DHA1A K3 Schule Regels Der, Die en das en meervoud

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

der / die / das

Leerdoel

1e les.) Je kent de hoofdregels voor het geslacht van zelfstandige naamwoorden en past deze toe.

2e les.) Je kent de hoofdregels voor het vormen van het meervoud en past deze toe.

Video in de methode

de dagen, maanden en jaargetijden van het jaar.

VB: der Montag, der Februar, der Sommer

Klasse

1. der
2. die
3. das

Junge

1. die
2. der
3. das

Kind

1. die
2. der
3. das

Mädchen

1. das
2. die
3. der

Onkel

1. die
2. der
3. das

Lehrerin

1. der
2. das
3. die

Klassenarbeit

1. das
2. der
3. die

Kater

1. die
2. das
3. der

Opa

1. der
2. die
3. das

Pferd

1. das
2. die
3. der

Buch

1. die
2. das
3. der

HAVO + VWO

01:33

En bij meervoud is het lidwoord in het Duits altijd:

01:56

Woorden die eindigen op -er/ -el/ - en/ -chen of -lein krijgen in het meervoud?

02:00

Wat is het meervoud van 'das Messer'?

1. das
2. der
3. die

02:21

Wanneer het zelfstandignaamwoord eindigt op een --e dan komt er in het meervoud een ____ bij

02:53

De meeste mannelijke (der) en onzijdige (das) eindigen in het meervoud meestal op een ____?

03:21

Wanneer komt er een Umlaut(") bij het meervoud van der en das woorden?

1. bij a, o, u
2. bij a, e, o,
3. bij a, e, i, o, u
4. bij o, u

03:32

Bij de meeste vrouwelijke woorden (die) eindigt het meervoud op?

Mehrzahl von 'Klasse'

1. Klasse
2. Klassen
3. Klassenen

Mehrzahl von 'Onkel'

1. Onkels
2. Onkelen
3. Onkel

Mehrzahl von 'Mädchen'

1. Mädchens
2. Mädchen
3. Mädchenen

Mehrzahl von 'Sohn'

1. Sohne
2. Sohns
3. Söhne

Mehrzahl von 'Schule'

1. Schulen
2. Schule
3. Schuls

Mehrzahl 'Heft'

1. Heften
2. Hefte
3. Heftens

Mehrzahl "Opa'

1. Opan
2. Opaen
3. Opas

vrouwelijke personen, dieren en woorden met de uitgang -e, -ung, -heit, -keit, krijgen het lidwoord..

1. ...die
2. ...der
3. ...das

Mannelijke personen en dieren krijgen het lidwoord ...

1. ...das
2. ...die
3. ...der

Nederlandse onzijdige woorden krijgen meestal in het Duits het lidwoord....

1. ...der
2. ...das
3. ...die

Hoe vorm je het meervoud bij mannelijke zelfstandige naamwoorden?

Hoe vorm je het meervoud van vrouwelijke zelfstandige naamwoorden?

Hoe vorm je het meervoud van onzijdige zelfstandige naamwoorden?

Bedankt!....

.... en een fijne dag toegwenst!