Reanimatie

Reanimeren en defibrilleren (volwassene)
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
zorgHoger onderwijs

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Reanimeren en defibrilleren (volwassene)

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog over reanimatie?
1.Wat heb je onthouden?
2.Welke vaardigheid heb je geoefend?
3.Heb je daar nog vragen over?

Slide 2 - Tekstslide

Aan het eind van les:
  • Kun je vertellen hoe en wanneer je een reanimatie uitvoert
  • Kun jij vertellen hoe en wanneer je de AED inzet
  • Heb je geoefend met het reanimeren van een volwassene

Slide 3 - Tekstslide

Cijfers hartstilstand en reanimatie 
I


Dagelijks krijgen ongeveer 30 mensen in België een hartstilstand buiten het ziekenhuis. Slechts 5 à 10% overleeft dit. Door binnen 3 tot 5 minuten te starten met de reanimatie en door een automatische externe defibrillator (AED) te gebruiken, verhoog je de overlevingskans van het slachtoffer tot 70%.

Slide 4 - Tekstslide

Feiten Nederlandse reanimatieraad

  • Burgerhulpverleners zijn vaak sneller ter plaatse dan de ambulance. De overlevingskans is het grootst wanneer iemand binnen 6 minuten ter plaatse is, start met reanimeren en eventueel AED aansluit.
  • De overlevingskans bij een hartstilstand buiten het ziekenhuis is bijna 1 op 4: van de 100 mensen die worden gereanimeerd overleven 20 tot 25 personen.
  • Als de doorbloeding van de hersenen langer dan een paar minuten stopt, kan hersenschade ontstaan die niet meer herstelt. Daarom is het belangrijk dat iemand met een hartstilstand zo snel mogelijk gereanimeerd wordt.

Slide 5 - Tekstslide

Harde cijfers:
• Eén Belg op twee (50%) weet wat een Automatische Externe
Defibrillator (AED) is maar een grote meerderheid van hen
(70.4%) weet niet hoe die te gebruiken.
• Meer dan de helft van de Belgen (56%) weet niet hoe een
AED eruitziet omdat ze er nog nooit eentje hebben gezien.
• Slechts 29% van de Belgen weet dat een AED door elke
burger kan worden gebruikt.
• Eén Belg op twee (51.5%) zou bereid zijn levensreddende
handelingen te stellen na een korte opleiding.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is volgens jou de volgorde bij een reanimatie?

Slide 7 - Open vraag

Test je kennis
Ga naar:
https://www.hartstichting.nl/help-mee-met-tijd/reanimatie

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Hoe ging de test?

Slide 10 - Tekstslide

AED
Een Automatische Externe Defibrillator (AED) is een draagbaar apparaat dat het hartritme weer kan herstellen bij een hartstilstand. Dit gebeurt door het geven van een elektrische schok. 

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Bekijk de video en beantwoord de vragen die later in beeld verschijnen.

Slide 12 - Tekstslide

7

Slide 13 - Video

01:01
Welke eerste stap binnen reanimatie herken je hier?

Slide 14 - Open vraag

02:02
Wat controleer je bij de 2e stap binnen reanimatie?

Slide 15 - Open vraag

02:09
Wat gebeurt hier?

Slide 16 - Open vraag

02:35
Hoeveel borstcompressies dien je toe?
A
15
B
20
C
30
D
25

Slide 17 - Quizvraag

03:16
Hoeveel beademingen dien je toe na de borstcompressies

Slide 18 - Open vraag

04:28
Hier wordt het gebruik van een ... nagebootst. Indien beschikbaar ga je deze altijd inschakelen.

Slide 19 - Open vraag

05:15
Wat is het nummer van de hulpdiensten die je belt?
A
911
B
112
C
100
D
0900-8844

Slide 20 - Quizvraag

Waarop ligt de nadruk bij reanimatie?
A
Beademen
B
Borstcompressies
C
Bewustzijn controleren
D
Bloedsomloop controleren

Slide 21 - Quizvraag

Wat moet je NIET doen voor je met het reanimeren start?
A
112 bellen
B
De ademhaling en het bewustzijn controleren
C
Huisdieren opsluiten, de voordeur open zetten en het licht aan doen
D
Het slachtoffer naar de begane grond verplaatsen

Slide 22 - Quizvraag

Hoe lang moet de ademhaling van het slachtoffer gecontroleerd worden?
A
10 seconden
B
5 seconden
C
Tot je zeker bent van wel of geen ademhaling
D
Tot de AED er is

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de goede verhouding tussen borstcompressies/beademingen?
A
20/5
B
30/2
C
2/30
D
15/2

Slide 24 - Quizvraag

Hoe diep dient het borstbeen ongeveer ingeduwd te worden tijdens een reanimatie?
A
5 cm diep
B
5-6 cm diep (maar niet meer dan 6 cm)
C
4 cm diep

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de frequentie van de borstcompressies?
A
30 keer in 1 minuut
B
100-120 keer per minuut
C
Zo snel als je kan
D
Maximaal 100 keer per minuut

Slide 26 - Quizvraag

Techniek: Mond-op-mond beademing geven
1.
2.
3.
Plaats de afbeeldingen in de juiste volgorde.

Slide 27 - Sleepvraag

Hoeveel lucht moet je inblazen bij mond-op-mond beademing?
A
Zoveel als je kan
B
Zoveel dat de borstkas omhoog komt

Slide 28 - Quizvraag

Plaats de afbeelding bij de juiste uitleg.
Activeer de AED en volg de gesproken aanwijzingen.
Kleef de twee elektroden op de ontblote borstkas op die plaatsen die op de verpakking zijn aangegeven (een elektrode onder de linkeroksel en een elektrode onder het rechtersleutelbeen).
Wees er zeker van dat niemand het slachtoffer aanraakt terwijl de AED de analyse van het hartritme uitvoert. Als het toestel aangeeft dat een elektrische schok aangewezen is wees ook dan zeker dat niemand het slachtoffer aanraakt
Hervat na de schok onmiddellijk de reanimatie. Als het toestel aangeeft dat een elektrische schok niet aangewezen is hervat dan onmiddellijk reanimatie. Ga verder zoals aangegeven door de gesproken instructies. 

Slide 29 - Sleepvraag

Slide 30 - Link

Alles op een rij

Slide 31 - Tekstslide

Oefenen

Slide 32 - Tekstslide

Borstcompressies
  • Handen midden op borstkas
  • Indrukken borstbeen 5-6 cm
  • Frequentie 100-120/min
  • Gelijkmatig indrukken en omhoog komen
  • Laat volledig omhoogkomen

Slide 33 - Tekstslide

Mond-op-mond beademing
  • Open de luchtweg
  • Lippen rond de mond
  • Knijp de neus dicht
  • Blaas rustig in tot de borstkas
    omhoog komt
  • Onderbreek borstcompressies niet langer dan 10 seconden

Slide 34 - Tekstslide

Inzet AED
  • Volg de instructies van de AED
  • Natte huid droogmaken
  • Plakplaats elektroden zn. scheren 
  • Elektroden naast pacemaker/ICD

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Noem drie dingen die je hebt geleerd over reanimatie

Slide 38 - Open vraag

Vertel in eigen woorden:
  • Hoe en wanneer je een reanimatie uitvoert?
  • Hoe en wanneer je de AED inzet?

  • Heb je nog leervragen over het reanimeren van een volwassene?

Slide 39 - Tekstslide