Marktfalen paragraaf 3

Leerdoelen paragraaf 3: de overheid stuurt.
1. Je kunt uitleggen hoe de overheid stuurt op markten door het heffen van accijnzen en het geven van subsidies.
2. Je kunt uitleggen wat een octrooi is en waarom de overheid octrooien verstrekt.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen paragraaf 3: de overheid stuurt.
1. Je kunt uitleggen hoe de overheid stuurt op markten door het heffen van accijnzen en het geven van subsidies.
2. Je kunt uitleggen wat een octrooi is en waarom de overheid octrooien verstrekt.

Slide 1 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

2.3       De overheid stuurt
Naast minimum- en maximumprijzen zijn er nog meer 
manieren waarop de overheid ingrijpt in de markt:
1. Accijns. De overheid probeert de vraag af te remmen

Accijns: 
Een verbruiksbelasting op tabak, fossiele brandstoffen, alcohol en frisdrank. Het product wordt duurder.

Slide 2 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3       De overheid stuurt
Naast minimum- en maximumprijzen zijn er nog meer 
manieren waarop de overheid ingrijpt in de markt:
1. Accijns. De overheid probeert de vraag af te remmen
2. Subsidie. De overheid probeert de vraag te stimuleren

Accijns: 
Een verbruiksbelasting op tabak, fossiele brandstoffen, alcohol en frisdrank. Het product wordt duurder.

Subsidie: 
Een financiële bijdrage van de overheid aan consumenten of bedrijven. Het product wordt goedkoper.

Slide 3 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3       De overheid stuurt
Marktmodel met accijnzen:
1. Door een accijns stijgt de prijs en neemt de gevraagde hoeveelheid af.
2. Het gevolg hiervan is dat het totale surplus daalt.




Slide 4 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Voorbeeld gevolgen accijns op vliegtickets
Door extra belasting op vliegtickets:
1. verschuift de aanbodlijn verschuift naar boven



Slide 5 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeeld gevolgen accijns op vliegtickets
Door extra belasting op vliegtickets:
1. verschuift de aanbodlijn verschuift naar boven
2. stijgt de evenwichtsprijs stijgt van pe naar p1

Slide 6 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeeld gevolgen accijns op vliegtickets
Door extra belasting op vliegtickets:
1. verschuift de aanbodlijn verschuift naar boven
2. stijgt de evenwichtsprijs stijgt van pe naar p1
3. daalt de hoeveelheid vliegtickets daalt van Qe naar Q1
 

Slide 7 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeeld gevolgen accijns op vliegtickets
Door extra belasting op vliegtickets:
1. verschuift de aanbodlijn verschuift naar boven
2. stijgt de evenwichtsprijs stijgt van pe naar p1
3. daalt de hoeveelheid vliegtickets daalt van Qe naar Q1
4. is het verschil tussen p1 en ps het accijnsbedrag



Slide 8 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeeld gevolgen accijns op vliegtickets
Door extra belasting op vliegtickets:
1. verschuift de aanbodlijn verschuift naar boven
2. stijgt de evenwichtsprijs stijgt van pe naar p1
3. daalt de hoeveelheid vliegtickets daalt van Qe naar Q1
4. is het verschil tussen p1 en ps het accijnsbedrag
5. daalt het consumentensurplus met OC + VC

Slide 9 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeeld gevolgen accijns op vliegtickets
Door extra belasting op vliegtickets:
1. verschuift de aanbodlijn verschuift naar boven
2. stijgt de evenwichtsprijs stijgt van pe naar p1
3. daalt de hoeveelheid vliegtickets daalt van Qe naar Q1
4. is het verschil tussen p1 en ps het accijnsbedrag
5. daalt het consumentensurplus met OC + VC
6. daalt het producentensurplus met OA + VA

Slide 10 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeeld gevolgen accijns op vliegtickets
Door extra belasting op vliegtickets:
1. verschuift de aanbodlijn verschuift naar boven
2. stijgt de evenwichtsprijs stijgt van pe naar p1
3. daalt de hoeveelheid vliegtickets daalt van Qe naar Q1
4. is het verschil tussen p1 en ps het accijnsbedrag
5. daalt het consumentensurplus met OC + VC
6. daalt het producentensurplus met OA + VA
7. gaat de accijnsopbrengst naar de overheid voor OC + OA


Slide 11 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeeld gevolgen accijns op vliegtickets
Door extra belasting op vliegtickets:
1. verschuift de aanbodlijn verschuift naar boven
2. stijgt de evenwichtsprijs stijgt van pe naar p1
3. daalt de hoeveelheid vliegtickets daalt van Qe naar Q1
4. is het verschil tussen p1 en ps het accijnsbedrag
5. daalt het consumentensurplus met OC + VC
6. daalt het producentensurplus met OA + VA
7. gaat de accijnsopbrengst naar de overheid voor OC + OA

Uiteindelijk daalt de som van alle surplussen en daarmee de doelmatigheid van de markt.

Slide 12 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Aan de slag
Maak opgave 32 op pagina 82.

Slide 13 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

2.3       De overheid stuurt
Marktmodel met subsidie:
1. Door subsidie daalt de prijs en neemt de gevraagde hoeveelheid toe.
2. De marktomzet stijgt en wordt deels door de overheid betaald.




Slide 14 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Voorbeeld gevolgen subsidie op zonnepanelen

Door extra subsidie op zonnepanelen:
1. verschuift de aanbodlijn verschuift naar beneden
2. daalt de evenwichtsprijs daalt van pe naar pc
3. stijgt de evenwichtshoeveelheid stijgt van Q naar Q1
4. realiseren aanbieders een marktomzet van pc x Q1
5. ontvangen bedrijven van de overheid (pa – pc) x Q1
6. is de totale omzet pa x Q1

Een deel van de grotere marktomzet wordt door de overheid betaald.



Slide 15 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

2.3       De overheid stuurt
De overheid vindt innovatie belangrijk (bijvoorbeeld bij medicijnen
en technologie).



Slide 16 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3       De overheid stuurt
De overheid vindt innovatie belangrijk (bijvoorbeeld bij medicijnen
en technologie).


Om innovatie aan te moedigen is het mogelijk om een octrooi (=patent) aan te vragen.



Octrooi of patent: 
Een exclusief recht op een uitvinding van een product of proces.

Slide 17 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3       De overheid stuurt
De overheid vindt innovatie belangrijk (bijvoorbeeld bij medicijnen
en technologie).


Om innovatie aan te moedigen is het mogelijk om een octrooi (=patent) aan te vragen.


Hierdoor wordt concurrentie tijdelijk uitgesloten van de markt en ontstaat een monopolie positie voor de producent zodat die met de extra winst de kosten van de innovatie kan terug verdienen.

Octrooi of patent: 
Een exclusief recht op een uitvinding van een product of proces.

Slide 18 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.