1. Opening ~3min 2. Uitleg vd als bijvoeglijk naamwoord ~10 min 3. Zelfstandig aan de slag ~15 min 4. Afsluiting
kleine toets H3 taalverzorging = vrijdag
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoel deze week
1. Je kan het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord schrijven. 2. Je kan het wg en lv uit de zin halen. 3. Je weet wanneer je die/deze en dat/dit gebruikt.
Slide 3 - Tekstslide
het voltooid deelwoord
Slide 4 - Tekstslide
Hoeveel en welke werkwoorden vind je in onderstaande zinnen?
1. Wat ben je veranderd. 2. Je hebt het zelf uitgekozen. 3. Je wordt gehersenspoeld. 4. Wie heeft dit bedacht? 5. Zij had een koekje gepakt. 6. Hij is jarig geweest. 7. Ik word naar school gereden.
Slide 5 - Tekstslide
??
ben
hebt
wordt
heeft
had
is
word
??
veranderd
uitgekozen
gehersenspoeld
bedacht
gepakt
geweest
gereden
Slide 6 - Tekstslide
pv
ben
hebt
wordt
heeft
had
is
word
voltooid deelwoord
veranderd
uitgekozen
gehersenspoeld
bedacht
gepakt
geweest
gereden
Slide 7 - Tekstslide
Het voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord is een vorm van het werkwoord.
Voltooid betekent dat iets klaar of afgelopen is.
Bijvoorbeeld:
Frits heeft zijn fietsband geplakt
Slide 8 - Tekstslide
Het voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord eindigt op -en of op -d of -t.
Bijvoorbeeld:
gebroken, geschreven
gehoord, gemaakt
't ex-kofschip // woord langer maken (verlengproef)
Slide 9 - Tekstslide
Noteer het voltooid deelwoord: Heeft je zus haar tas al ... (pakken)?
Slide 10 - Open vraag
Noteer het voltooid deelwoord: Ik heb het hem gisteren ... (vertellen)
Slide 11 - Open vraag
Vul het voltooid deelwoord in. Gisteren hebben wij de hele avond ...(dansen)
Slide 12 - Open vraag
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
De foto is vergroot --> de vergrote foto.
Ik verwacht hem elk moment --> de verwachte vriend.
De weg is verbreed --> de verbrede weg.
Slide 13 - Tekstslide
Regel
Een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord schrijf je zo kort mogelijk!
Slide 14 - Tekstslide
Voorbeeld
De vergrote foto (niet vergrootte).
De verwachte vriend (niet verwachtte).
De verbrede weg (niet verbreedde).
Slide 15 - Tekstslide
Aan de slag!
WAT: H3 taalverzorging opdracht 1 + 2
HULP: Theorie erbij pakken, daarna vragen in de Meet
KLAAR: Oefenen met wg en lv + verwijswoorden voor de toets! --> Heb je de opdrachten van lv en verwijswoorden gemaakt en nagekeken?
Slide 16 - Tekstslide
Maak 2 zinnen. Beide met ww 'verbeteren'. Bij zin 1 als pv en bij zin 2 vd als bijvoeglijk naamwoord.
Slide 17 - Open vraag
Maak twee zinnen met het werkwoord verbeteren. Het onderwerp in beide zinnen is 'Het meisje.' Zin 1 pv: werkwoord verbeteren als persoonsvorm. Zin 2 volt. dw : werkwoord verbeteren als voltooid deelwoord. Typ 'Zin 1 pv' en 'Zin 2 volt. dw.' ook voor je zinnen.