1BK Herhaling woordenschat, spelling en grammatica periode 2

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom, wat gaan we doen?
We gaan zelf voorbeelden maken bij de verschillende lessen.

Doel: leren door te doen en uitleg te geven

Slide 2 - Tekstslide

Welke lessen?
Zelfstandig naamwoorden (les 12)
Bijvoeglijk naamwoorden (les 13)
Hoofdletters en leestekens (les 16)
Zwakke werkwoorden in verleden tijd (les 20)
Sterke werkwoorden in de verleden tijd (les 21)

Slide 3 - Tekstslide

Jij hoort bij dit groepje
Groep 1: Hasan (presentator) , Can (schrijver), Yigit (tijdsbewaker) (> zelfstandig naamwoorden)
Groep 2: Benjamin (presentator), Mohamed (schrijver) (> bijvoeglijk naamwoorden)
Groep 3: Esmeralda (presentator), Manar (schrijver), Rima (tijdsbewaker)(> Hoofdletters en leestekens)
Groep 4: Maliyah (presentator) Christian (schrijver) en Youssra (tijdsbewaker (> Zwakke werkwoorden)
Groep 5: Wyam  (presentator), Alwa (schrijver) (> Sterke werkwoorden)


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Groep 1: Zelfstandige naamwoorden (les 12) 
Bekijk het filmpje.

Maak 5 zinnen (mens, dier, plant , ding) die je zo in de les kunt typen bij de vraag. Overleg en schrijf op.
Je kunt de zelfstandig naamwoorden in je zinnen uitleggen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Groep 1: Schrijf hier 5 zinnen met zelfstandige naamwoorden en leg uit.

Slide 9 - Open vraag

6 Zinnen waar woorden van les 12 in zijn gebruikt:

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Groep 2:
Les 13 Voorbeelden bijvoeglijk naamwoorden de-woorden, enkelvoud en meervoud:

Slide 12 - Open vraag

Bijvoeglijke naamwoorden met het-woorden, enkelvoud en meervoud:

Slide 13 - Open vraag

Voorbeelden van stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden:

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Groep 2: Twee voorbeelden van werkwoorden als bijvoeglijk naamwoord:

Slide 16 - Open vraag

Groep 2: 5 Zinnen waarin de woorden van les 13 gebruikt zijn:

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Groep 3:
Voorbeelden van hoofdletters bij zin en namen (persoon, bedrijf, afkorting naam)

Slide 20 - Open vraag

3 Voorbeeldzinnen bij . ? !

Slide 21 - Open vraag

5 Voorbeeldzinnen:
'...' - :'......' - : ..., ..., - ..... , .....

Slide 22 - Open vraag

5 Zinnen waarin de woorden van les 16 gebruikt zijn:

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Groep 4:
4 Voorbeelden zwakke werkwoorden in verleden tijd: Les 20

Slide 25 - Open vraag

5 Zinnen waarin de woorden van les 20 gebruikt zijn:

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Groep 5:
3 Voorbeelden sterke werkwoorden in verleden tijd (les 21):

Slide 28 - Open vraag

5 Zinnen waarin de woorden van les 30 gebruikt zijn:

Slide 29 - Open vraag

Zinnen bij de extra (moeilijke) woorden en uitdrukkingen

Slide 30 - Open vraag

Heeft deze les jou geholpen met het ophalen van kennis? Leg uit.

Slide 31 - Open vraag