Paragraaf 2 Inkomsten omrekenen

programma
- herhaling paragraaf 1
- huiswerk paragraaf 1
- uitleg paragraaf 2
- maken huiswerk paragraaf 2
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

programma
- herhaling paragraaf 1
- huiswerk paragraaf 1
- uitleg paragraaf 2
- maken huiswerk paragraaf 2

Slide 1 - Tekstslide

herhaling paragraaf 1
herhalingsvragen via lesson up

Slide 2 - Tekstslide

Romy krijgt elke zaterdag 2 euro zakgeld dan zijn dit
A
Inkomsten met tegenprestatie
B
Inkomsten zonder tegenprestatie

Slide 3 - Quizvraag

Je maait het gras bij de buren en krijgt daarvoor 5 euro
Dan zijn dit:
A
Inkomsten in natura
B
Inkomsten met tegenprestatie
C
Inkomsten zonder tegenprestatie

Slide 4 - Quizvraag

Wat zijn inkomsten met tegenprestatie?
A
verjaardagsgeld
B
een cadeau
C
vakantie op kosten van je ouders
D
een bijbaan

Slide 5 - Quizvraag

Als je oppast op je buurmeisje en je krijgt geen geld maar een tijdschrift.
Hoe noem je dat?

A
Inkomsten zonder tegenprestatie
B
Inkomsten in natura

Slide 6 - Quizvraag

huiswerk paragraaf 1 en rekentrainer paragraaf 1

Slide 7 - Tekstslide

paragraaf 2 inkomsten omrekenen
leerdoelen
- hoe reken je om naar weken, maanden en jaren

Slide 8 - Tekstslide

vraag
je krijgt € 5,- per week zakgeld. Hoeveel is dat per maand?

Slide 9 - Tekstslide

Het lidmaatschap van de voetbal kost € 4,- per week. Hoeveel kost de voetbal per maand?

Slide 10 - Open vraag

Uitleg
- altijd eerst omrekenen naar jaar.
Dus € 4,- x 52 weken = € 208,-
Dan € 208,- delen door 12 maand = € 17,33 per maand

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

De huur van een huis is € 600,- per maand. Hoeveel huur betaal je per week?

Slide 13 - Open vraag

Altijd eerst omrekenen naar jaar
Dus € 600,- x 12 = € 7200,-
€ 7200,- : 52 = € 138,46

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk
maken paragraaf 2 en rekentrainer paragraaf 2

Slide 15 - Tekstslide

leerdoelen
hoe reken je om naar maand, week en jaar

Slide 16 - Tekstslide

herhaling...
je krijgt per maand € 25,- zakgeld. Hoeveel is dat per week?

de sportschool kost € 4,95 per week. Hoeveel kost dit per maand?

Slide 17 - Tekstslide

€ 4,95 x 52 = € 257,40
€ 257,40 : 12 = € 21,45

€ 25,- x 12 = € 300,-
€ 300,- : 52 = € 5,77

Slide 18 - Tekstslide