Les 35 HV Tekstdoel en soort

         Meer dan lezen
Tekstdoelen en tekstsoorten
Zet alvast klaar:  Laptop
 👨‍🏫 Volgorde van de les
        1.  Wat kun je al?    2. Instructie + samen oefenen   3. Zelfstandig werken   4. Terug- en vooruitblik



      Lesdoel: ik kan tekstdoelen bepalen en de tekstsoorten onderscheiden
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

         Meer dan lezen
Tekstdoelen en tekstsoorten
Zet alvast klaar:  Laptop
 👨‍🏫 Volgorde van de les
        1.  Wat kun je al?    2. Instructie + samen oefenen   3. Zelfstandig werken   4. Terug- en vooruitblik



      Lesdoel: ik kan tekstdoelen bepalen en de tekstsoorten onderscheiden

Slide 1 - Tekstslide

  Tekstdoelen en tekstsoorten
  • ik kan tekstdoelen bepalen en de tekstsoorten onderscheiden.
Lesdoel
👨‍🏫 Volgorde van de les
 1. Wat kun je al? 2. Instructie + samen oefenen 3. Zelfstandig werken 4. Terug- en vooruitblik




Slide 2 - Tekstslide

Wat kun je al?
Onderwerp en hoofdgedachte van een tekst bepalen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

            Tekstdoelen en tekstsoorten: wat kan ik straks?
  •   vijf tekstdoelen en tekstsoorten herkennen.
  •   het verschil aangeven tussen een informerende, instruerende,             activerende, amuserende en overtuigende tekst.
Aan het eind van deze les kun je:
👨‍🏫 Volgorde van de les
 1. Wat kun je al? 2. Instructie + samen oefenen 3. Zelfstandig werken 4. Terug- en vooruitblik




Slide 5 - Tekstslide

  Maak groepjes van 4
 Luister naar de opdracht.
 Start op het signaal.  
 .                   Overleg, kies en leg, vertel
timer
2:00
Overtuigen
Informeren
instrueren
amuseren
activeren

Slide 6 - Sleepvraag

Er zijn vijf tekstdoelen. Bij elk tekstdoel hoort een tekstsoort.

  1. Informeren: de schrijver geeft informatie in een informatieve tekst.  (nieuwsbericht, studieboek)
  2. Instrueren: de schrijver legt stap voor stap hoe je iets doet in een instructie.  (gebruiksaanwijzing, spelregels)
  3. Overtuigen: de schrijver wil de lezer overtuigen van zijn mening in een overtuigende tekst. (recensie, ingezonden brief)
  4. Activeren: de schrijver wil dat de lezer iets doet of juist niet doet in een activerende tekst(advertentie, uitnodiging)
  5. Amuseren: de schrijver wil bij de lezer emoties oproepen, je vermaken.   (verhaal ((non)-fictie , strip, mop)

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag
Opdr.  1 - 2 - 3 - 8.1-8.6-8.8 - (9)
24-29
inleveren + taak
      Terug- en vooruitblik 
    Lesdoel: - ik kan tekstdoelen en tekstsoorten herkennen.   
                      - ik kan het verschil tussen informerende, instruerende, amuserende, activerende en overtuigende                             teksten aangeven.
  

Slide 8 - Tekstslide

      Terugblik en vooruitblik
Terugblik
Je hebt geleerd welke tekstdoelen en tekstsoorten er zijn en kunt het verschil aangeven tussen een informerende, instruerende, amuserende, activerende en overtuigende tekst.  LU

Vooruitblik
In de volgende les leer je wat het zelfstandig werkwoord is en doet in een zin.


Slide 9 - Tekstslide

 Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Informeren
Overtuigen
Instrueren
Amuseren *

Slide 10 - Sleepvraag


Elke tekst heeft een tekstdoel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Vertel:

Een schrijver schrijft een overtuigende brief, omdat.....

Slide 12 - Open vraag