Week 4 Onderdeel B2: verstandelijk gehandicaptenzorg/ Soorten handicaps

B: verstandelijk gehandicaptenzorg/ 
soorten handicaps
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

B: verstandelijk gehandicaptenzorg/ 
soorten handicaps

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van deze les:
  • kun je vertellen welke soorten handicaps er zijn
  • kun je vertellen wat een verstandelijke beperking is
  • kun je vertellen wat het syndroom van down is.


Slide 2 - Tekstslide

Soorten handicaps
  • Lichamelijke beperking 
  • Verstandelijke bewerking
  • Sociale beperking

Slide 3 - Tekstslide

Lichamelijke beperking

Motorisch gehandicapt:

Iemand kan zijn lichaam niet goed gebruiken. Kan bv. zijn armen of benen niet bewegen. Het kan ook zijn dat hij/zij zijn spieren niet onder controle heeft of misschien wel verlamt.


Zintuigelijk gehandicapt:  

Iemand die niet goed kan zien of horen. Blind/ doof/ kokerblind/ etc.


Gebrek in de organen: (iets aan de organen hebben)

Als iemand geen gezonde nieren heeft, moet een apparaat de functie van de nieren overnemen.

Diabetes, je maakt geen insuline aan, je bent afhankelijk van het injecteren van insuline

Slide 4 - Tekstslide

Verstandelijke beperking


  • Licht verstandelijk beperkt = Iemand kan ongeveer het verstandelijk niveau van een 12 jarige bereiken.
  • Matig verstandelijk beperkt = Iemand kan ongeveer het verstandelijk niveau van een 7 jarige bereiken.
  • Ernstig verstandelijk beperkt = iemand kan ongeveer het verstandelijk niveau van een 3 jarige bereiken.

Slide 5 - Tekstslide

Verstandelijke beperking
Iemand met een verstandelijke handicap of beperking heeft moeite met het begrijpen van bepaalde zaken. 

  • Het verstandelijk niveau heeft zich vanaf zijn geboorte veel langzamer ontwikkeld dan gemiddeld. 
  • Het kan ook gebeuren dat iemand later in zijn of haar leven nog een verstandelijke beperking krijgt, door bv. een ongeluk of ziekte.
  • Leren lezen en rekenen is vaak lastig voor mensen met een verstandelijke beperking.
  • Ze  kunnen vaak wel dingen leren maar het gaat allemaal veel langzamer.

Slide 6 - Tekstslide

   Syndroom van down

Slide 7 - Tekstslide

Sociale beperking

Autisme

Autisme verwante stoornis.

Slide 8 - Tekstslide

Meervoudig gehandicapt
Als iemand meer dan één handicap tegelijk heeft noemen we deze persoon meervoudig gehandicapt. 
Bijvoorbeeld: iemand die verstandelijk beperkt is en ook slechtziend is.

Slide 9 - Tekstslide

Iemand die verlamd is heeft de volgende handicap
A
motorisch
B
ernstige handicap
C
zintuigelijk
D
Autisme

Slide 10 - Quizvraag

Iemand met een niveau van een 12 jarige is
A
Ernstig gehandicapt
B
Matig gehandicapt
C
Licht gehandicapt
D
Motorisch gehandicapt

Slide 11 - Quizvraag

Over wat voor soort handicap gaat het? "Iemand kan moeilijk contact maken met anderen"
A
Zintuigelijk
B
Autisme
C
Verstandelijke beperking
D
functionele beperking

Slide 12 - Quizvraag

Wat houdt meervoudig gehandicapt in?

Slide 13 - Open vraag

Verstandelijk gehandicapt en wonen....

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag 
Blok 7 verstandelijke gehandicaptenzorg
Opdracht 1.1 samen met een klasgenoot
Opdracht 1.2 en 1.3 zelf (in methode)
Opdracht 2 (in methode - LEES DE THEORIE!)
Opdracht 3.1 ( in methode)  3.2 inleveren in classroom 
Opdracht 4 in classroom


Slide 15 - Tekstslide