H10 - Negatie
1 / 13
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Tekstslide
Schrijf deze zin in de negatie:
Ik studeer elke donderdag.
Ik studeer elke donderdag.
Slide 4 - Open vraag
Schrijf deze zin in de negatie:
Nederlands is makkelijk.
Nederlands is makkelijk.
Slide 5 - Open vraag
Schrijf deze zin in de negatie:
Ik schrijf zinnen in de negatie.
Ik schrijf zinnen in de negatie.
Slide 6 - Open vraag
Schrijf deze zin in de negatie:
Ik werk.
Ik werk.
Slide 7 - Open vraag
Schrijf deze zin in de negatie:
Vandaag studeer ik.
Vandaag studeer ik.
Slide 8 - Open vraag
Schrijf deze zin in de negatie:
Ik heb een mooie fiets.
Ik heb een mooie fiets.
Slide 9 - Open vraag
Schrijf deze zin in de negatie:
Ik werk thuis vandaag.
Ik werk thuis vandaag.
Slide 10 - Open vraag
Schrijf deze zin in de negatie:
Vrijdag heb ik gefeest.
Vrijdag heb ik gefeest.
Slide 11 - Open vraag
Schrijf deze zin in de negatie:
Ik drink verse thee.
Ik drink verse thee.
Slide 12 - Open vraag
Schrijf deze zin in de negatie:
Ik doe vandaag boodschappen.
Ik doe vandaag boodschappen.
