3.4 De late middeleeuwen

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Op welke manieren verspreiden monniken het christendom (als ze geen gedichtjes schrijven)?

Welke drie standen zijn er in de standensamenleving?

Maak een tekening van een stuk land in de vroege middeleeuwen. Verwerk daarin de volgende elementen:
- leenstelsel
- hofstelsel
- standensamenleving
- Het Christendom

Maak een voorspelling: wat zou er kunnen gebeuren als er een voedseloverschot komt?

Stel: Je bent een handelaar en wil ambachtsproducten verkopen. Wat is een strategische plek?

Een bewering: Door het ontstaan van steden komt het hofstelsel minder voor. Geef een argument voor deze bewering.

Wat is het voordeel van een gilde?

Pas je tekening van het begin aan en maak een tekening van een stuk land en een stad in de late middeleeuwen.
Verwerk daarin de volgende elementen:
- Ambachten
- Handelslieden
- Gilden
- Stadsrechten die gebruik worden voor bouwwerken

Wat kunnen burgers met stadsrechten?
Waarom wordt het leenstelsel zwakker als burgers stadsrechten krijgen?

Een bewering: Het vak beul past niet bij de vroege middeleeuwen, maar wel bij de late middeleeuwen. Leg uit waarom deze bewering juist is.

De pest bestond niet in de vroege middeleeuwen, maar wel in de late middeleeuwen. Leg uit waardoor dit komt.

Een bewering: Het leenstelsel was een oplossing voor het verdwijnen van het geld in de vroege middeleeuwen. Leg uit waarom deze bewering klopt.