Dus in 4,5 uur kun je ongeveer 15 x 4,5 = 67,5 km fietsen
Een deur is ongeveer 2 m. hoog
Een verdieping van een huis is ongeveer 3 m. hoog
Dus een huis met 3 verdiepingen is ong. 3 x 3 = 9 meter hoog
Slide 7 - Tekstslide
De helft van alle Nederlanders gaat minimaal 1x per jaar bij McDonalds eten. Hoeveel mensen zijn dat?
A
Ongeveer 8,5 miljoen
B
Ongeveer 17 miljoen
C
Ongeveer 5,5 miljoen
D
Ongeveer 13 miljoen
Slide 8 - Quizvraag
Henk heeft 2,5 uur op een gemiddeld tempo gewandeld. Hoeveel km heeft hij ongeveer afgelegd?
A
20 km
B
8 km
C
12,5 km
D
Dat weet alleen Henk
Slide 9 - Quizvraag
Een flat met 20 verdiepingen is ongeveer ....
A
40 meter hoog
B
100 meter hoog
C
80 meter hoog
D
60 meter hoog
Slide 10 - Quizvraag
5B/5C Eenheden van lengte, oppervlakte, inhoud en gewicht
Gewicht:
Oppervlakte:
Inhoud:
Slide 11 - Tekstslide
5,04 km = ... m.
A
50,4
B
504
C
5 040
D
50 400
Slide 12 - Quizvraag
3,2 m² = ... cm².
A
32
B
320
C
3 200
D
32 000
Slide 13 - Quizvraag
650 liter = ... m³.
A
0,65
B
650
C
6,5
D
65 000
Slide 14 - Quizvraag
55 gram = ... kg.
A
550
B
0,55
C
0,055
D
55 000
Slide 15 - Quizvraag
5D/5E/5F Eenheden van informatie, tijd en snelheid
1 jaar = 365 dagen 1 dag = 24 uur 1 uur = 60 minuten enz.
15 m/s = 15 x 3,6 = 54 km/uur
120 km/u = 120 : 3,6 = 33,3 m/s
Jan loopt 5 km in 21 minuten. Dat is 5000 : (21x60) = 3,97 m/s
Slide 16 - Tekstslide
Hoeveel seconden zitten er in 3 uur?
A
12 x 3 x 60
B
60 x 60 x 3
C
3 x 100 x 100
D
3 x 3600 x 10
Slide 17 - Quizvraag
Mevrouw Jansen loopt 5 km in 22 minuten . Hoeveel m/s is dat?
A
5000 : (22x60) = 3,8 m/s
B
50 : 22 = 2,3 m/s
C
5000 : 60 : 60 = 1,4 m/s
D
5 x 3,6 = 18 m/s
Slide 18 - Quizvraag
Mevrouw Jansen loopt dus 3,8 m/s. Hoeveel km/u is dat?
A
10 x 3,8 : 3,6 = 10,6 km/u
B
3,8 x 3,8 = 14,4 km/u
C
3,8 x 3,6 = 13,7 km/u
D
Dit is te ingewikkeld!
Slide 19 - Quizvraag
5N Verhoudingen
Roy wil 500 ml wodka-cola maken. Het blijkt dat hij de beste smaak krijgt als hij wodka en cola mixt in een verhouding 1:5. Dus 1 deel wodka met 5 delen cola.
Hoeveel ml wodka en hoeveel ml cola heeft hij nodig?
5/6 deel is cola, dus 500 : 6 x 5 = 417 ml cola.
1/6 deel is wodka, dus 500 : 6 = 83 ml wodka.
Slide 20 - Tekstslide
Sanne wil 800 ml bacardi-sinas maken. Het blijkt dat zij de beste smaak krijgt als zij bacardi en sinas mixt in een verhouding 2:7. Hoeveel bacardi en hoeveel ml sinas heeft zij nodig?
Slide 21 - Open vraag
Uitwerking bacardi-sinas
2/9 deel is bacardi, dus 800 : 9 x 2 = 178 ml bacardi.
7/9 deel is sinas, dus 800 : 9 x 7 = 622 ml sinas.