Economisch rekenen les 2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welkom

Welkom! 

Ga zitten volgens de plattegrond en telefoons in de telefoontas

Pak alvast je spullen op tafel (boekje, rekenmachine, pen)

Wat gaan we doen deze les?

• Herhalingsquiz
• Uitleg onderwerp 'omrekenen'
• Maken opdrachten 
• Uitleg onderwerp 'procent rekenen'
• Maken opdrachten 

Afronden op een heel getal:
15,49 wordt

1. 16
2. 15
3. 15,5
4. 15,4

Afronden op één cijfer achter de komma.
12,67

1. 13
2. 12,6
3. 12,7
4. 12

Afronden op één cijfer achter de komma.
5,549 wordt

1. 5,4
2. 5,6
3. 5,5
4. 6,0

Afronden op twee cijfers achter de komma.
8,239 wordt

1. 8,24
2. 8,50
3. 8,25
4. 8,26

Waar of niet waar?
1 miljoen = 1.000.000
1 miljard= 1.000.000.000

1. WAAR
2. NIET WAAR

Om miljarden om te rekenen naar miljoenen, doe je deze ...

1. : 1.000
2. : 100
3. x 1.000
4. x 100

Hoeveel miljard is 3000 miljoen?

1. 30 miljard
2. 30.000 miljard
3. 3 miljard
4. 0,3 miljard

Reken uit
800 miljoen = .... miljard

1. 80.000
2. 80
3. 8
4. 0,8

Voorbeeld:

Floris krijgt 27 euro zakgeld per week. Hoeveel zakgeld krijgt Floris per maand?

1. Omrekenen per jaar 27 x 52 = 1404 euro
2. Omrekenen per maand 1404 : 12 = 117 euro per maand

Voorbeeld:

Anneke krijgt 78 euro zakgeld per maand. Hoeveel zakgeld krijgt Anneke per week?

1. Omrekenen per jaar 78 x 12 = 936 euro
2. Omrekenen per week 936 : 52 = 18 euro per week

Tijn krijgt €10 per week zakgeld, Britt krijgt €40 per maand zakgeld.

Maak de volgende vragen binnen 3 minuten in tweetallen:

1. Bereken hoeveel Tijn per maand krijgt.

2. Bereken hoeveel Britt per week krijgen.

Antwoorden

• Tijn: €10 x 52 : 12 = €43,33 per maand

• Britt: €40 x 12 : 52 = €9,23 per week 

Wat ga je doen	Maak o pdrachten van 'omrekenen van week naar maand en omgekeerd'
Hoelang krijg je de tijd?	20 minuten Hierna gaan we verder met de volgende uitleg
Hoe ga je dit doen?	Eerste 10 minuten in stilte Daarna mag je zachtjes overleggen in tweetallen.
Ben je klaar?	Ga extra oefenen achterin het boekje bij de extra oefeningen met procenten.

Voorbeeld:

Hoeveel is 70% van 280 euro?

• 280 : 100 x 70 = 196 euro

Voorbeeld:

Hoeveel procent is 45 van 300?

1. 45

2. 300

3. 45 : 300 x 100 = 15%

Wat ga je doen	Maak opdrachten van 'Getal berekenen met een percentage' en 'Een percentage berekenen'
Hoe ga je dit doen?	Je mag zachtjes overleggen in tweetallen. Vragen? steek je vinger op!
Ben je klaar?	Laat je werk bij mij controleren. Ga alvast extra oefenen achter in het boekje