Spelling - Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3
In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je leert het voltooide en onvoltooide deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord goed spellen.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het verschil?
vergrote - vergrootte
bestede - besteedde
verbrede - verbreedde
Slide 3 - Tekstslide
Voorbeeldzinnen
We kunnen de vergrote foto in de winkel afhalen.
De fotograaf vergrootte onze foto van de bruiloft.
Het bestede bedrag kun je declareren.
De docent besteedde veel aandacht aan de werkwoordspelling.
Het verbrede pad zag er goed uit.
Gisteren verbreedde de tuinman het pad.
Slide 4 - Tekstslide
Bijvoeglijk naamwoord
Een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord.
zelfstandig naamwoord
Dat is een woord voor een mens, dier, plant, ding, gevoel of (eigen) naam.
Slide 5 - Tekstslide
De leuke meid.
bijvoeglijk naamwoord = leuke
Leuke zegt iets over meid
Slide 6 - Tekstslide
Dat tafeltje is klein.
bijvoeglijk naamwoord = klein
Klein zegt iets over het tafeltje
Slide 7 - Tekstslide
Voltooid deelwoord
Je weet hoe je de persoonsvorm vindt en schrijft. Naast de persoonsvorm kunnen er nog meer werkwoorden in het zin staan, bijvoorbeeld een VOLTOOID DEELWOORD (vd).
Als er een voltooid deelwoord in de zin staat, is de pv meestal een vorm van zijn, hebben of worden.
Slide 8 - Tekstslide
Voltooid deelwoord
In veel zinnen komt een voltooid deelwoord voor:
- Het vliegtuig is op Schiphol geland.
- Robin heeft geen straf gekregen.
- Ik heb mijn kamer opgeruimd.
- Sonja heeft haar zonnebril gepoetst.
- Mijn ouders zijn gisteren vertrokken.
Slide 9 - Tekstslide
Voltooid deelwoord
In een zin staat altijd een persoonsvorm. Dit is een werkwoord. Naast de persoonsvorm kunnen er nog meer werkwoorden in een zin staan, bijvoorbeeld een voltooid deelwoord (vd).
Als er een voltooid deelwoord in de zin staat, is de persoonsvorm meestal een vorm van zijn, hebben of worden.
Slide 10 - Tekstslide
Voltooid deelwoord
VB: Het vliegtuig is op Schiphol geland.
pv= is
vd= geland
VB: Robin heeft geen straf gekregen.
pv=heeft
vd=gekregen
Slide 11 - Tekstslide
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Een voltooid deelwoord kan ook als
bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt.
Het zegt dan iets over een zelfstandig naamwoord.
- De opgeruimde kamer
- De opgepoetste zonnebril
Slide 12 - Tekstslide
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
ZO KORT MOGELIJK SCHRIJVEN ALS HET KAN
Slide 13 - Tekstslide
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Soms moet je er een –e achter zetten.
Schrijf het zo kort en eenvoudig mogelijk.
De slapende kat
De gestruikelde leraar
Slide 14 - Tekstslide
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Soms moet je –tt of –dd schrijven
De verzette afspraak
Slide 15 - Tekstslide
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Voltooid deelwoorden die eindigen op –en blijven hetzelfde, de ‘n’ blijft staan.
Het geschreven verhaal
Het gebroken glas
Slide 16 - Tekstslide
Het getrouwde stel is aan het schommelen.
getrouwd > getrouwde
vd > bn
Slide 17 - Tekstslide
De verklede buurjongen swingt.
verkleed > verklede
vd > bn
Slide 18 - Tekstslide
Het onvoltooid deelwoord
Een onvoltooid deelwoord geeft aan dat iets nog gaande is.
Het is dus nog niet voltooid:
Rillend stond ik op de schaatsbaan.
Lachend zwaaide ik naar mijn vriend.
Zittend keken we naar de optocht.
Slide 19 - Tekstslide
Het onvoltooid deelwoord
maak je door achter het hele werkwoord een -d te zetten.
lachend
fluitend
lopend
knippend
Slide 20 - Tekstslide
Het onvoltooid deelwoord
Een onvoltooid deelwoord kun je net als
het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruiken: