Herhaling woordenschat, spelling en grammatica periode 2

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeelden bijvoeglijk naamwoorden de-woorden, enkelvoud en meervoud:

Slide 8 - Open vraag

Bijvoeglijke naamwoorden met het-woorden, enkelvoud en meervoud:

Slide 9 - Open vraag

Voorbeelden van stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden:

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Twee voorbeelden van werkwoorden als bijvoeglijk naamwoord:

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

6 Zinnen waarin de woorden van les 14 gebruikt zijn:

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeelden van hoofdletters bij zin en namen (persoon, bedrijf, afkorting naam)

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

3 Voorbeeldzinnen bij . ? !

Slide 18 - Open vraag

5 Voorbeeldzinnen:
'...' - :'......' - : ..., ..., - ..... , .....

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

6 Zinnen waarin de woorden van les 16 gebruikt zijn:

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

4 Voorbeelden zwakke werkwoorden in verleden tijd:

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

6 Zinnen waarin de woorden van les 29 gebruikt zijn:

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

3 Voorbeelden sterke werkwoorden in verleden tijd:

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

6 Zinnen waarin de woorden van les 30 gebruikt zijn:

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide

5 Voorbeelden / zinnen over gezegde: persoonsvorm (+ alle andere ww in zin) én bijzondere met 'te / aan het'

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

6 Zinnen waarin de woorden van les 38 gebruikt zijn:

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Tekstslide

Zinnen bij de extra (moeilijke) woorden en uitdrukkingen

Slide 35 - Open vraag

Heeft deze les jou geholpen met het ophalen van kennis? Leg uit.

Slide 36 - Open vraag