Alcohol- en drugquiz

Alcohol- en drugquiz
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
QuizSecundair onderwijs

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Alcohol- en drugquiz

Slide 1 - Tekstslide

Vanaf welke leeftijd mag je volgens de wet jenever drinken in België?
A
14 jaar
B
16 jaar
C
18 jaar
D
21 jaar

Slide 2 - Quizvraag

"Alcohol verwerken in voeding kan geen kwaad want de alcohol verdampt helemaal"
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

In welk glas drank zit de meeste alcohol?
A
in een glas bier
B
in een glas wijn
C
in een glas whisky
D
in alle drie de glazen zit evenveel alcohol

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel tijd heeft de lever nodig om twee pintjes die op korte tijd werden gedronken, af te breken?
A
1,5 uur
B
2 uur
C
3 uur
D
de hele dag

Slide 5 - Quizvraag

Bier helpt tegen de dorst.
A
waar (omdat bier veel water bevat)
B
waar (omdat je na een glas nog eentje wil
C
niet waar ( de bittere smaak maakt dorstig)
D
niet waar (bier droogt uit)

Slide 6 - Quizvraag

Door zwarte koffie te drinken kan je een kater verhelpen.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Van alcohol drinken word je dik.
A
waar
B
niet waar
C
afhankelijk van de frequentie waarmee je drinkt

Slide 8 - Quizvraag

Alcohol is een drug.
A
Nee, alcohol is iets heel anders dan drugs.
B
Nee, want alcohol kan je overal krijgen.
C
Ja, omdat alcohol net zoals drugs je stemming beïnvloedt.
D
Ja, omdat alcohol net zoals andere drugs in sommige landen verboden.

Slide 9 - Quizvraag

Na een borreltje, pintje of een breezer slaap je veel beter.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Kan je van een overdosis alcohol sterven?
A
ja
B
neen

Slide 11 - Quizvraag

Kan je afhankelijk worden van alcohol?
A
Ja, maar enkel lichamelijk.
B
Ja, maar enkel geestelijk.
C
Ja, zowel lichamelijk als geestelijk.
D
Neen.

Slide 12 - Quizvraag

Hasj en wiet wordt gemaakt van ...
A
bladeren van de mannelijke hennepplant
B
bloemen van de mannelijke hennepplant
C
bladeren van de vrouwelijke hennepplant
D
bloemen van de vrouwelijke hennepplant

Slide 13 - Quizvraag

Het roken van een joint is ...
A
minder schadelijk dan een gewone sigaret.
B
even schadelijk als een gewone sigaret.
C
schadelijker dan een gewone sigaret.

Slide 14 - Quizvraag

Hoe lang duurt het voordat je de effecten van een joint voelt?
A
Je voelt de effecten direct.
B
2 tot 6 minuten
C
ongeveer een kwartier
D
ongeveer een half uur

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer treden de eerste effecten op als je cannabis eet (spacecake)?
A
1 tot 10 minuten
B
30 tot 60 minuten
C
60 tot 90 minuten
D
meer dan 90 minuten

Slide 16 - Quizvraag

Tast blowen de vruchtbaarheid aan?
A
Ja, bij de vrouw
B
Ja, bij de man
C
Ja, zowel bij mannen als bij vrouwen
D
Neen, cannabis heeft geen effect op vruchtbaarheid.

Slide 17 - Quizvraag

Als je bij het inademen de rook langer vasthoudt, wordt er meer THC opgenomen.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Bij welke ziekte(s) zou cannabis een medicinale werking hebben?
A
bij AIDS
B
bij epilepsie
C
bij MS (multiple sclerose)
D
bij alle drie genoemde ziektes

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel jongeren (12j-18j) in Vlaanderen hebben reeds cannabis gebruikt?
A
61,4%
B
46,1%
C
26,4%
D
14,6%

Slide 20 - Quizvraag

Welke illegale drugs is na cannabis de meest gebruikte in Europa?
A
cocaïne
B
heroïne
C
XTC
D
speed

Slide 21 - Quizvraag

Als de cocaïne uitgewerkt is, voel je je ...
A
fit
B
down
C
zelfzeker
D
seksueel opgewonden

Slide 22 - Quizvraag

Hoelang duren de effecten van het snuiven van cocaïne?
A
ongeveer 10 minuten
B
ongeveer 30 à 45 minuten
C
ongeveer 1 uur
D
ongeveer 2 uur

Slide 23 - Quizvraag

Als je veel en regelmatig cocaïne gebruikt:
A
kan je een totaal andere persoonlijkheid krijgen
B
kan je veranderen in een arrogant, onaardig persoon
C
hou je dezelfde persoonlijkheid als daarvoor

Slide 24 - Quizvraag

Hoe verslavend is XTC?
A
Je kunt er geestelijk afhankelijk van raken.
B
Je kunt er lichamelijk afhankelijk van raken.
C
Je kunt er zowel geestelijk als lichamelijk afhankelijk van raken.
D
XTC is niet verslavend.

Slide 25 - Quizvraag

XTC heeft:
A
een oppeppend effect
B
een geestverruimend effect (tripeffect-
C
zowel een oppeppend als geestverruimend effect
D
een dissociatief effect (scheiding tussen geest en lichaam ervaren)

Slide 26 - Quizvraag

Waarom kan je je depressief voelen als de XTC is uitgewerkt?
A
Omdat de afbraakproducten van XTC een depressief gevoel geven.
B
Omdat XTC het chemisch evenwicht in je hersenen verstoort.
C
Omdat XTC zo'n goed gevoel geeft dat het leven nadien saai en deprimerend lijkt

Slide 27 - Quizvraag

Wat is geen effect van speed?
A
minder zin in seks
B
deppressieve gevoelens
C
grotere eetlust
D
psychose (hallucinaties en waanbeelden)

Slide 28 - Quizvraag

Speed werkt
A
2× langer dan cocaïne
B
4× langer dan cocaïne
C
8× langer dan cocaïne
D
2× korter dan cocaïne

Slide 29 - Quizvraag