Je leert verhoudingen van mengsels uit te rekenen.
Slide 6 - Tekstslide
Uitleg theorie
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
01:06
Hoeveel delen limonade hadden we?
Slide 9 - Open vraag
01:43
Zet in de juiste volgorde
a
b
c
d
e
Zoek de verhoudingen
Maak een verhoudingstabel
Bereken het totaal
Plaats de "1" en de pijlen
Bereken de rest
Slide 10 - Sleepvraag
02:53
Waarom staan hier puntjes in de tabel?
Slide 11 - Open vraag
Je kan het!
Enkele oefeningen...
Slide 12 - Tekstslide
Welk netje sinaasappels is in verhouding goedkoper?
A
Het linkernetje
B
Het rechternetje
Slide 13 - Quizvraag
de verhouding van 3 en 9 is
A
9
B
1:3
C
1:2
D
1/3
Slide 14 - Quizvraag
€70 in de verhouding 9:1 is
A
70:1
B
63:7
C
7:63
D
1:70
Slide 15 - Quizvraag
De verhouding 4:5 (4 staat tot 5) is hetzelfde als de breuk
Bij welk antwoorden is de verhouding gelijk als bij 4:5? (Pas op: meerdere antwoorden zijn goed)
54
A
5:4
B
14:15
C
8:10
D
12:15
Slide 16 - Quizvraag
Je mengt 3 delen rode verf met 5 delen blauwe verf, dan krijg je?
A
7 delen paarse verf
B
8 delen paarse verf
C
8 delen groene verf
D
7 delen roze verg
Slide 17 - Quizvraag
Ik verdeel 70 pennen tussen Gijs en Thijs. In de verhouding Gijs 2:5 Thijs. Bereken hoeveel pennen Thijs krijgt?
A
50
B
20
C
35
D
Anders.
Slide 18 - Quizvraag
Bij de boekhandel waren 6 van de 33 bestelde boeken nog niet binnen.
Welke verhouding hoort daarbij?
A
2 op de 3
B
3 op de 15
C
2 op de 11
D
3 op de 9
Slide 19 - Quizvraag
Quiz-vraag 13 (1P)
Op een fruitschaal liggen mango's, perziken, ananassen en meloenen in de verhouding 5 : 8 : 3 : 1. Er zijn 21 perziken meer dan mango's. Hoeveel ananassen liggen er?
A
17
B
21
C
63
D
119
Slide 20 - Quizvraag
Bij de boekhandel waren 6 van de 39 bestelde boeken nog niet binnen.
Welke verhouding hoort daarbij?
A
2 op de 3
B
3 op de 13
C
2 op de 11
D
3 op de 9
Slide 21 - Quizvraag
5. In een fabriek worden 3500 tomaten gesorteerd in klein en groot. De verhouding aantal kleine tomaten : aantal grote tomaten is 2 : 3. Van de kleine tomaten wordt puree gemaakt, van de grote ketchup. Hoeveel tomaten zijn er voor de ketchup?
A
500
B
700
C
1400
D
2100
Slide 22 - Quizvraag
Jordi maakt paarse verf. Hij mengt 5 delen blauw, 7 delen rood en twee delen zwart. Welke breuk hoort bij rood?
A
127
B
147
C
57
D
21
Slide 23 - Quizvraag
Jordi maakt paarse verf. Hij mengt 5 delen blauw, 7 delen rood en twee delen zwart. Welke breuk hoort bij zwart?
A
122
B
142
C
71
D
21
Slide 24 - Quizvraag
Zet de tabel in elkaar.
Mirte maakt groene verf. Zij mengt daarvoor 3 delen blauw en 5 delen geel.
blauw
geel
totaal
3
5
8
1
...
...
100 %
37,5 %
62,5 %
Slide 25 - Sleepvraag
Mirte maakt groene verf. Zij mengt daarvoor 3 delen blauw en 5 delen geel. Ze heeft nog een halve liter gele verf. Blauw heeft ze nog genoeg. Hoeveel milliliter groene verf kan zij maken. Maak een tabel in je schrift + berekening. Hier uploaden.
Slide 26 - Open vraag
Hoeveel procent van de verdunning bestaat uit water?
Slide 27 - Open vraag
Je kunt zelf beton maken. Je gebruikt van: 2 delen cement 4 delen zand 6 delen grind 1 deel water Een zak cement heeft een inhoud van 25 liter. Hoeveel liter beton krijg je wanneer je deze zak geheel gebruikt en de rest in de verhouding toevoegt?
Slide 28 - Open vraag
Je kunt zelf beton maken. Je gebruikt van: 2 delen cement 4 delen zand 6 delen grind 1 deel water Uit hoeveel procent cement bestaat beton?
Slide 29 - Open vraag
Aan de slag
72 t/m 76, 79 en 80
Slide 30 - Tekstslide
Lesafsluiting
Met de volgende opgave kun je laten zien dat wat je geleerd hebt vandaag ook kunt!
Klaar voor de quiz?
Slide 31 - Tekstslide
Zet de tabel in elkaar.
Mirte maakt groene verf. Zij mengt daarvoor 3 delen blauw en 5 delen geel.