Motorisch gehandicapt: Iemand kan zijn lichaam niet goed gebruiken. Kan bv. zijn armen of benen niet bewegen. Het kan ook zijn dat hij/zij zijn spieren niet onder controle heeft of misschien wel verlamt.
Zintuigelijk gehandicapt:
Iemand die niet goed kan zien of horen. Blind/ doof/ kokerblind/ etc.
Gebrek in de organen: (iets aan de organen hebben)
Als iemand geen gezonde nieren heeft, moet een apparaat de functie van de nieren overnemen.
Diabetes, je maakt geen insuline aan, je bent afhankelijk van het injecteren van insuline