Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Woordenschat 3F
Woordenschat
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Woordenschat
Slide 1 - Tekstslide
Voor de meeste mensen zijn alle pinguïns ....................... , maar een kenner ziet wel degelijk verschil
A
identiek
B
bankroet
C
materialistisch
D
diplomatiek
Slide 2 - Quizvraag
Uw opmerking is niet .............. ; we bespreken op dit moment een ander onderwerp
A
relevant
B
lokaal
C
continu
D
chronologisch
Slide 3 - Quizvraag
De voetbalvereniging ............... leden omdat ze anders te weinig spelers voor de jeugd hadden.
A
perfectioneerde
B
imponeerde
C
analyseerde
D
wierf
Slide 4 - Quizvraag
In dit ............... wordt Carlos als één van de beste gitaristen van de wereld beschouwd.
A
vooroordeel
B
interruptie
C
genre
D
federatie
Slide 5 - Quizvraag
Wieneke is vaak ........................ . Als iedereen het ene doet, doet zij juist het andere.
A
materialistisch
B
tegendraads
C
abstract
D
diplomatiek
Slide 6 - Quizvraag
Hans had gereageerd op een .............. voor oogspecialist en hij was aangenomen.
A
vacature
B
machtiging
C
achting
D
federatie
Slide 7 - Quizvraag
‘Het zijn maar ............... ’, riep de uitgever. ‘Je mag er gerust van afwijken als je dat wilt.’
A
vooroordelen
B
budgetten
C
richtlijnen
D
instituten
Slide 8 - Quizvraag
Dat hij uiteindelijk toch weer de honderd meter vrije slag won, was vooral de ................... van zijn trainer.
A
rendement
B
initiatief
C
verstandhouding
D
verdienste
Slide 9 - Quizvraag
Een goed hulpmiddel om je huiswerk te leren, is belangrijke zinnen uit je boek ..................... met een stift.
A
arceren
B
werven
C
verrichten
D
simuleren
Slide 10 - Quizvraag
Een bekend voorbeeld van een ................. is: witte sneeuw.
A
visie
B
pleonasme
C
verbond
D
overwicht
Slide 11 - Quizvraag
De wedstrijd werd sterk beïnvloed door het ......................... oordeel van de scheidsrechter om een penalty te geven.
A
circa
B
actuele
C
subjectieve
D
autoritaire
Slide 12 - Quizvraag
Om de Tour de France te winnen, heb je behalve kracht en doorzettingsvermogen, vooral een goede .............................. nodig.
A
fusie
B
strategie
C
recensie
D
verwantschap
Slide 13 - Quizvraag
Als je gokt, moet je het verlies van je geld wel ....................
A
compenseren
B
mijden
C
improviseren
D
incalculeren
Slide 14 - Quizvraag
Die judoka van 198 kilogram en ruim twee meter lang is een waar ............... om te zien!
A
initiatief
B
verbond
C
akte
D
fenomeen
Slide 15 - Quizvraag
Peter ........................ dat het misschien een goed idee was om wat minder hard te schreeuwen.
A
bemiddelde
B
suggereerde
C
pretendeerde
D
ontbond
Slide 16 - Quizvraag
Ajax, Achilles en Hector zijn helden uit de Griekse ................... .
A
attitude
B
pretentie
C
mythologie
D
autodidact
Slide 17 - Quizvraag
Door beiden wat water bij de wijn te doen, kwamen de onderhandelaars uit de langdurige .......................
A
clausule
B
impasse
C
delegatie
D
interactie
Slide 18 - Quizvraag
Deze mobiele telefoon kun je met een simpele handbeweging ................... tot een afstandsbediening.
A
intimideren
B
boycotten
C
tarten
D
transformeren
Slide 19 - Quizvraag
In dit grauwe, ................. weer ga ik niet naar buiten.
A
deprimerende
B
lucratieve
C
extraverte
D
cognitieve
Slide 20 - Quizvraag
De ..................... werd tijdens die katholieke bruiloft geleid door een priester.
A
personificatie
B
hiaat
C
intentie
D
ceremonie
Slide 21 - Quizvraag
Nederlands drinkwater is een voorbeeld van een .................... product.
A
conventioneel
B
assertief
C
homogeen
D
lucratief
Slide 22 - Quizvraag
Omdat de speler veel ................. geboekt had, mocht hij een niveau hoger spelen.
A
biografie
B
progressie
C
concept
D
expansie
Slide 23 - Quizvraag
Mijn zus ................. andermans moeilijkheden altijd, terwijl ze die van zichzelf beschouwt als heuse wereldproblemen.
A
ruïneert
B
bagatelliseert
C
intimideert
D
generaliseert
Slide 24 - Quizvraag
Zelf aan de slag...
Studiemeter
Woordenschat
1. betekenissen
2. contextzinnen
Slide 25 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Woordenschat 3F
December 2020
- Les met
23 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordenschat 3F
Oktober 2022
- Les met
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
nieuwe woorden
Mei 2023
- Les met
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
20220216 VEPL421AH niveau 4 leerjaar 1 toets 2 lezen herkansing
Februari 2022
- Les met
38 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Les 3 woordenschat quiz
Maart 2024
- Les met
39 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
2023 quiz woordenschat
December 2023
- Les met
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Quiz woordenschat 3F korter
December 2022
- Les met
27 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
2024 woordenschat
December 2023
- Les met
24 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1