In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Oefentoets omgangskunde
Oefentoets omgangskunde dementie periode 2.1
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een sensor ordening systeem?
Slide 2 - Open vraag
Filter voor dynamische prikkels.
Kenmerken verdwaalde ik
Slide 3 - Woordweb
Desoriëntatie tijd, plaats en persoon
Slide 4 - Video
Hersenlaag 3 en 4
Slide 5 - Video
Hersenlaag 1 en 2
Denken
Kiezen
Sorteren
Ordenen + koppelen basale emotie
Hersenlaag 1
Hersenlaag 2
Hersenlaag 3
Hersenlaag 4
Slide 6 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat gebeurd met het geheugen van een dementerend iemand?
Slide 7 - Open vraag
Er worden geen nieuwe plaatjes en ervaringen meer opgeslagen. De bestaande plaatjes en ervaringen gaan verdwijnen.
Bij een dementerende gaan hersenlaag 3 en 4 op een gegeven moment niet of nauwelijks meer functioneren. Hoeveel jaar duurt dit gemiddeld?
A
2
B
7
C
9
D
11
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Statische prikkels verwerken lukt bij dementerenden steeds minder
Statische prikkels verwerken lukt een dementerende steeds minder. Er kan steeds minder betekenis aan een situatie gekoppeld worden door het ontbreken van herinneringen (plaatje en ervaring). Eerste wat niet meer lukt, daarna pas dynamische prikkels.
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wanneer stoppen automatische beweegpatronen bij dementie?
Slide 10 - Open vraag
Hij zich in een onherkenbare omgeving bevind. Hij geconfronteerd wordt met onbekende producten.
Statische prikkels worden verwerkt in het rationale, denkende brein. Het zijn prikkels die stilstaan en/of geluidloos zijn, zoals een vaas, een kop en schotel of een gebouw zoals de Eiffeltoren.
Dynamische prikkels worden verwerkt in het emotionele, gevoelensbrein. Dit zijn prikkels met geuren, geluiden en alles wat beweegt. Denk hierbij aan muziek, langsrijdende auto’s of huisdieren.
Slide 11 - Tekstslide
Er is een goed onderscheid te maken tussen twee soorten prikkels: dynamische en de statische prikkels. Statische prikkels zijn moeilijker te verwerken in de hersenen dan dynamische. Statische prikkels worden verwerkt in het rationale, denkende brein.
Liefst dynamisch en korte zinnen gebruiken bij dementie.
Amandelkern
Slide 12 - Woordweb
Laag 1 en 2, zorgt voor vechten of vluchten.
Geen discussie aangaan, slaat anders aan.
Bij aanslaan lastig te corrigeren, slaat aan bij vragen wat iemand niet kan.
Oplossen met empathie.
Fase 1 Bedreigde ik
Slide 13 - Open vraag
Moeite met onthouden/organiseren
Vergeten handelingen uit te voeren
schaamte en angst
Fase 2 Verdwaalde ik
Slide 14 - Open vraag
Steeds meer desoriëntatie in tijd, plaats en persoon. Komt zoekend over.
Gevoel wat je ziet benoemen, empatie.
Fase 3 Verborgen ik
Slide 15 - Open vraag
ritmische herhalingen
maakt zelf geen contact, gevoelsleven minder gevarieerd en wel emotie maar moeilijk onder woorden te brengen.