Argumenteren; ethos, pathos en logos

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen A

  1. Ik weet wat de retorica is (R)
  2. Ik kan ethos, logos en pathos herkennen (T1) 
  3. Ik kan uitleggen hoe deze overtuigingsmiddelen worden ingezet (T2)
  4. Ik kan het effect daarvan beoordelen (T2)


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 2 - Tekstslide

Debatteren
'Sport' waarbij je moet kunnen overtuigen.

Gelijk hebben is niet hetzelfde als gelijk krijgen!

Slide 3 - Tekstslide

Retorica: de kunst van het overtuigen

Aristoteles: 'ontwikkel de vaardigheid om geschikte overtuigingsmiddelen te vinden en te gebruiken'

Slide 4 - Tekstslide

 3 technieken van een debater
1. ethos
2. pathos
3. logos

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Ethos
  • Sterkste overtuigingsmiddel  -> je geloofwaardigheid als persoon
  • Je verwijst naar de eigen kwaliteiten of die van andere autoriteit --> ervaringsargument
  • Hou rekening met (niveau van het) publiek
  • Wees overtuigend en neem je publiek mee


Slide 7 - Tekstslide

Ethos
Wat valt je op aan het ethos van WA in deze toespraak tijdens de corona-crisis?
Is hij geloofwaardig?

Slide 8 - Tekstslide

Geloofwaardigheidsprobleem
Hoe probeert WA zijn geloofwaardigheid terug te krijgen?

Slide 9 - Tekstslide

Pathos
  • Pathos = de emoties
  • Je speelt in op de emoties van je publiek:
  1. je probeert zo het beoordelingsvermogen aan te tasten
  2. pathos doet een beroep op het hart
  • Gebruik maken van voorbeelden, verhalen, beelden
  • Zorg wel dat je de juiste emotie bespeelt: verkeerde pathos kan juist zorgen voor weerstand



Slide 10 - Tekstslide

Pathos
Speech Trump bij de Amerikaanse verkiezingen.

Slide 11 - Tekstslide

Logos
  • Logos gaat over de logische opbouw van je argumenten
  • Je probeert je publiek te overtuigen met feiten, argumenten, bewijzen.
  • ->Er moet een rijkeluistax komen, want de rijkste 1 procent van de wereld bezit meer dan de rest van de wereld.
  • Hoe logischer je je argument opbouwt, hoe overtuigender je overkomt


Slide 12 - Tekstslide

Bewijs?
W. Bush gaf een presentatie waar hij 'aantoonde'dat Irak massavernietigingswapens bezat. Zijn rechtvaardiging van de oorlog met Irak.

Slide 13 - Tekstslide

In de praktijk: ethos
Ethos, oftewel je persoonlijkheid, is de belangrijkste factor om anderen te overtuigen. Je moet jezelf dus presenteren als iemand die vertrouwd kan worden en die ervaring heeft met het onderwerp. Dat kun je doen door iets te vertellen over je achtergrond of door een blijk te geven van je kennis.

Slide 14 - Tekstslide

In de praktijk: pathos
Pathos gaat over de emoties die je bij anderen kunt oproepen. Mensen laten hun oordeel afhangen van de gemoedstoestand waarin ze verkeren; als we vrolijk zijn oordelen we anders dan wanneer we somber zijn.
Het is dus belangrijk te weten wat jouw toehoorders beweegt/interesseert.

Slide 15 - Tekstslide

In de praktijk: logos
Als spreker moet je de structuur van het betoog logisch vormgeven om overtuigend over te komen. Dat wordt ook wel logos genoemd. Daarbij kun je gebruikmaken van bewijsmateriaal, getuigenissen, statistieken en gegevens en van universele waarheden (geldt voor iedereen).

Slide 16 - Tekstslide

Wat ontbreekt?
'Daarom is geen reden, als je van de trap af valt, ben je snel beneden.
A
Ethos.
B
Logos
C
Pathos

Slide 17 - Quizvraag

Mensen zijn emotioneel beinvloedbaar en gevoelig voor mooie woorden.
A
Ethos en logos
B
Ethos en pathos
C
Logos en pathos
D
Logos en pathos

Slide 18 - Quizvraag

Opdracht
Maak opdracht 9: Ga verder met het schrijven van je speech. Jullie gaan de speeches daarna uitvoeren in groepjes van 4.


Slide 19 - Tekstslide

Ik begrijp nu wat ethos, pathos en logos inhoudt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll