Les 3

H1: Arm & Rijk
Huygens College - 3TL
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H1: Arm & Rijk
Huygens College - 3TL

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Binnenkomst + absentie (5 min)
Bespreken huiswerk (15 min + 5 min uitloop)
Leerdoelen (5 min)
Uitleg + verwerking -> welzijn (20 min)
Afsluiting (10 min)

Slide 2 - Tekstslide

Bespreken huiswerk


Wat + hoe: klassikaal kijken filmpje + bespreken van onderstaande vragen in drietallen.
1. Hoe worden de koplopers ook wel genoemd + waar verdienen de mensen in deze landen hun geld mee (Hoe heet deze sector + geef 3 voorbeelden van werk binnen deze sector)
2. Hoe worden de achterblijvers ook wel genoemd + waar verdienen de mensen in deze landen hun geld mee (Hoe heet deze sector?)
3. Hoe worden de volgers ook wel genoemd + waar verdienen de mensen in deze landen hun geld mee (Hoe heet deze sector?)

Tijd: 15 minuten

Slide 3 - Tekstslide

Samengevat
Categorie rijkdom
Alternatieve categorie
Werk
Sector
Voorbeelden
Koploper
Centrum
Dienstverlening -> docent, zorg, financiën
Tetiaire sector
West-Europa, VS, Australië
Volger
Semi-periferie
Industrie
Secundaire sector
China, Rusland, brazilië
Achterblijver
periferie
Landbouw
Primaire sector
Mali, Myanmar, Haïti

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
Hoofdvraag: Hoe is welzijn in de wereld verdeeld?

Aan het einde van deze les kun je:
1. het begrip welzijn uitleggen;
2. aan de hand van gegevens over levensverwachting, alfabetiseringsgraad en koopkracht, het welzijn van landen vergelijken;
2. het verschil tussen de begrippen welvaart en welzijn uitleggen;

Slide 5 - Tekstslide

De prijs van een Big Mac wereldwijd
Stel: je krijgt 100 euro.
Hoeveel Big Macs kun je daarvan (ongeveer) kopen in India?
Hoeveel Big Macs kun je daarvan (ongeveer) kopen in Frankrijk?


Slide 6 - Tekstslide

Stel: je krijgt 100 euro.
Hoeveel Big Macs kun je daarvan (ongeveer) kopen in India?
Hoeveel Big Macs kun je daarvan (ongeveer) kopen in Frankrijk?

Slide 7 - Open vraag

De Big Mac
Een Big Mac smaakt overal op de wereld hetzelfde.
Maar de prijs van die identieke hamburger is niet overal hetzelfde.
Dat betekent dat je in het ene land met 100 euro meer Big Macs kunt kopen dan in het andere land.
We zeggen: er is een verschil in koopkracht -> in het ene land kun je met (bijvoorbeeld) 100 euro veel meer kopen dan in het andere land.

Er bestaat zelfs een heuse Big Mac-index om de prijzen van Big Macs en dus de koopkracht van landen met elkaar te vergelijken.

Slide 8 - Tekstslide

Drie kaarten
Bekijk de drie kaarten op de volgende dia's. Schrijf bij iedere kaart op ->
  • waar deze over gaat
  • wat je denkt dat dit betekent
  • wat je opvalt (-> waar gaat het goed en waar gaat het niet zo goed?)
  • vergelijk tot slot de kaarten met elkaar. Kun je conclusies trekken en zo ja, welke conclusies zijn dit dan?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Welvaart
  • De rijkdom van een land, de welvaart, konden we uitrekenen aan de hand van het Bruto Binnenlands Product per hoofd van de bevolking.
  • BBP/hoofd = al het geld dat in een land (legaal) verdient wordt, wordt dan bij elkaar opgeteld en gedeeld door het aantal inwoners.
  • Op de kaart zie je dat de landen met een hoog BBP/hoofd liggen in West-Europa, de VS, Canada, Australië en Japan. 
  • Ook zie je dat de meeste landen met een laag BBP/hoofd in Afrika liggen.

Slide 13 - Tekstslide

Welzijn
Maar welvaart alleen zegt niet zoveel over de levensomstandigheden in een land. Daarvoor moeten we naar kijken naar het welzijn.
Welzijn is een combinatie van:
1. Koopkracht -> hoeveel kun je kopen voor een bepaald geld bedrag
2. Levensverwachting -> hoe oud worden mensen naar schatting in een land
3. Alfabetiseringsgraad -> hoeveel mensen kunnen lezen en schrijven

Slide 14 - Tekstslide

Nederland
Nederland is een welvarend land. Ons BBP/hoofd is hoog. We horen bij de 20 rijkste landen ter wereld.

In Nederland kan bijna iedereen lezen en schrijven. De alfabetiseringsgraad is 99,9%

Ook heeft Nederland een hoge levensverwachting:
  • Mannen: 79,7
  • Vrouwen: 83,0
Maar vergeleken met de andere landen in Europa is de levensverwachting in Nederland gemiddeld. Er zijn armere landen met een even hoge levensverwachting!

Onze koopkracht was altijd goed, maar door oa de oorlog in de Oekraïne en Corona is de inflatie nu meer dan 13%. Dat is heel hoog. 
Inflatie betekent dat het geld minder waard wordt en we minder kunnen kopen. De koopkracht is dus afgenomen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Afronding
Wat hebben we geleerd?
Hoe hebben we meegedaan?
Huiswerk

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen
Hoofdvraag: Hoe is de welvaart in de wereld verdeeld?

Aan het einde van deze les kun je:
1. het begrip welzijn uitleggen;
2. aan de hand van gegevens over levensverwachting, alfabetiseringsgraad en koopkracht, het welzijn van landen vergelijken;
2. het verschil tussen de begrippen welvaart en welzijn uitleggen;

Slide 18 - Tekstslide

Wat heb ik deze les geleerd?

Slide 19 - Open vraag

Hoe heb ik deze les meegedaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Huiswerk
Werkboek bladzijde 10 + 11
Maken vraag 1 + 2 + 3 + 4
Met vraag 6 kun je controleren of je de stof goed begrepen hebt!
Doorlezen paragraaf 1.4

Slide 21 - Tekstslide