Les 4 "Geloof en geweld: Het rijk van de Karolingen valt uiteen"

Welkom bij Geschiedenis
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Geschiedenis

Slide 1 - Tekstslide




1. Leerdoelen
2. Huiswerk vergelijken
3. Geloof en geweld:
Het rijk van de Karolingen valt uiteen
Noormannen


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Dit kan je na deze les:

  • Je kunt uitleggen hoezo het Rijk van Karel de Grote na diens dood snel uiteen viel én welke gevolgen dit had. (T2)
  • Je kunt uitleggen welke rol het kasteel in de vroegmiddeleeuwse samenleving speelde. (T1)
  • Je kent de betekenis van de volgende begrippen: Noormannen/Vikingen. (R)
  • Je weet dat Noormannen uit Scandinavië komen, en kan op de kaart uitleggen waar dat ligt en wat de richtingen van hun tochten waren. (R)
  • Je kunt uitleggen waarom de invloed van Vikingen tegen het einde van de 10e eeuw minder werd. (T2)





Slide 3 - Tekstslide

Tijd van de monniken en ridders
500 n. Chr. - 1000 n. Chr.


Slide 4 - Tekstslide

Een domein tekenen
Teken een domein van een kasteelheer in de middeleeuwen. 

Doe dat zoals in het plaatje hiernaast. 
Je maakt dus een plattegrond van bovenaf gezien.

Leerboek blz. 92 en 93
Onderdeel 1
De volgende begrippen moeten er in verplicht in jouw tekening voorkomen:
  • Kasteel of klooster
  • Kerk
  • Akkers van de heer
  • Akkers van de horige boeren
  • Akkers van de vrije boeren
  • Molen
  • Visvijver
  • Smederij
  • Brouwerij
  • Weiland voor vee
  • Bossen
Benoem in je tekening waar je de begrippen ziet. Schrijf de begrippen op die plek op in je tekening of verwerk de begrippen in je legenda.
Onderdeel 2
Gebruik zoveel mogelijk tekeningen, symbolen en kleuren. Zorg dat de tekening mooi gevuld wordt. Gebruik ook je fantasie. Bepaal zelf waar in jou tekening plek is voor een rivier, weg, bos, akkerland, boerderij, kasteel, kerk, molen enz.
Onderdeel 3
Maak ook een legenda om uit te leggen wat de kleuren en symbolen betekenen. Zie hiernaast een voorbeeld van een legenda (van een plattegrond uit onze tijd).
Vergelijken
  • Vergelijk je domein met het domein van je buurman/buurvrouw.
  • Noteer twee dingen/onderdelen die hij of zij goed heeft gedaan en één ding/onderdeel dat verbetering nodig heeft. 
  • Verbeter je tekening na aanleiding van je buurman/buurvrouw thuis!
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Het rijk van de Karolingen valt uiteen
De deling van het Karolingische Rijk
Na de dood van Karel de Grote viel het rijk snel uiteen.
Zijn zoon Lodewijk de Vrome volgde Karel op en diens zonen kregen ruzie over de verdeling van de erfenis. In 843 n. Chr. sloten zij een verdrag en verdeelden het rijk onder elkaar. 
  • West-Frankische Rijk
  • Oost-Frankische Rijk
  • Middenrijk
Snel waren de Karolingen niet meer aan de macht, maar andere koningen kwamen aan de macht.
Leerboek blz. 100 t/m 102
Nieuwe invallers
Noormannen uit Scandinavië (Vikingen)!

De zwakke nakomelingen van Karel de Grote konden weinig doen tegen deze invallers! Daarom kozen de edelen van het West-Frankische en het Oost-Frankische Rijk nieuwe koningen die hun wel konden beschermen!

Afnemende macht van de koningen
De nieuwe koningen hadden niet zo veel macht. De koningen na de Karolingen werden door andere edelen gekozen. Hertogen en graven konden hun eigen gang gaan, ze regeerden hertogdommen en graafschappen (zelfstandig).
Roofheren en roofridders werden rond 1000 n. Chr. belangrijk. 
Het belang van kastelen
Kastelen waren in deze onveilige tijden hard nodig:
  • Schuilplaats voor de boeren uit de omgeving
  • Tol (bescherming van reizigers en kooplui)
  • Uitvalsbasis (rooftochten)

Slide 6 - Tekstslide

De Noormannen (Vikingen)
De Vikingen leefden ongeveer tussen 800 en 1100 en waren de bewoners van Scandinavische landen Noorwegen, Denemarken en Zweden. Vikingen staan vooral bekend vanwege hun vele plunder- en rooftochten in Europa waarbij ze vaak veel schade aanrichten.


Leerboek blz. 100 en 101
Wie waren de Vikingen?
De Vikingen waren onderdeel van de bevolkingsgroep de Noormannen. De Noormannen was de naam van het hele Scandinavische volk, die grotendeels bestond uit boeren uit IJsland, Denemarken, Zweden en Noorwegen. 
Plunderen en veroveren
Het zeevarende deel van de Noormannen werden ook wel de Vikingen genoemd. Dit waren vaak grote, ruige mannen die door heel Europa steden plunderden en veroverden. Steden aan de kust van Engeland, Ierland, Nederland, Frankrijk en zelfs Spanje en Italië waren niet veilig wanneer de Vikingschepen aan de horizon verschenen. 
Vikingboten
De kenmerkende Vikingboten waren enorm lang en smal waardoor ze snel door het water konden glijden. Verder had het een drakenkop aan de voorkant, zaten er schilden aan de zijkant en waren er veel roeiers om het schip nog sneller te kunnen laten gaan.
Met de boten konden de vikingen in de zee varen, maar ook in rivieren!
Amerika
Toch is het beeld van Vikingen als plunderaars niet helemaal terecht. Natuurlijk hebben de Vikingen veel steden overvallen en geplunderd, maar ook waren het ontdekkingsreizigers, handelaars en scheepsbouwers. Zo waren de Vikingen officieel de eerste Europeanen die Amerika ontdekt hebben, honderden jaren voordat Columbus (1492) voet aan land zette op de Amerikaanse bodem!
Geloof
De Vikingen hadden hun eigen geloof. Ze geloofden in meerdere goden waarvan Odin de oppergod was. Wij kennen Odin als Wodan, waar de dag woensdag naar vernoemd is. Andere goden waren Donar en Freya, waar donderdag en vrijdag vandaan komen. Verder geloofden de Vikingen dat als je dood ging je naar het Walhalla zou gaan, de hemel van de Noormannen. De best mogelijke dood voor de Vikingen was als je tijdens een gevecht, met schild en zwaard in de hand, dood zou gaan.
Toen de Vikingen zich in West-Europa vestigden, vermengden ze zich met de oorspronkelijke bewoners. Daarbij bekeerden velen zich ook tot het christendom. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Afsluitend: Runenschrift! 
Pak een blaadje en schrijf jouw voornaam in het runenschrift op!
Let op de klanken! Sommige letters die wij kennen, bestaan niet in het runenschrift!
Huiswerkopdracht
Gebruik het runenschrift.
Ontcijfer de naam van de god / godin!
Zoek op het internet informatie over deze god / godin!

Schrijf tenminste 5 zinnen!

Slide 9 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 10 - Woordweb

Wat gaan we volgende keer doen?
Geloof en geweld:
4.4 De verspreiding van het christendom

Slide 11 - Tekstslide