Les 6 "Het rijk van de Karolingen valt uiteen I"

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom bij Geschiedenis

De Middeleeuwen

Geloof en geweld

Tijd van de monniken en ridders 

500 - 1000 n. Chr.

De Middeleeuwen

4.6 Het rijk van de Karolingen valt uiteen

De deling van het Karolingische Rijk

Na de dood van Karel de Grote viel het rijk snel uiteen.

Zijn zoon Lodewijk de Vrome werd de opvolger van Karel.

Diens zonen kregen ruzie over de verdeling van de erfenis.

De zonen sloten 843 n. Chr. een verdrag en verdeelden het rijk onder elkaar. (Het West-Frankische Rijk, het Oost-Frankische Rijk en het Middenrijk)

Karolingen waren niet meer aan de macht, maar andere koningen. 

Waar zijn we?

Leerboek blz. 93

Afnemende macht van koningen

De nieuwe koningen hadden niet zo veel macht als de Karolingen.

De koningen na de Karolingen werden door andere edelen gekozen, daardoor zagen de edelen de koningen als hun gelijken. 

Hertogen en graven konden hun eigen gang gaan, ze reageerden hertogdommen en graafschappen (zelfstandig).

Roofheren en roofridders werden rond 1000 n. Chr. belangrijk. De macht van de koningen raakte steeds verder verbrokkeld en roof en geweld keerde terug. 

Kastelen waren in deze onveilige tijden hard nodig!

Maar de bedreiging kwam niet alleen van binnen de koninkrijken!

Waar zijn we?

Leerboek blz. 94/95

Waar zijn we?

Leerboek blz. 93

Maar waren de Vikingen alleen maar
aan het plunderen en roven?
Wat weet je nog meer over de Vikingen?

De Vikingen/Noormannen

De Vikingen waren goede zeelui, ze staken zeeën en oceanen over. Ze bereikten zelfs Amerika 500 jaar voor Columbus.

Verder waren de Vikingen handelaren. (vooral in het Zuidoosten)

Maar ze veroverden natuurlijk ook gebieden, vermengden zich met de oorspronkelijke bewoners en bekeerden zich tot het christendom.

Waar zijn we?

Leerboek blz. 93

Afsluitend: Jouw eigen naam in runenschrift! 

Pak een blaadje en schrijf jouw voornaam in runenschrift op!

Wat hebben we vandaag geleerd?

Huiswerk

Opdracht 102 op blz. 137

Opdracht 103 op blz. 137

Opdracht 106 op blz. 138

Opdracht 107 op blz. 138