12.2: Voedingsmiddelen & Voedingsstoffen

BS2: Voedingsmiddelen & voedingsstoffen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BS2: Voedingsmiddelen & voedingsstoffen

Slide 1 - Tekstslide

Welke organismen worden gebruikt om kaas of yoghurt te maken?
timer
0:10
A
planten
B
dieren
C
bacteriën
D
schimmels

Slide 2 - Quizvraag

Welke organismen worden gebruikt om brood te maken?
timer
0:10
A
planten
B
dieren
C
bacteriën
D
schimmels

Slide 3 - Quizvraag

Hoe wordt de ideale temperatuur genoemd waarbij enzymen werken?
(... tempetaruur)

Slide 4 - Open vraag

Welke manieren van conserveren ken je?

Slide 5 - Woordweb

Basisstof 2
Leerdoelen:
  • Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezels in voedingsmiddelen noemen
  • Je kunt zes groepen voedingsstoffen met hun functies en kenmerken noemen.

Slide 6 - Tekstslide

-Voedingsmiddel = Alles wat je eet en drinkt.
-Voedingsstoffen = Zijn de bruikbare bestanddelen uit voedingsmiddelen.

Je lichaam heeft voedingsstoffen nodig om zichzelf in leven te kunnen houden.


Slide 7 - Tekstslide

Voedingsvezels
  • Onverteerbare koolhydraten uit planten
  • Stimuleren de darmperistaltiek en dus de darmwerking

Slide 8 - Tekstslide

Vier functies van voedingsstoffen
Er zijn vier functies van voedingsstoffen.

  1. Brandstoffen; energie
  2. Bouwstoffen; groei en herstel
  3. Reservestoffen; opslag
  4. Beschermstoffen; zorgen dat je niet ziek wordt 

Slide 9 - Tekstslide

6 groepen voedingsstoffen
Koolhydraten
brand & bouwstof
Eiwitten
bouw & brandstof
Vetten
bouw, reserve & brandstof
Water
bouwstof
Mineralen
bouw & beschermende stof
Vitaminen
bouw & beschermende stof

Slide 10 - Tekstslide

Beschermende voedingsstoffen zijn
A
Vetten, mineralen en vitamines
B
Vitamines en mineralen
C
Koolhydraten, mineralen en vitamines
D
Vetten en vitamines

Slide 11 - Quizvraag

Quiz

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn voedingsstoffen?
A
Alles wat je eet en drinkt
B
Stoffen uit planten die je lichaam niet kan verteren
C
Bruikbare bestanddelen uit voedingsmiddelen

Slide 13 - Quizvraag

suikers en zetmeel zijn voedingsmiddelen of voedingsstoffen
A
voedingsmiddel
B
voedingsstoffen

Slide 14 - Quizvraag

Koolhydraten
  • Brandstoffen of bouwstoffen
  • Suikers, zetmeel en glycogeen
  • Teveel koolhydraten worden omgezet in vet en opgeslagen als reservestof
  • Glucose kan worden omgezet in glycogeen en worden opgeslagen in je lever en je spieren

Slide 15 - Tekstslide

Eiwitten
Belangrijke bouwstof
  • Vorming van celplasma
  • Opbouw van spieren
  • brandstof bij ondervoeding
  • Teveel eiwitten > afgebroken in de lever tot ureum

Slide 16 - Tekstslide

Vetten
Vooral brandstof
Ook bouwstof en reservestof

Te veel vet wordt opgeslagen onder de huid. 

Slide 17 - Tekstslide

Water
  • Water is de belangrijkste bouwstof voor het lichaam 
  • Water speelt een belangrijke rol bij het transport van andere stoffen in het lichaam.

Slide 18 - Tekstslide

Mineralen
  • Mineralen in ons lichaam zijn vooral bouwstoffen en beschermende stoffen

  • Het zijn zouten, bijvoorbeeld calcium (voor je botten), natrium of ijzer.

Slide 19 - Tekstslide

Vitaminen
  • Het zijn bouwstoffen
  • Ze werken als beschermende stoffen tegen ziektes
  • Er zijn dertien verschillende vitamines bekend: vitamine A, de vitamines van het B-complex en vitamine C, D en K zijn de bekendste
  • Te veel vitamines werken vergiftigend!
  • In Nederland bestaat niet echt een vitaminegebrek
  • In gezond eten zitten alle vitamines  mooi verdeeld

Slide 20 - Tekstslide

indicator

Slide 21 - Tekstslide

Wat is geen voedingsstof?
timer
0:10
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Koolhydraten
D
Vlees

Slide 22 - Quizvraag

De mens gebruikt voedingsvezels voor de vorming van cellen en weefsels.
timer
0:10
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een goede eigenschap van voedingsvezels?
timer
0:10
A
Ze helpen infectieziekten tegengaan.
B
Ze voorkomen verstopping.
C
Ze helpen bij de bloedstolling.
D
Ze verbeteren de nierwerking.

Slide 24 - Quizvraag

Welke voedingsstof kan met behulp van joodoplossing worden aangetoond?
timer
0:10
A
eiwitten
B
zetmeel
C
vetten
D
koolhydraten

Slide 25 - Quizvraag

Aan de bak!
Lr: 12.1 + 12.2
12.2 opdr: 5 t/m 7

Slide 26 - Tekstslide