V1 Herhaling Leesvaardigheid 2, 3 en 4

Welkom V1AT
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom V1AT

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Pitch Sem en Sophie

  3. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

10 minuten lezen

Slide 3 - Tekstslide

Welke vijf tekstdoelen ken je/moet je kennen?

Slide 4 - Woordweb

Noem een voorbeeld van een amuserende tekst.

Slide 5 - Woordweb

Noem een voorbeeld van een activerende tekst.

Slide 6 - Woordweb

Waar of niet waar?
Een activerende tekst lijkt op een overtuigende tekst, maar het gaat een stapje verder: de schrijver wil niet alleen dat je het met hem/haar eens bent, hij/zij wil ook dat je iets (niet) gaat DOEN.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

In welke tekstsoort staan voornamelijk feiten?
A
overtuigende tekst
B
beschouwende tekst
C
activerende tekst
D
informerende tekst

Slide 8 - Quizvraag


Wat is het
tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 9 - Quizvraag


Wat is het
tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 10 - Quizvraag


Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
beschouwen

Slide 11 - Quizvraag


Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
beschouwen

Slide 12 - Quizvraag


Wat is
het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 13 - Quizvraag


Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 14 - Quizvraag


Wat is het
tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 15 - Quizvraag


Wat is het
tekstdoel ?
A
informeren
B
overtuigen
C
amuseren
D
beschouwen

Slide 16 - Quizvraag


Wat is het
tekstdoel?
A
informeren
B
beschouwen
C
activeren
D
overtuigen

Slide 17 - Quizvraag


Wat is
het tekstdoel?
A
informeren
B
beschouwen
C
activeren
D
overtuigen

Slide 18 - Quizvraag

Antwoorden oefenen
1. Lees tekst 1. Wat is het tekstdoel? (1 p) T1
Het belangrijkste doel is activeren.

2. Vind je het kopje boven tekst 2 goed gekozen? Leg uit waarom wel of niet. (1 p) T2
Het kopje is niet zo goed gekozen. Alleen de eerste zin van de tekst gaat over de verandering in de museumhal. De rest van de tekst gaat er vooral over wat je kunt zien en doen in het museum.



Slide 19 - Tekstslide

Antwoorden oefenen
3. Lees tekst 3. Wat is het tekstdoel? (1 p) T1 
Het tekstdoel is overtuigen.

4. Herschrijf de laatste alinea van tekst 3 zo dat het tekstdoel van de tekst verandert. De nieuwe laatste alinea is minimaal 1 zin en maximaal 3 zinnen lang. (1 p) I
Bijvoorbeeld: Een vergelijkbaar model zou voor ons land dé oplossing zijn. Teken daarom de petitie ‘Vuurwerkclubs: traditie én veiligheid’ via deze link. Nieuwe doel: activeren.


Slide 20 - Tekstslide

Antwoorden oefenen
5. Bekijk tekst 4. Geef een argument waarom je deze tekst kunt zien als een amuserende én als een activerende tekst? (2 p) T2
De tekst is amuserend, omdat er een grapje in staat. De tekst is activerend, omdat het reclame is.

6. Bekijk de titel van tekst 5. Welk tekstdoel verwacht je? Leg je antwoord uit. (1 p) I
Je verwacht het tekstdoel beschouwen. Het onderwerp wordt waarschijnlijk van twee kanten belicht (de positieve en negatieve kant van goedkope vliegtickets.)
Of: Je verwacht het tekstdoel overtuigen. Uit de titel blijkt dat ze het over het probleem gaan hebben dat aan goedkope vliegtickets kleeft.



Slide 21 - Tekstslide

Oefenen leesvaardigheid 2, 3 en 4
  • Maak de vragen op het blad. 
  • Je werkt alleen en in stilte.
  • Het maken van deze vragen is huiswerk voor volgende week donderdag. 

Slide 22 - Tekstslide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: maandag 14 november
  • Huiswerk: pitch voorbereiden
  • Meenemen: pen
  • Programma: pitches over boek 1

Donderdag 17 november:
  • Huiswerk: vragen maken leesvaardigheid
  • Meenemen: boek, schrift, pen, leesboek en laptop
  • Programma: grammatica herhaling

Slide 23 - Tekstslide