Allereerst markeren we het stuk tekst waar we moeten zoeken.
Dan strepen we de zoektermen aan waar we mee gaan werken. Denk hierbij aan:
- namen, plaatsen
- alles wat je in een cijfer kunt uitdrukken (de meerderheid), en tijdsaanduidingen (vandaag de dag)
- internationale woorden (discriminatie, autoriteit)
Bij stelling 1 zouden we bijvoorbeeld 'te warm' (meetbare temperatuur) en 'tegenwoordig' (tijdsaanduiding) kunnen markeren.
Zoek naar signaalwoorden.
Daar staat het antwoord in de buurt!