2havo - Spelling verbanden aanbrengen

Welkom - Nederlands 2havo
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom - Nederlands 2havo

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag

>> Taalverzorging Spelling

Lesdoelen 
  • Je kunt verband aanbrengen tussen zinnen

Slide 2 - Tekstslide

Samengestelde zin

Slide 3 - Woordweb

(herhaling) Soorten zinnen (ZD)
* Enkelvoudige zin: 1 persoonsvorm 
Ik lust graag friet.

* Samengestelde zin: 2 persoonsvormen
Ik lust graag friet, maar zonder zout hoef ik het niet.


Slide 4 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
> persoonsvorm
> voltooid deelwoord
> infinitief

Slide 5 - Tekstslide

Gebruik voegwoorden
Tijd, voorwaarde, tegenstelling, reden

wanneer, als, terwijl, zodra, voordat, voor, nu, toen, nadat, zolang als, totdat, sinds, doordat, zodat, waardoor, omdat, opdat, indien, mits, tenzij, hoewel, ofschoon, ondanks dat, zoals, alsof, dat, of…

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Verband aanbrengen doe je zo
1. Verwijswoorden
2. Signaalwoorden


Slide 8 - Tekstslide

Verwijswoorden
1. Persoonlijke voornaamwoorden: hij, hem, ze, hen, hun;
2. Bezittelijke voornaamwoorden: zijn, haar, hun;
3. Aanwijzende en betrekkelijke voornaamwoorden: deze, die, dit, dat;
4. Bijwoorden: er, daar, waar, toen, zo;
5. Waar + voorzetsel of voorzetsel + wie?: waar, waarmee, waarover, waarvoor, met wie, over wie, voor wie enz.


Slide 9 - Tekstslide

Signaalwoorden
> om te beginnen, ook, bovendien, daarnaast, vervolgens, verder, ten slotte

> maar, toch, daar staat tegenover, echter, desondanks, aan de ene kant … aan de andere kant
> eerst, daarna, dan, toen, eens, vroeger, nu, ooit, later, voordat, nadat, uiteindelijk
> daardoor, doordat, als gevolg van, zodat
> daarom, dus, omdat, want, namelijk, immers, dankzij
> zo, bijvoorbeeld, neem nou, zoals
> kortom, dus, daarom, al met al, samengevat
> als (... dan), indien, tenzij, wanneer
voorwaarde
als (... dan), indien, tenzij, wanneer













Slide 10 - Tekstslide

Snap ik dit?
Video bekijken
Vragen stellen!

 H6 Spelling

Slide 11 - Tekstslide

Oefenen
Maak  opdracht 1, 2, 7 van H6 Spelling

Slide 12 - Tekstslide

Doel behaald?

Op welke 2 manieren kun je verband aanbrengen in een zin?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide