In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Ik koop en denk na...
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat moet de koper doen ten opzichte van de verkoper om de koopovereenkomst af te ronden?
A
Overleggen hoe het product geleverd wordt.
B
Het product ophalen in de winkel.
C
De afgesproken prijs betalen.
D
De afgesproken prijs in ontvangst nemen.
Slide 4 - Quizvraag
Wanneer je iets online aankoopt heb je het recht om artikel terug te sturen binnen de 14 dagen. Dat noemen we...
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Dit is een voorbeeld van een eenmalige kost:
A
gsm-abonnement
B
maandelijkse huur
C
aankoop van een scooter
D
verzekering van je scooter
Slide 7 - Quizvraag
Dit is een voorbeeld van een terugkerende kost.
A
De aankoop van een playstation.
B
Je gsm-abonnement
C
De verzekering voor je scooter.
D
De aankoop van een helm voor je scooter.
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Hoeveel % BTW betaal je bij de aankoop van kledij?
A
6 %
B
21%
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Noodzakelijk
Slide 13 - Woordweb
Duurzaam kopen
Slide 14 - Woordweb
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Waarom verschilt het jaarlijks kostenpercentage soms van de interest?
Slide 19 - Open vraag
Het budget
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Wanneer je een overzicht maakt van al je inkomsten en uitgaven, dan maak je een....
A
Budget
B
Buffer
C
Inkomstenoverzicht
D
Begroting
Slide 22 - Quizvraag
Hoe maak je een budget?
Slide 23 - Open vraag
Rihad zijn uitgaven deze maand : Gsm-abonnement= 20 euro, lunch 70 euro, uitgaan 65 euro (eenmalig)
Rihad zijn inkomsten deze maand: 160 euro zakgeld, extra 20 euro van zijn nonkel, 543 euro door zijn studentenjob. Hoeveel houdt Rihad over van zijn budget?
Slide 24 - Open vraag
Sparen
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Hoe kan je sparen?
Slide 27 - Open vraag
Zou jij kiezen voor een spaarrekening of een spaarvarken en waarom?
Slide 28 - Open vraag
Wat betekent inflatie
A
Mensen worden rijker en daardoor stijgen de prijzen.
B
Mensen krijgen loonsopslag.
C
Prijzen dalen.
D
Prijzen worden duurder, maar mensen niet rijker.
Slide 29 - Quizvraag
Verkoop op afbetaling
Slide 30 - Tekstslide
Bereken de totale aankoopprijs van de laptop bij deze koop op afbetaling:
Slide 31 - Tekstslide
Geef hier de uitkomst:
Slide 32 - Open vraag
Slide 33 - Tekstslide
Jullie gaan per 4 leerlingen aan de slag. Jullie krijgen een oefeningenbundel per team en lossen deze samen op. SUCCES!
timer
40:00
Slide 34 - Tekstslide
Jullie maken als afsluiter een bookwidget in smartschool.