4.11 Het Werkoverleg

4.11 Het Werkoverleg
Doelen:

  • Ik weet wat een werkoverleg is.
  • Ik kan mijn mening geven. Ik weet welke Nederlandse zinnen
    ik kan gebruiken. 
  • Ik kan kort opschrijven wat iemand in een werkoverleg zegt, bijvoorbeeld welke afspraken er zijn gemaakt.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Taal CompleetISK

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

4.11 Het Werkoverleg
Doelen:

  • Ik weet wat een werkoverleg is.
  • Ik kan mijn mening geven. Ik weet welke Nederlandse zinnen
    ik kan gebruiken. 
  • Ik kan kort opschrijven wat iemand in een werkoverleg zegt, bijvoorbeeld welke afspraken er zijn gemaakt.

Slide 1 - Tekstslide

Heb je een bijbaan? Waar werk je?

Slide 2 - Open vraag

Wat kun je bespreken
op een werkoverleg?

Slide 3 - Woordweb

Ik vind het lastig om mijn mening te geven
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Tijdens een werkoverleg praat je bijvoorbeeld over:
A
Openingstijden van de winkel.
B
Wat je in het weekend gaat doen.
C
Wat je gaat eten vanavond.
D
Dat je een afspraak hebt bij de tandarts.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is jouw mening?
Geef zo antwoord op de stelling. Maak een mooie zin.

Gebruik:
Ik vind dat ook, want...
Ik ben het ermee eens, want...
of
Ik vind dat niet, want...
Ik ben het er niet mee eens, want...

Slide 6 - Tekstslide

Als je een afspraak hebt, moet je op tijd komen.

Slide 7 - Open vraag

Winkels moeten 's avonds open zijn.

Slide 8 - Open vraag

Als collega's ruzie hebben, moeten ze met elkaar praten.

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Maak 4.11 Het werkoverleg
Ben je klaar? Maak de computeropdrachten.

Slide 12 - Tekstslide