Nederlands Thema 7 woordenschat

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Nederlands Thema 7: Geld woordenschat

Waar denk je aan bij het woord: geld?
maximaal 3 antwoorden

Lesdoel

We gaan oefenen voor het woordenschat SO. 

Wat betekent het woord: contant

1. dat je gaat pinnen
2. briefgeld en muntgeld

Zoek een plaatje op internet, dat past bij het woord: contant

Maak een zin met het woord: contant

Wat krijg je vaak als je een product koopt dat kapot is en jij de bon nog hebt?

1. een verzekering
2. garantie

Wat moet je betalen aan de overheid?

1. belasting
2. verzekering

Uitleg over belasting 

Filmpje met extra uitleg over belasting 

https://schooltv.nl/video-item/wat-is-belasting-geld-voor-de-staat 

Wat is een factuur?

1. Overzicht waarop staat wat je ontvangt of uitgeeft.
2. Factuur is een ander woord voor rekening

Zoek een plaatje van een factuur op.

Wat betekent financieel?

1. iets dat met geld te maken heeft
2. dat heeft met eten te maken.

Wat heeft iemand die geld van de bank heeft geleend?

1. een uitkering
2. een verzekering
3. een lening

Wat kun je afsluiten waardoor je bijvoorbeeld de kosten van medicijnen vaakt niet zelf hoeft te betalen?

1. de garantie
2. een verzekering
3. uitkering

Leg nu in je eigen woorden uit wat het woord verzekering betekent.

Wat betekent: garantie

1. Dat iets binnen een bepaalde periode gratis gemaakt kan worden.
2. Dat je binnen een bepaalde periode je geld terug kan krijgen.

Op welke 3 producten zit vaak garantie?

Wat betekent het woord: inkomen

1. het geld wat je uitgeeft
2. het geld dat je krijgt met werken of als uitkering.

Maak een zin met het woord: inkomen

Wat betekent het woord: uitgave

1. het geld wat je krijgt
2. het geld wat je uitgeeft

Maak een zin met het woord: uitgave

Wat is jouw top 3 van uitgave?

Zoek een plaatje waar jij het meeste geld aan uitgeeft.

Wat krijg je van de overheid als je niet kunt werken?

1. een belasting
2. een lening
3. een uitkering

Wat betekent het woord: de lening

1. Een geldbedrag dat je van iemand krijgt en dat je in de toekomst weer moet terug betalen.
2. Geld dat je krijgt voor werk.

Wat betekent het woord: de uitkering

1. Het geld dat je van de overheid krijgt omdat je niet kunt werken, bijvoorbeeld omdat je lang ziek bent geweest.
2. Het geld dat je aan de overheid moet betalen.

Wat betekent het woord: de verzekering

1. Een afspraak waarbij je meestal maandelijks geld betaalt aan een bedrijf. Dat bedrijf betaalt bij ziekte of schade
2. Een afspraak die gratis is. Wanneer je telefoon dan valt, dan wordt het betaald.

Leg nu in je eigen woorden uit wat het woord verzekering betekent.

Hoe noem je het geld dat je krijgt voor het werk dat je hebt gedaan?

1. het inkomen
2. de uitgave

Wat vond je van deze les?

😒🙁😐🙂😃