7.2 Buiten Nederland

3.1 Handelen in  Oost-Azië
7.2 Buiten Nederland.
deel 1
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.1 Handelen in  Oost-Azië
7.2 Buiten Nederland.
deel 1

Slide 1 - Tekstslide

1. Herhaling
2. Leervragen 7.2 (deel 1)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 2 - Tekstslide

Waarom was de Republiek een belangrijk land tijdens de tijd van regenten en vorsten?
A
Nijverheid
B
Handel
C
Werkgelegenheid
D
Kunst

Slide 3 - Quizvraag

In de Republiek ging het erg goed van 1600 tot 1700, daarom werd deze periode de ... genoemd

Slide 4 - Open vraag

In de 17e eeuw groeiden de steden. Wat was de oorzaak?
A
Er was veel werk
B
Er was meer voedsel nodig

Slide 5 - Quizvraag

In de 17e eeuw groeiden de steden. Wat was het gevolg?
A
Er was veel werk
B
Er was meer voedsel nodig

Slide 6 - Quizvraag

Door het .... van meren kon er meer land worden verbouwd
A
droogleggen
B
nat maken
C
oogsten
D
pompen

Slide 7 - Quizvraag

De rijke mensen en handelaren in de republiek woonden in...

Slide 8 - Open vraag

Leervragen
Aan het eind van de les kan je...
Uitleggen hoe Nederland handel dreef
Uitleggen wat de VOC is en wat zij deden 

Slide 9 - Tekstslide

  • Weet je nog...

    Onder leiding van Willem van Oranje werd Nederland een "zelfstandig" land, los van Spanje.

    De Nederlandse Opstand!

Slide 10 - Tekstslide

  • In de 17e eeuw gingen Europeanen op de hele wereld handeldrijven.
     
  • Daardoor ontstond een wereldeconomie met internationale concurrenten.
     
  • Nederlandse compagnieën
    moesten samenwerken. 
     
  • De VOC dreef handel in Oost-Indië, waar ook handelsposten werden gesticht.
SAMEN LEZEN: Uitbreiding in Oost-Afrika en Azie 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de juiste betekenis van het begrip 'wereldeconomie'?
A
overheersing van een kolonie om er geld aan te verdienen
B
het geheel van productie en handel in de wereld
C
alleenrecht
D
mensen of bedrijven die hetzelfde willen bereiken als jij

Slide 17 - Quizvraag

VOC staat voor...
A
Vereniging Oost-Indische Compagnie
B
Verenigde Oost-Indie Compagnie
C
Verenigde Oost-Indische Compagnie
D
Verenigde Oost-Indische Campagne

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de juiste betekenis van het begrip 'monopolie'?
A
overheersing van een kolonie om er geld aan te verdienen
B
het geheel van productie en handel in de wereld
C
alleenrecht
D
mensen of bedrijven die hetzelfde willen bereiken als jij

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de juiste betekenis van het begrip 'concurrentie'?
A
overheersing van een kolonie om er geld aan te verdienen
B
het geheel van productie en handel in de wereld
C
alleenrecht
D
mensen of bedrijven die hetzelfde willen bereiken als jij

Slide 20 - Quizvraag

Zelf aan de slag
1. Lezen blz 98
2. Maak opdracht 4 + 5
3. Klaar: maak een mindmap over de VOC 
5. Maak flitskaartjes
van de begrippen blz 120

Slide 21 - Tekstslide

3.1 Handelen in  Oost-Azië
7.2 Buiten Nederland.
deel 2

Slide 22 - Tekstslide

1. Herhaling 
2. Leervragen 7.2 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 23 - Tekstslide

Wat is de juiste betekenis van het begrip 'wereldeconomie'?
A
overheersing van een kolonie om er geld aan te verdienen
B
het geheel van productie en handel in de wereld
C
alleenrecht
D
mensen of bedrijven die hetzelfde willen bereiken als jij

Slide 24 - Quizvraag

VOC staat voor...
A
Vereniging Oost-Indische Compagnie
B
Verenigde Oost-Indie Compagnie
C
Verenigde Oost-Indische Compagnie
D
Verenigde Oost-Indische Campagne

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de juiste betekenis van het begrip 'monopolie'?
A
overheersing van een kolonie om er geld aan te verdienen
B
het geheel van productie en handel in de wereld
C
alleenrecht
D
mensen of bedrijven die hetzelfde willen bereiken als jij

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de juiste betekenis van het begrip 'concurrentie'?
A
overheersing van een kolonie om er geld aan te verdienen
B
het geheel van productie en handel in de wereld
C
alleenrecht
D
mensen of bedrijven die hetzelfde willen bereiken als jij

Slide 27 - Quizvraag

Leervragen
Uitleggen hoe Nederland zijn handel ging uitbreiden
Aan het eind van de les kan je...
Uitleggen wat verschillende compagnieën deden
Vertellen wat de driehoekshandel inhoud

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

  • De WIC en andere Europese compagnieën dreven handel met West-Afrika en Amerika. In Amerika werden meestal grote kolonies gesticht. 
     
  • De compagnieën, zoals de WIC, verzorgden de driehoekshandel tussen Europa, Afrika en Amerika. 
     
  • In grote delen van de wereld werden door het kolonialisme landen en volken overheerst.
Samen lezen: Uitbreiding in West-Afrika en Amerika

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Afsluiting

Slide 38 - Tekstslide

Wat was de driehoekshandel?
A
Handel tussen Nederland, Spanje en Amerika
B
Handel tussen Europa, Afrika en Amerika
C
Handel tussen Europa, Amerika en Azië
D
Handel tussen Nederland, Afrika en Nieuw-Amsterdam

Slide 39 - Quizvraag

Driehoekshandel WIC
Textiel en wapens
Slaven
Suiker, katoen en tabak

Slide 40 - Sleepvraag

1602
1621
Specerijen
Plantagegewassen
Peper
Koffie
Nootmuskaat
Suikerriet
Suriname
Indonesië
Driehoekshandel

Slide 41 - Sleepvraag

WIC staat voor...
A
Verenigd Oost-Indische Compagnie
B
Verenigde westelijke Compagnie
C
West-Indische Compagnie
D
Verenigde Oost-Indische Campagne

Slide 42 - Quizvraag

Een kolonie is...
A
overheersing van een gebied om eraan te verdienen
B
overheersing van een gebied om er op vakantie naar te gaan
C
overheersing van een gebied om meer macht te krijgen
D
overheersing van een gebied om meer talen te spreken

Slide 43 - Quizvraag

Zelf aan de slag
1. Lezen blz 99
2. Maak opdracht 6 t/m 9
3. Klaar: Maak herhalingsopdrachten blz 102 
4. Ga nakijken en verbeteren en laat docent zien
5. Maak flitskaartjes begrippen blz 120

Slide 44 - Tekstslide