Argumenteren; ethos, pathos en logos

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is blijven hangen?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag
Kort even voorstellen
Intro op de periode
De kunst van het redeneren

Slide 4 - Tekstslide

#Me
Mevrouw Van de Wetering
-> twee kinderen
-> ben in de vakanties in Frankrijk
-> te bereiken via Teams, maar niet om 1 uur 's nachts!
-> oud-journalist en nog steeds gek op kranten, boeken, media, taal, gekke woorden en leuke taalfouten
-> ik kan 6 talen lezen ;)

Slide 5 - Tekstslide

#You
Noteer op een geeltje een feitje over jou.

Bijvoorbeeld iets wat je goed kan en waar je wat aan hebt bij Nederlands.
Of over een taal die je heel goed spreekt en het mooiste woord uit die taal.

Vergeet je naam niet!

Ik neem de kaartjes in en we gaan raden welk geeltje bij wie past.

Slide 6 - Tekstslide

Vandaag
  1. Ik weet wat de retorica is (R)
  2. Ik kan ethos, logos en pathor herkennen (T1) 
  3. Ik kan uitleggen hoe deze overtuigingsmiddelen worden ingezet (T2)
  4. Ik kan het effect daarvan beoordelen (T2)


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 7 - Tekstslide

Hoe overtuig je je ouders om morgen een paar uurtjes te skippen van school?

Slide 8 - Woordweb

De kunst van het redeneren
'Sport' waarbij je moet kunnen overtuigen.

Gelijk hebben is niet hetzelfde als gelijk krijgen!

Slide 9 - Tekstslide

Retorica: de kunst van het overtuigen

Aristoteles: 'ontwikkel de vaardigheid om geschikte overtuigingsmiddelen te vinden en te gebruiken'

Slide 10 - Tekstslide

 3 technieken van een debater
1. ethos
2. pathos
3. logos

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Ethos
Ethos, oftewel je morele persoonlijkheid, is de belangrijkste factor om anderen te overtuigen. Je moet jezelf dus presenteren als iemand die vertrouwd kan worden en die ervaring heeft met het onderwerp. Dat kun je doen door iets te vertellen over je achtergrond of door een blijk te geven van je kennis.

Slide 13 - Tekstslide

Ethos
  • Sterkste overtuigingsmiddel  -> je geloofwaardigheid als persoon
  • Je verwijst naar de eigen kwaliteiten of die van andere autoriteit --> ervaringsargument
  • Hou rekening met (niveau van het) publiek
  • Wees overtuigend en neem je publiek mee


Slide 14 - Tekstslide

Ethos
Wat valt je op aan het ethos van WA in deze toespraak tijdens de corona-crisis?
Is hij geloofwaardig?

Slide 15 - Tekstslide

Geloofwaardigheidsprobleem
Hoe probeert WA zijn geloofwaardigheid terug te krijgen?

Slide 16 - Tekstslide

Pathos
Pathos gaat over de emoties die je bij anderen kunt oproepen. Mensen laten hun oordeel afhangen van de gemoedstoestand waarin ze verkeren; als we vrolijk zijn oordelen we anders dan wanneer we somber zijn.
Het is dus belangrijk te weten wat jouw toehoorders beweegt/interesseert.

Slide 17 - Tekstslide

Pathos
  • Pathos = de emoties
  • Je speelt in op de emoties van je publiek:
  1. je probeert zo het beoordelingsvermogen aan te tasten
  2. pathos doet een beroep op het hart
  • Gebruik maken van voorbeelden, verhalen, beelden
  • Zorg wel dat je de juiste emotie bespeelt: verkeerde pathos kan juist zorgen voor weerstand



Slide 18 - Tekstslide

Pathos
Hoe bespeelt de astronaut Wubbo Ockels de emoties in zijn betoog om zuinig te zijn op de aarde?

Slide 19 - Tekstslide

Logos
  • Logos gaat over de logische opbouw van je argumenten
  • Je probeert je publiek te overtuigen met feiten, argumenten, bewijzen.
  • ->Er moet een rijkeluistax komen, want de rijkste 1 procent van de wereld bezit meer dan de rest van de wereld.
  • Hoe logischer je je argument opbouwt, hoe overtuigender je overkomt


Slide 20 - Tekstslide

Bewijs?
W. Bush gaf een presentatie waar hij 'aantoonde'dat Irak massavernietigingswapens bezat. Zijn rechtvaardiging van de oorlog met Irak. Wat kun je zeggen over zijn logos?

Slide 21 - Tekstslide

Logos
Als spreker moet je de structuur van het betoog logisch vormgeven om overtuigend over te komen. Dat wordt ook wel logos genoemd. Daarbij kun je gebruikmaken van bewijsmateriaal, getuigenissen, statistieken en gegevens en van universele waarheden (geldt voor iedereen).

Slide 22 - Tekstslide

Wat ontbreekt?
'Daarom is geen reden, als je van de trap af valt, ben je snel beneden.
A
Ethos.
B
Logos
C
Pathos

Slide 23 - Quizvraag

Mensen zijn emotioneel beinvloedbaar en gevoelig voor mooie woorden.
A
Ethos en logos
B
Ethos en pathos
C
Logos en pathos
D
Logos en pathos

Slide 24 - Quizvraag

Opdracht

Welk overtuigingsmiddel wordt ingezet?

Leg uit waaraan je dat ziet?

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht
Overleg met elkaar hoe ethos, pathos en logos wordt ingezet.

5 minuten.

Evaluatie: klassikaal nabespreken

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht
Overleg met elkaar hoe ethos, pathos en logos wordt ingezet.

5 minuten.

Evaluatie: klassikaal nabespreken

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Opdracht
We kijken naar een filmpje uit de Tweede Kamer. Wilders clasht hier met de VVD-fractievoorzitter.

Bekijk het filmpje en probeer uit te leggen hoe ethos, pathos en logos worden ingezet.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Lees het artikel. Hoe maakt Geert Wilders gebruik van ethos, pathos en logos?
Probeer dit per techniek in één zin te formuleren.

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Link

Opdracht
Maak opdracht 9: schrijf een korte speech en gebruik ethos, pathos en logos.

Een uur gym per dag zou standaard moeten zijn op school. 

Slide 33 - Tekstslide

Ik begrijp nu wat ethos, pathos en logos inhoudt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll

Instructie 

Slide 35 - Tekstslide

Aan de slag

Slide 36 - Tekstslide

Nabespreking

Slide 37 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

Slide 38 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 39 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 40 - Open vraag