Samengestelde zinnen

Samengestelde zinnen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Samengestelde zinnen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel

Aan het einde van deze les:

  •  weet je wat samengestelde zinnen en enkelvoudige zinnen zijn
  •  weet je wat voegwoorden zijn
  •  kan je samengestelde zinnen herkennen
  • kan je samengestelde zinnen maken











Slide 2 - Tekstslide

Wat valt je op aan dit tekstje?
Mama roept Daan. Mama roept Evie. Daan moet de afwas doen. Evie moet de hond uitlaten. Daan vindt het stom. Evie vindt het leuk. Buiten regent het. Evie wordt nat. Evie vindt dat stom.

Slide 3 - Open vraag

Wat voor verschillen zijn er tussen deze twee zinnen?
A. Jake loopt elke maandag naar zijn werk,
B. Jake loopt elke maandag naar zijn werk en hij loopt elke dinsdag naar zijn oma.

Slide 4 - Open vraag

H2 Taalverzorging Grammatica
Twee soorten:
> woordsoorten
> zinsdelen 

Ik hou van dunne frietjes met mayo en lust geen ketchup.
Ik hou van dunne frietjes met mayo en lust geen ketchup.

Slide 5 - Tekstslide

Kies 2 plaatjes, maak 1 zin en vertel wat er gebeurd is.

Slide 6 - Tekstslide

Soorten zinnen 
* Enkelvoudige zin: 1 persoonsvorm 
Ik lust graag friet.

* Samengestelde zin: 2 persoonsvormen
Ik lust graag friet, maar zonder zout hoef ik het niet.

Wat zijn de persoonsvormen?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Twee zinnen (2 pv's) vormen samen een nieuwe zin. Gebruik een voegwoord en maak er een goede samengestelde zin van.
Ik eet graag bloemkool.
Ik lust geen spinazie.

Slide 9 - Open vraag

Gebruik voegwoorden!
Tijd, voorwaarde, tegenstelling, reden

wanneer, als, terwijl, zodra, voordat, voor, nu, toen, nadat, zolang als, totdat, sinds, doordat, zodat, waardoor, omdat, opdat, indien, mits, tenzij, hoewel, ofschoon, ondanks dat, zoals, alsof, dat, of…

Slide 10 - Tekstslide

Let op!
Door sommige voegwoorden verandert de woordvolgorde. Kijk maar!
Emma luistert muziek. Emma lakt haar nagels.
Emma luistert muziek terwijl ze haar nagels lakt.

Slide 11 - Tekstslide

Verandering?
Bij en, maar, of, want en dus verandert de woordvolgorde niet.
Dit zijn nevenschikkende voegwoorden.

 Bij andere voegwoorden zoals dus, terwijl, omdat etc. etc. verandert de woordvolgorde wel.
Dit zijn onderschikkende voegwoorden.

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeelden
Paardrijden lijkt me niet leuk, maar ik ga het toch doen.

Laat de dokter naar je been kijken, want je blijft pijn houden.

Hamid wil dat je hem voor schooltijd ophaalt.

Claudia gaat alvast haar proefwerk leren, zodat ze goed voorbereid is.

Slide 13 - Tekstslide

Stappen
1) Is het een samengestelde of enkelvoudige zin?

2) Zoek de pv's in de zin.

3) Welk deel van

Slide 14 - Tekstslide

Ik weet wat samengestelde zinnen en voegwoorden zijn en kan samengestelde zinnen herkennen en maken.


😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Reflectie:
Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
Wat kan nog iets beter?

Slide 16 - Open vraag

Feedback
Wat vond je fijn/goed aan deze les?
Wat zou je liever anders zien?

Slide 17 - Open vraag