Woordenschat 3F

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Lezen/Luisteren

Wat hebben we al gedaan?

Woordenschat: campagne, phishing, online fraude etc.

Tekstdoelen: overhalen, overtuigen en ....?

Lezen/Luisteren

Wat gaan we vandaag doen?

• Stappenplan Woordenschat + quiz
• Hoofdgedachte & onderwerp
• Opdrachten maken

Waarom denk je dat woordenschat belangrijk is?

Lezen/Luisteren

Het is niet erg als je een woord in de tekst niet weet. Om een tekst te begrijpen moet je 90% van de tekst weten. 

Wat kun je doen als je een woord niet kent?

Er zijn drie manieren...

Maak aantekeningen!

Voor de meeste mensen zijn alle pinguïns ....................... , maar een kenner ziet wel degelijk verschil

1. identiek
2. bankroet
3. materialistisch
4. diplomatiek

Uw opmerking is niet .............. ; we bespreken op dit moment een ander onderwerp

1. relevant
2. lokaal
3. continu
4. chronologisch

De TROS ............... leden omdat ze anders minder uitzendtijd zou krijgen

1. perfectioneerde
2. imponeerde
3. analyseerde
4. wierf

In dit ............... wordt Carlos als één van de beste gitaristen van de wereld beschouwd.

1. vooroordeel
2. interruptie
3. genre
4. federatie

Wieneke is vaak ........................ . Als iedereen het ene doet, doet zij juist het andere

1. materialistisch
2. tegendraads
3. abstract
4. diplomatiek

Hans had gereageerd op een .............. voor oogspecialist en hij was aangenomen.

1. vacature
2. machtiging
3. achting
4. federatie

‘Het zijn maar ............... ’, riep de uitgever. ‘Je mag er gerust van afwijken als je dat wilt.’

1. vooroordelen
2. budgetten
3. richtlijnen
4. instituten

Dat hij uiteindelijk toch weer de honderd meter vrije slag won, was vooral de ................... van zijn trainer.

1. rendement
2. initiatief
3. verstandhouding
4. verdienste

Een goed hulpmiddel om je huiswerk te leren, is belangrijke zinnen uit je boek ..................... met een stift.

1. arceren
2. werven
3. verrichten
4. simuleren

Een bekend voorbeeld van een ................. is: witte sneeuw.

1. visie
2. pleonasme
3. verbond
4. overwicht

De wedstrijd werd sterk beïnvloed door het ......................... oordeel van de scheidsrechter om een penalty te geve

1. circa
2. actuele
3. subjectieve
4. autoritaire

Om de Tour de France te winnen, heb je behalve kracht en doorzettingsvermogen, vooral een goede .............................. nodig.

1. fusie
2. strategie
3. recensie
4. verwantschap

Als je gokt, moet je het verlies van je geld wel ....................

1. compenseren
2. mijden
3. improviseren
4. incalculeren

Die judoka van 198 kilogram en ruim twee meter lang is een waar ............... om te zien!

1. initiatief
2. verbond
3. akte
4. fenomeen

Peter ........................ dat het misschien een goed idee was om wat minder hard te schreeuwen.

1. bemiddelde
2. suggereerde
3. pretendeerde
4. ontbond

Ajax, Achilles en Hector zijn helden uit de Griekse ................... .

1. attitude
2. pretentie
3. mythologie
4. autodidact

Door beiden wat water bij de wijn te doen, kwamen de onderhandelaars uit de langdurige .......................

1. clausule
2. impasse
3. delegatie
4. interactie

Deze mobiele telefoon kun je met een simpele handbeweging tot een afstandsbediening.

1. intimideren
2. boycotten
3. tarten
4. transformeren

In dit grauwe, ................. weer ga ik niet naar buiten

1. deprimerende
2. lucratieve
3. extraverte
4. cognitieve

De ..................... werd tijdens die katholieke bruiloft geleid door een priester.

1. personificatie
2. hiaat
3. intentie
4. ceremonie

Nederlands drinkwater is een voorbeeld van een .................... product.

1. conventioneel
2. assertief
3. homogeen
4. lucratief

Omdat de speler veel ................. geboekt had, mocht hij een niveau hoger spelen.

1. biografie
2. progressie
3. concept
4. expansie

Mijn zus ................. andermans moeilijkheden altijd, terwijl ze die van zichzelf beschouwt als heuse wereldproblemen.

1. ruïneert
2. bagatelliseert
3. intimideert
4. generaliseert