In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Planning vandaag:
Terugblik vorige les
Leerdoelen
Theorie reanimatie volwassene
Reanimatie oefenen
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je nog van de vorige les?
1.Wat heb je onthouden?
2.Welke vaardigheid heb je geoefend?
3.Heb je daar nog vragen over?
Slide 3 - Tekstslide
Aan het eind van les:
Kun je vertellen hoe en wanneer je een reanimatie uitvoert
Kun jij vertellen hoe en wanneer je de AED inzet
Heb je geoefend met het reanimeren van een volwassene
Slide 4 - Tekstslide
Cijfers hartstilstand en reanimatie (hartstichting.nl)
In gemiddeld 70% van de gevallen vindt een reanimatie thuis plaats. De rest is op straat, in een openbaar gebouw of tijdens sport of ontspanning ergens anders.
Enkele feiten over reanimatie uit onderzoeken in Nederland op een rij:
in Nederland zijn er 8.000 reanimaties per jaar buiten het ziekenhuis
in ruim 75% van de gevallen zijn er omstanders die het slachtoffer reanimeren. Dit gebeurt dan al voor de komst van de ambulance
gemiddelde leeftijd van iemand met een hartstilstand is 67 jaar
de overlevingskans bij een hartstilstand is gemiddeld 23%
Slide 5 - Tekstslide
Feiten Nederlandse reanimatieraad
Burgerhulpverleners zijn vaak sneller ter plaatse dan de ambulance. De overlevingskans is het grootst wanneer iemand binnen 6 minuten ter plaatse is, start met reanimeren en eventueel AED aansluit.
De overlevingskans bij een hartstilstand buiten het ziekenhuis is bijna 1 op 4: van de 100 mensen die worden gereanimeerd overleven 20 tot 25 personen.
Als de doorbloeding van de hersenen langer dan een paar minuten stopt, kan hersenschade ontstaan die niet meer herstelt. Daarom is het belangrijk dat iemand met een hartstilstand zo snel mogelijk gereanimeerd wordt.
Slide 6 - Tekstslide
Wat is volgens jou de volgorde bij een reanimatie?
Een Automatische Externe Defibrillator (AED) is een draagbaar apparaat dat het hartritme weer kan herstellen bij een hartstilstand. Dit gebeurt door het geven van een elektrische schok. Op deze pagina
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht
Bekijk de video en beantwoord de vragen die later in beeld verschijnen.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
01:01
Welke eerste stap binnen reanimatie herken je hier?
Slide 14 - Open vraag
02:02
Wat controleer je bij de 2e stap binnen reanimatie?
Slide 15 - Open vraag
02:09
Wat gebeurt hier?
Slide 16 - Open vraag
02:35
Hoeveel borstcompressies dien je toe?
A
15
B
20
C
30
D
25
Slide 17 - Quizvraag
03:16
Hoeveel beademingen dien je toe na de borstcompressies
Slide 18 - Open vraag
04:28
Hier wordt het gebruik van een ... nagebootst. Indien beschikbaar ga je deze altijd inschakelen.
Slide 19 - Open vraag
05:15
Wat is het nummer van de hulpdiensten die je belt?
A
911
B
112
C
100
D
0900-8844
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Video
Waarop ligt de nadruk bij reanimatie?
A
Beademen
B
Borstcompressies
C
Bewustzijn controleren
D
Bloedsomloop controleren
Slide 22 - Quizvraag
Wat moet je NIET doen voor je met het reanimeren start?
A
112 bellen
B
De ademhaling en het bewustzijn controleren
C
Huisdieren opsluiten, de voordeur open zetten en het licht aan doen
D
Het slachtoffer naar de begane grond verplaatsen
Slide 23 - Quizvraag
Hoe lang moet de ademhaling van het slachtoffer gecontroleerd worden?
A
10 seconden
B
5 seconden
C
Tot je zeker bent van wel of geen ademhaling
D
Tot de AED er is
Slide 24 - Quizvraag
Wat is de goede verhouding tussen borstcompressies/beademingen?
A
20/5
B
30/2
C
2/30
D
15/2
Slide 25 - Quizvraag
Hoe diep moet de borstkas ingedrukt worden bij borstcompressies?
A
10 cm
B
4-5 cm
C
5-6 cm
D
Op het gevoel
Slide 26 - Quizvraag
Wat is de frequentie van de borstcompressies?
A
30 keer in 1 minuut
B
100-120 keer per minuut
C
Zo snel als je kan
D
Maximaal 100 keer per minuut
Slide 27 - Quizvraag
Hoeveel lucht moet je inblazen bij mond-op-mond beademing?
A
Zoveel als je kan
B
Zoveel dat de borstkas omhoog komt
Slide 28 - Quizvraag
www.rodekruis.nl
Slide 29 - Link
Alles op een rij
Slide 30 - Tekstslide
Oefenen
Slide 31 - Tekstslide
Borstcompressies
Handen midden op borstkas
Indrukken borstbeen 5-6 cm
Frequentie 100-120/min
Gelijkmatig indrukken en omhoog komen
Laat volledig omhoogkomen
Slide 32 - Tekstslide
Mond-op-mond beademing
Open de luchtweg
Lippen rond de mond
Knijp de neus dicht
Blaas rustig in tot de borstkas omhoog komt
Onderbreek borstcompressies niet langer dan 10 seconden
Slide 33 - Tekstslide
Inzet AED
Volg de instructies van de AED
Natte huid droogmaken
Plakplaats elektroden zn. scheren
Elektroden naast pacemaker/ICD
Slide 34 - Tekstslide
Noem drie dingen die je hebt geleerd over reanimatie
Slide 35 - Open vraag
Vertel in eigen woorden:
Hoe en wanneer je een reanimatie uitvoert?
Hoe en wanneer je de AED inzet?
Heb je nog leervragen over het reanimeren van een volwassene?