DHA1A Schule Regels Der, Die en das en meervoud

der / die / das
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

der / die / das

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
1e les.) Je kent de hoofdregels voor het geslacht van zelfstandige naamwoorden en past deze toe.
2e les.) Je kent de hoofdregels voor het vormen van het meervoud en past deze toe.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Klasse
A
der
B
die
C
das

Slide 8 - Quizvraag

Junge
A
die
B
der
C
das

Slide 9 - Quizvraag

Kind
A
die
B
der
C
das

Slide 10 - Quizvraag

Mädchen
A
das
B
die
C
der

Slide 11 - Quizvraag

Onkel
A
die
B
der
C
das

Slide 12 - Quizvraag

Lehrerin
A
der
B
das
C
die

Slide 13 - Quizvraag

Klassenarbeit
A
das
B
der
C
die

Slide 14 - Quizvraag

Kater
A
die
B
das
C
der

Slide 15 - Quizvraag

Opa
A
der
B
die
C
das

Slide 16 - Quizvraag

Pferd
A
das
B
die
C
der

Slide 17 - Quizvraag

Buch
A
die
B
das
C
der

Slide 18 - Quizvraag

HAVO + VWO

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Mehrzahl von 'Klasse'
A
Klasse
B
Klassen
C
Klassenen

Slide 26 - Quizvraag

Mehrzahl von 'Onkel'
A
Onkels
B
Onkelen
C
Onkel

Slide 27 - Quizvraag

Mehrzahl von 'Mädchen'
A
Mädchens
B
Mädchen
C
Mädchenen

Slide 28 - Quizvraag

Mehrzahl von 'Sohn'
A
Sohne
B
Sohns
C
Söhne

Slide 29 - Quizvraag

Mehrzahl von 'Schule'
A
Schulen
B
Schule
C
Schuls

Slide 30 - Quizvraag

Mehrzahl 'Heft'
A
Heften
B
Hefte
C
Heftens

Slide 31 - Quizvraag

Mehrzahl "Opa'
A
Opan
B
Opaen
C
Opas

Slide 32 - Quizvraag

vrouwelijke personen, dieren en woorden met de uitgang -e, -ung, -heit, -keit, krijgen het lidwoord..
A
...die
B
...der
C
...das

Slide 33 - Quizvraag

Mannelijke personen en dieren krijgen het lidwoord ...
A
...das
B
...die
C
...der

Slide 34 - Quizvraag

Nederlandse onzijdige woorden krijgen meestal in het Duits het lidwoord....
A
...der
B
...das
C
...die

Slide 35 - Quizvraag

Hoe vorm je het meervoud bij mannelijke zelfstandige naamwoorden?

Slide 36 - Open vraag

Hoe vorm je het meervoud van vrouwelijke zelfstandige naamwoorden?

Slide 37 - Open vraag

Hoe vorm je het meervoud van onzijdige zelfstandige naamwoorden?

Slide 38 - Open vraag

Bedankt!....
.... en een fijne dag toegwenst!

Slide 39 - Tekstslide