1.3 Je inkomsten en uitgaven

1.3 Je inkomsten en uitgaven
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

1.3 Je inkomsten en uitgaven

Slide 1 - Tekstslide

1.2 Hoe word jij beïnvloed?
Marketingmix

  1. Productbeleid
  2. Prijsbeleid
  3. Plaatsbeleid
  4. Promotiebeleid
  5. Personeelsbeleid
  6.  Presentatiebeleid
Blz 16
9

Slide 2 - Tekstslide

NIBUD
Nibud = Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting

  • onderzoek naar inkomsten en uitgaven van mensen
  • advies geven over omgaan met geld

Slide 3 - Tekstslide

1.3 Je inkomsten en uitgaven (deel 1)
  • Budgetteren
  • Het op elkaar afstemmen van je inkomsten en uitgaven
  • Begroting
  • Een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode

Slide 4 - Tekstslide

1.3 Je inkomsten en uitgaven (deel 1)
Inkomsten
€    
Uitgaven
€   
Loon
1.250
Boodschappen
400
Huurtoeslag
340
Huur
1.050
Rente
5
Kleding
125
Totaal
€ 1.595
Totaal
€ 1.575
  • Overschot €20
Bladzijde draaien: er moet links en rechts nog iets naast geschreven kunnen worden

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

1.3 Je inkomsten en uitgaven (deel 1)
Inkomsten
€    
Uitgaven
€   
Loon
1.250
Boodschappen
400
Huurtoeslag
340
Huur
1.050
Rente
5
Kleding
125
Totaal
€ 1.595
Totaal
€ 1.575
  • Soorten inkomens:
  • Inkomen uit arbeid
  • Overdrachtsinkomen
  • Inkomen uit bezit
  • Inkomen in natura (niet in geld, maar met goederen of diensten)

Slide 7 - Tekstslide

1.3 Je inkomsten en uitgaven (deel 1)
Inkomsten
€    
Uitgaven
€   
Loon
1.250
Boodschappen
400
Huurtoeslag
340
Huur
1.050
Rente
5
Kleding
125
Totaal
€ 1.595
Totaal
€ 1.575
  • Soorten Uitgaven:
  • Dagelijkse uitgaven
  • Vaste lasten
  • Incidentele uitgaven

Slide 8 - Tekstslide

1.3 Je inkomsten en uitgaven (deel 2)
Voor de incidentele uitgaven kun je het beste geld reserveren
  • Geld opzij zetten waarvan je later bepaalde uitgaven kunt betalen

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
Maak in stilte en voor jezelf opgave 9 en 10 op pagina 21
Jullie krijgen hiervoor 5 minuten

Slide 10 - Tekstslide

1.3 Je inkomsten en uitgaven (deel 2)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Reserveren
Reservering per maand                        = Bedrag dat je nodig hebt
                                                                                      aantal maanden

Voorbeeld:
Sophie wil over twee jaar een scooter van € 1.800 kopen.
Hoeveel moet ze per maand reserveren?
€ 1.800 : 24 = € 75 per maand reververen.

Slide 15 - Tekstslide

Aan het werk
Afmaken:
Opgave 2 t/m 11
paragraaf 1.3
Pagina 18 t/m 21

timer
8:00

Slide 16 - Tekstslide