A5. Marktfalen

Leerdoelen A4: marktfalen
  1. Je kunt uitleggen wat marktfalen is en hiervoor oorzaken noemen, waaronder marktmacht, externe effecten en collectieve goederen.
  2. Je kunt uitleggen waarom de overheid maximumprijzen instelt en je kunt deze in een grafiek weergeven.
  3. Je kunt uitleggen waarom de overheid minimumprijzen instelt en je kunt deze in een grafiek weergeven.
  4. Je kunt uitleggen hoe de overheid stuurt op markten door het heffen van accijnzen en het geven van subsidies.
  5. Je kunt uitleggen hoe de overheid stuurt op markten door het instellen van een productiequotum.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen A4: marktfalen
  1. Je kunt uitleggen wat marktfalen is en hiervoor oorzaken noemen, waaronder marktmacht, externe effecten en collectieve goederen.
  2. Je kunt uitleggen waarom de overheid maximumprijzen instelt en je kunt deze in een grafiek weergeven.
  3. Je kunt uitleggen waarom de overheid minimumprijzen instelt en je kunt deze in een grafiek weergeven.
  4. Je kunt uitleggen hoe de overheid stuurt op markten door het heffen van accijnzen en het geven van subsidies.
  5. Je kunt uitleggen hoe de overheid stuurt op markten door het instellen van een productiequotum.

Slide 1 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

2.2       De overheid grijpt in
Naast marktmacht kunnen er meer oorzaken zijn dat een 
markt niet perfect werkt.

Marktfalen: 
Situatie waarin de markt niet perfect werkt.

Slide 2 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.2       De overheid grijpt in
Naast marktmacht kunnen er meer oorzaken zijn dat een 
markt niet perfect werkt. De markt faalt dan door:
1. Externe effecten:
dat zijn niet-gewenste uitkomsten van de markt, zoals     
milieuvervuiling, geluidsoverlast en gezondheidseffecten.


Marktfalen: 
Situatie waarin de markt niet perfect werkt.

Externe effecten: 
Gevolgen van productie en gebruik van goederen en diensten die niet in de prijs worden doorberekend.

Slide 3 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.2       De overheid grijpt in
Naast marktmacht kunnen er meer oorzaken zijn dat een 
markt niet perfect werkt. De markt faalt dan door:
1. Externe effecten
dat zijn niet-gewenste uitkomsten van de markt, zoals     
milieuvervuiling, geluidsoverlast en gezondheidseffecten.
2. Collectieve goederen
de markt voorziet niet in de behoefte voor deze goederen.

Marktfalen: 
Situatie waarin de markt niet perfect werkt.

Externe effecten: 
Gevolgen van productie en gebruik van goederen en diensten die niet in de prijs worden doorberekend.

Collectieve goederen:
De overheid produceert goederen die niet in individuele eenheden zijn op te delen.

Slide 4 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.2       De overheid grijpt in
Als een markt niet optimaal werkt, kan de overheid ingrijpen op
die markt door prijsregulering zoals:
1. Minimumprijzen
    Garantieprijzen om producenten te beschermen.




Minimumprijs: 
De overheid garandeert aanbieders een prijs die hoger is dan de marktprijs.

Slide 5 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.2       De overheid grijpt in
Als een markt niet optimaal werkt, kan de overheid ingrijpen op
die markt door prijsregulering zoals:
1. Minimumprijzen
    Garantieprijzen om producenten te beschermen.
2. Maximumprijzen
    Garantieprijzen om consumenten te beschermen.




Minimumprijs: 
De overheid garandeert aanbieders een prijs die hoger is dan de marktprijs.
Maximumprijs:
De overheid garandeert consumenten een prijs die lager is dan de marktprijs.

Slide 6 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.2       De overheid grijpt in
Marktmodel met minimumprijzen
1. Doordat de prijs > evenwichtsprijs ontstaat een 
    aanbodoverschot.

Aanbodoverschot: 
Het aanbod is groter dan de vraag (oftewel: vraagtekort).

Slide 7 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.2       De overheid grijpt in
Marktmodel met minimumprijzen
1. Doordat de prijs > evenwichtsprijs ontstaat een 
    aanbodoverschot.
2. De overheid koopt dit overschot op (bijvoorbeeld 
    bij landbouwproducten).

Aanbodoverschot: 
Het aanbod is groter dan de vraag (oftewel: vraagtekort).

Slide 8 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.2       De overheid grijpt in
Marktmodel met minimumprijzen
1. Doordat de prijs > evenwichtsprijs ontstaat een 
    aanbodoverschot.
2. De overheid koopt dit overschot op (bijvoorbeeld 
    bij landbouwproducten).
3. De overheid kan (te) grote overschotten voorkomen door
    een productiequotum in te stellen.

Aanbodoverschot: 
Het aanbod is groter dan de vraag (oftewel: vraagtekort).

Slide 9 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.2       De overheid grijpt in
Minimumprijs melk
Als een markt niet optimaal werkt dan kan de overheid 
ingrijpen via bijvoorbeeld prijsregulering.
Als de overheid een minimumprijs instelt, 
beschermt ze de aanbieder.

Door de minimumprijs ontstaat een aanbodoverschot
(Qa – Qv). De overheid koopt dit aanbodoverschot op
((Qa – Qv) x Pmin). 

Slide 10 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.2       De overheid grijpt in
Marktmodel met maximumprijzen:
1. Doordat de prijs < evenwichtsprijs ontstaat een aanbodtekort.
2. Er ontstaan wachtlijsten (bijvoorbeeld voor sociale
    huurwoningen).




Aanbodtekort: 
Het aanbod is kleiner dan de vraag (oftewel: vraagoverschot).

Slide 11 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.2       De overheid grijpt in
Als een markt niet optimaal werkt dan kan de 
overheid ingrijpen via bijvoorbeeld prijsregulering.
Als de overheid een maximumprijs instelt, 
beschermt ze de consument.


Door de maximumprijs ontstaat een aanbodtekort (Qv – Qa).

Een aanbodtekort brengt geen kosten mee voor de overheid.
De overheid moet nu door aanvullende maatregelen zorgen 
dat de beperkte hoeveelheid woningen wordt verdeeld.

Slide 12 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag
Maak opgave 1, 2, 5 en 7 op eindexamensite, welvaart en economische politiek.

Slide 13 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

2.3       De overheid stuurt
Naast minimum- en maximumprijzen zijn er nog meer 
manieren waarop de overheid ingrijpt in de markt:
1. Accijns. De overheid probeert de vraag af te remmen

Accijns: 
Een verbruiksbelasting op tabak, fossiele brandstoffen, alcohol en frisdrank. Het product wordt duurder.

Slide 14 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3       De overheid stuurt
Naast minimum- en maximumprijzen zijn er nog meer 
manieren waarop de overheid ingrijpt in de markt:
Accijns. De overheid probeert de vraag af te remmen
Subsidie. De overheid probeert de vraag te stimuleren

Accijns: 
Een verbruiksbelasting op tabak, fossiele brandstoffen, alcohol en frisdrank. Het product wordt duurder.

Subsidie: 
Een financiële bijdrage van de overheid aan consumenten of bedrijven. Het product wordt goedkoper.

Slide 15 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.3       De overheid stuurt
Marktmodel met accijnzen:
1. Door een accijns stijgt de prijs en neemt de gevraagde hoeveelheid af.
2. Het gevolg hiervan is dat het totale surplus daalt.




Slide 16 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Voorbeeld gevolgen accijns op vliegtickets
Door extra belasting op vliegtickets:
1. verschuift de aanbodlijn verschuift naar boven



Slide 17 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeeld gevolgen accijns op vliegtickets
Door extra belasting op vliegtickets:
1. verschuift de aanbodlijn verschuift naar boven
2. stijgt de evenwichtsprijs stijgt van pe naar p1

Slide 18 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeeld gevolgen accijns op vliegtickets
Door extra belasting op vliegtickets:
1. verschuift de aanbodlijn verschuift naar boven
2. stijgt de evenwichtsprijs stijgt van pe naar p1
3. daalt de hoeveelheid vliegtickets daalt van Qe naar Q1
4. is het verschil tussen p1 en ps het accijnsbedrag



Slide 19 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeeld gevolgen accijns op vliegtickets
Door extra belasting op vliegtickets:
1. verschuift de aanbodlijn verschuift naar boven
2. stijgt de evenwichtsprijs stijgt van pe naar p1
3. daalt de hoeveelheid vliegtickets daalt van Qe naar Q1
4. is het verschil tussen p1 en ps het accijnsbedrag
5. daalt het consumentensurplus met OC + VC

Slide 20 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeeld gevolgen accijns op vliegtickets
Door extra belasting op vliegtickets:
1. verschuift de aanbodlijn verschuift naar boven
2. stijgt de evenwichtsprijs stijgt van pe naar p1
3. daalt de hoeveelheid vliegtickets daalt van Qe naar Q1
4. is het verschil tussen p1 en ps het accijnsbedrag
5. daalt het consumentensurplus met OC + VC
6. daalt het producentensurplus met OA + VA

Slide 21 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeeld gevolgen accijns op vliegtickets
Door extra belasting op vliegtickets:
1. verschuift de aanbodlijn verschuift naar boven
2. stijgt de evenwichtsprijs stijgt van pe naar p1
3. daalt de hoeveelheid vliegtickets daalt van Qe naar Q1
4. is het verschil tussen p1 en ps het accijnsbedrag
5. daalt het consumentensurplus met OC + VC
6. daalt het producentensurplus met OA + VA
7. gaat de accijnsopbrengst naar de overheid voor OC + OA


Slide 22 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeeld gevolgen accijns op vliegtickets
Door extra belasting op vliegtickets:
1. verschuift de aanbodlijn verschuift naar boven
2. stijgt de evenwichtsprijs stijgt van pe naar p1
3. daalt de hoeveelheid vliegtickets daalt van Qe naar Q1
4. is het verschil tussen p1 en ps het accijnsbedrag
5. daalt het consumentensurplus met OC + VC
6. daalt het producentensurplus met OA + VA
7. gaat de accijnsopbrengst naar de overheid voor OC + OA

Uiteindelijk daalt de som van alle surplussen en daarmee de doelmatigheid van de markt.

Slide 23 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

2.3       De overheid stuurt
De laatste manier waarop de overheid ingrijpt in de markt is
het instellen van een productiequotum.

Dit is een door de overheid of een organisatie vastgestelde
limiet op de hoeveelheid van een product die bedrijven 
mogen produceren. Dit wordt vaak gebruikt in markten 
waar overproductie kan leiden tot prijsdalingen en 
inkomensverlies voor producenten.

Een bekend voorbeeld is het melkquotum dat in de EU tot 2015 bestond.
Productiequotum: 
Een door de overheid of een organisatie vastgestelde
limiet op de hoeveelheid van een product die bedrijven
mogen produceren.

Slide 24 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Voorbeeld productiequotum
Als eerste een situatie zonder overheidsingrijpen.
De evenwichtsprijs is € 100 en productie is 50 stuks.

Slide 25 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeeld productiequotum
1. de overheid stelt een productiequotum in van 40.

Slide 26 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeeld productiequotum
1. de overheid stelt een productiequotum in van 40.
2. de evenwichtsprijs stijgt van € 100 naar € 120
3. het consumentensurplus daalt.
4. het consumentensurplus wordt groter.

Slide 27 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeeld productiequotum
1. de overheid stelt een productiequotum in van 40.
2. de evenwichtsprijs stijgt van € 100 naar € 120
3. het consumentensurplus daalt.
4. het consumentensurplus wordt groter.
5. het totale surplus neemt af met de groene driehoek.

Slide 28 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Aan de slag
Maak opgave 15 tot en met 18 op eindexamensite, welvaart en economische politiek.

Slide 29 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.