informeren
B
Sloopvergunning
C
Bouwrijp maken
D
Keet installeren
1 / 31
volgende
Slide 1: Quizvraag
Hout en meubelMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Voordat we gaan uitzetten moet er nog iets gedaan worden.
A
Buren informeren
B
Sloopvergunning
C
Bouwrijp maken
D
Keet installeren

Slide 1 - Quizvraag

Wat is wat
bouwjuk of bouwraam 
PG

Slide 2 - Tekstslide

Bij eenvoudige uitbouw werkzaamheden zet men sneller een juk. Ook bij een eenvoudige garage of schuur zet men sneller alleen bouwplanken op de hoeken en op de plaatsen van de tussenmuren, men noemt dit een bouwjuk. Voordeel is dat je er gemakkelijk tussendoor kan met machines.
Bouwjukken maak je van 2 of 3 piketten per plank met korte bouwplanken.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Pentagoonprisma
Haakse hoek
uitzetten
1. Haakse hoek uitzetten  met een pentagoonprisma!

Slide 5 - Tekstslide

  1. Zet het middelpunt uit met een touw!
  2. Trek vanuit punt A en punt B twee nieuwe gelijken stralen (r2) en bepaal hiermee het snijpunt van R2!
  3. Span nu een draad vanaf het middelpunt die door het snijpunt van r2 gaat!
  4. Controleer eventueel de haakse hoek met een bouwhaak.
A .
. B
r2
r2
r1
Voorbeeld in zand 
2. Haakse hoek uitzetten met de  omcirkelmethode!
L

Slide 6 - Tekstslide

Dit is pas een grote bouwhaak!


Bouwjuk

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

1. Rooilijnen - erfgrens - peil! 

Slide 10 - Tekstslide

Met welk apparaat worden hoeken en afstanden gemeten?
A
Waterpasinstrument
B
Totalstation
C
MOUS-systeem
D
Laser

Slide 11 - Quizvraag

Gereedschappen altijd droog en schoon opbergen

Slide 12 - Tekstslide

Om zaagverlies te voorkomen breng je de bouwplanken molenwiekend aan. Molenwiekend wil zeggen dat....................
A
Verstek op de hoek
B
Alle hoeken netjes op maat afgezaagd
C
Alle hoeken laten uitsteken
D
Eén bouwplank op de hoek uitsteekt in plaats van op maat gezaagd.

Slide 13 - Quizvraag

Je zag net jalons op de foto staan, hoe zorg je dat deze te lood staan?

Slide 14 - Open vraag

Welke hoogte hou je aan voor de bovenkant van de bouwplanken?
A
Bouwplanken komen op 0 te staan
B
De bouwplanken komen precies op maaiveld hoogte.
C
De bouwplanken komen precies op peilhoogte
D
Bouwplanken komen op meterpeil

Slide 15 - Quizvraag

Aanlegbreedte

Slide 16 - Tekstslide

Zet de juiste benaming op zijn plaats
voorgevel rooilijn
gemeentegrens
erfgrens
erfscheiding

Slide 17 - Sleepvraag

De Dienst Bouw en Woningtoezicht van de gemeente komt de rooilijnen uitzetten.
Op de kruising van erfafscheidings- met voorgevelrooilijn- lijnen, plaatsen zij 2 piketten, de bovenkant rood geschilderd om goed op te vallen.
In de bovenkant slaat men een spijker om het precieze punt 
aan te geven (verklikkers). 

Slide 18 - Tekstslide

Het peil is een belangrijke maat die van te voren is afgesproken, het is de bovenkant afgewerkte vloer.
Het peil ligt ± 200 a 300 mm. boven de kruin (hoogste punt) van de straat.
  1. Het peil wordt net als de rooilijnen meestal aangegeven door de gemeente.

Slide 19 - Tekstslide

2. Hoeken uitzetten!

Slide 20 - Tekstslide

4. Uitloden:
Dit overbrengen van meetpunten en meetlijnen noemen we uitloden, je doet dit met de waterpas 
De fundering staat op de bouwplanken aangegeven.

Deze ga je uitzetten in de bouwput, dit doe je door draden te spannen en het
snijpunt loodrecht naar beneden over te brengen.

Slide 21 - Tekstslide

Totalstation
pentagoonprisma
waterpasinstrument

Slide 22 - Tekstslide

De vorstgrens ligt op 600 mm. beneden het maaiveld, de aanlegdiepte is dus altijd groter dan 600 mm.
De zijkanten van de bouwput worden schuin afgegraven zo dat de grond niet naar beneden kan vallen.
De schuine zijkant noem je een talud.

Slide 23 - Tekstslide

Om het bouwwerk wordt het bouwraam uitgezet.
Het bouwraam bestaat uit piketten ( 50 x 50 x 1000mm) en planken van ± 100 of 120 mm breed  en  20 mm. dik.
Tussen het bouwraam en het bouwwerk moet je voldoende werkruimte houden (± 1,30 m. tot 1,50 m).
De bovenkant van het bouwraam is het peil.

Slide 24 - Tekstslide

Tussen het bouwraam en het bouwwerk zit
A
200 cm
B
± 0,30 m. tot 0,50 m
C
100 cm
D
± 1 m tot 1,5 m

Slide 25 - Quizvraag

De hoeken van het gebouw staan aangegeven met jalons op de bouwplek.
Op het bouwraam worden nu de buitenmuren 
(spouwmuren) en de binnenmuren afgeschreven.
Ook de fundering (aanlegbreedte) wordt afgeschreven op het bouwraam.

Slide 26 - Tekstslide

Aanlegbreedte is:
A
totale muurbreedte
B
totale woningbreedte
C
Funderingsdiepte
D
funderingsbreedte

Slide 27 - Quizvraag

Waar zijn de rooilijnen op terug te vinden
A
luchtfoto
B
Terreinplan
C
Bouwplan
D
Bestemmingsplan

Slide 28 - Quizvraag

Wie zet de rooilijnen uit?
A
De timmerman
B
De opzichter
C
Dienst bouw en woningtoezicht
D
metselaar

Slide 29 - Quizvraag

Verplaats de fotootjes in het juiste jargon ! 
Molenwieken
spiegelen
Piket paaltje
Juk
Gemeente- piket

Slide 30 - Sleepvraag

Wat doen we nu precies met uitzetten?
A
Hoogte bouwplanken bepalen
B
Juiste positie bouwwerk bepalen
C
Rooilijnen bepalen
D
Hoogte van het dak bepalen

Slide 31 - Quizvraag