7.2 Buiten Nederland

3.1 Handelen in  Oost-Azië
7.2 Buiten Nederland.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.1 Handelen in  Oost-Azië
7.2 Buiten Nederland.

Slide 1 - Tekstslide

hoe Nederland bestuurd werd in de tijd van regenten en vorsten
Aan het eind van de les weet je...
met welke landen Nederland in de 17e eeuw oorlog had
hoe de macht was verdeeld van Europese vorsten
hoe de handel tussen werelddelen groeide en hoe de Europeanen handel in Azië en Oost-Afrika uitbreiden (de VOC)
de verschillen tussen de VOC en de WIC benoemen. 
beschrijven hoe de Europeanen hun handel in Amerika en West-Afrika uitbreiden

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
Herhaling 7.1
Opdrachten maken van de herhaling
Topografie blz. 122

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Nederland in de tijd van regenten en vorsten
Geen koning, maar regenten  besturen de gewesten ( erg bijzonder in die tijd!)

Nederland heeft veel geld door de handel--> de Gouden eeuw

Meren worden droog gelegd om extra landbouwgrond te maken

Slide 5 - Tekstslide

In welk jaar was de 80-jarige oorlog met Spanje afgelopen?
A
1548
B
1648
C
1748
D
1848

Slide 6 - Quizvraag

En toen waren Europese landen jaloers op Nederland...
-  ruzie met Engeland over de handel (3 oorlogen op zee)
- de Franse koning wil samen met Duitse staten Nederlands gebied veroveren

Slide 7 - Tekstslide

Franse koning Lodewijk XIV
Absolute macht= Alleen het land besturen
Veel Europese vorsten zien hem als voorbeeld

Slide 8 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 9 - Tekstslide

Lodewijk XIV had absolute macht. Wat betekent dat?
A
Dat het volk voor hem had gekozen
B
Dat hij in z'n eentje alles kon beslissen
C
Dat hij samen met regenten de beslissingen maakten

Slide 10 - Quizvraag

Met welk land had de Republiek der Nederlanden géén oorlog in de tijd van de regenten en vorsten?
A
Spanje
B
Frankrijk
C
Engeland
D
Portugal

Slide 11 - Quizvraag

De oorlog tussen de Republiek en Engeland ging over het veroveren van grondgebied
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

  • In de 17e eeuw gingen Europeanen op de hele wereld handeldrijven.
     
  • Daardoor ontstond een wereldeconomie met internationale concurrenten.
     
  • Nederlandse compagnieën moesten samenwerken. 
     
  • De VOC dreef handel in Oost-Indië, waar ook handelsposten werden gesticht.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

VOC staat voor
A
Vereniging Oost-Indische Compagnie
B
Verenigde Oost-Indie Compagnie
C
Verenigde Oost-Indische Compagnie
D
Verenigde Oost-Indische Campagne

Slide 15 - Quizvraag

Het hoofdkwartier van de VOC was in
A
Suriname
B
Indonesië
C
Zuid-Afrika
D
Curacao

Slide 16 - Quizvraag

De belangrijkste reden voor de oprichting van de VOC was
A
Door samen te werken was er geen concurrentie en meer winst
B
Doordat ze meer boten hadden konden ze meer specerijen meenemen
C
Omdat ze met meer waren konden ze makkelijker gebieden veroveren

Slide 17 - Quizvraag

Maken
 7.2 opdracht 1 t/m 5



Topografie blz 122.
timer
6:00
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

3.1 Handelen in  Oost-Azië
7.2 Buiten Nederland.
deel 2

Slide 20 - Tekstslide

Deze les
1. Wat is het verschil tussen de voc en de wic?
2. Kunt met een eigen tekening duidelijk maken wat het begrip driehoekshandel betekend.
3. Je kunt uitleggen waarom de handel alleen nog maar via de compagnie mocht lopen.

Afronding met quizlet.


Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

  • De WIC en andere Europese compagnieën dreven handel met West-Afrika en Amerika. In Amerika werden meestal grote kolonies gesticht. 
     
  • De compagnieën, zoals de WIC (1621), verzorgden de driehoekshandel tussen Europa, Afrika en Amerika. 
     
  • In grote delen van de wereld werden door het kolonialisme landen en volken overheerst.

Slide 23 - Tekstslide

Samen lezen blz.
98 en 99

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wat was de driehoekshandel?
A
Handel tussen Nederland, Spanje en Amerika
B
Handel tussen Europa, Afrika en Amerika
C
Handel tussen Europa, Amerika en Azië
D
Handel tussen Nederland, Afrika en Nieuw-Amsterdam

Slide 26 - Quizvraag

Driehoekshandel WIC
Textiel en wapens
Slaven
Suiker, katoen en tabak

Slide 27 - Sleepvraag

1602
1621
Specerijen
Slavenhandel
Afrika
Amerika
Batavia
Azië
Driehoekshandel

Slide 28 - Sleepvraag

3.1 Handelen in  Oost-Azië
Aan de slag!
Maak de opdrachten van 7.2 tot de herhaling
Als deze af hebt maakt je de herhaling en verdieping van 7.2

Klaar
 maak een tekening waarin de driehoekshandel kunt zien. (producten, slaven, gewassen) 
timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide