Rekenen 13 januari

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze kaartjes moeten in de volgende slide op volgorde van klein naar groot gezet worden. Gebruik eventueel een kladblaadje of kladschrift.
Tip: Reken alles om in procenten.

Slide 2 - Tekstslide

4824
Sleep de kaartjes van klein naar groot.
0,4
52 %
     deel

Slide 3 - Sleepvraag

Dit was het juiste antwoord.
Dit staat gelijk aan 40 %.
Dit staat gelijk aan 50 %.
Dit staat gelijk aan 52 %.  

Slide 4 - Tekstslide

Deze kaartjes moeten in de volgende slide op volgorde van klein naar groot gezet worden. Gebruik eventueel een kladblaadje of kladschrift.
Tip: Reken alles om in kommagetallen.

Slide 5 - Tekstslide

Sleep de kaartjes van klein naar groot.
103
40 %
0,380

Slide 6 - Sleepvraag

Dit was het juiste antwoord.
Dit staat gelijk aan 0,300.
Dit staat gelijk aan 0,380.
Dit staat gelijk aan 0,400.  

Slide 7 - Tekstslide

Deze kaartjes moeten in de volgende slide op volgorde van klein naar groot gezet worden. Gebruik eventueel een kladblaadje of kladschrift.
Tip: Reken alles om in percentages.

Slide 8 - Tekstslide

Sleep de kaartjes van klein naar groot.
83
0,33
38 %

Slide 9 - Sleepvraag

Dit was het juiste antwoord.

Dit staat gelijk aan 33%.
Dit staat gelijk aan 37,5%.
Dit staat gelijk aan 38%.  
41
= 25%
= 12,5 %, dus  
81
83
= 37,5%

Slide 10 - Tekstslide

Bedenk hoeveel delen verf je nodig hebt om oranje verf te maken.

Je kunt een verhoudingstabel tekenen om het uit te rekenen.

Slide 11 - Tekstslide

Je had het zo kunnen doen:
8 delen
1 deel
3 delen
5 delen
1000 ml
125 ml
375 ml
625 ml
Of zo:

Slide 12 - Tekstslide