§1.3 Welvaart in wijken

Welkom!
Ga op je plek zitten
doe je telefoon weg,
pak je ipad en boek alvast voor!
Log in op lessonup en volg de les
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ga op je plek zitten
doe je telefoon weg,
pak je ipad en boek alvast voor!
Log in op lessonup en volg de les

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 1: Arm en rijk
§1.3 Welvaart in wijken

Slide 2 - Tekstslide

Wat valt je op? (intro foto)

Slide 3 - Woordweb

Lesplanning 
Aanwezigheid, boekencontrole en huiswerkcontrole

Mededelingen:  

Uitleg §1.3 'Welvaart in wijken'

Maak van §1.3 'Welvaart in wijken' vraag 1 t/m 8

Lesdoelencheck

Vooruitblik op de volgende les

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelvragen van deze les
  1. Hoe kun je arme en rijke wijken in Nederland kunt herkennen?
  2. Waardoor zijn sommige wijken welvarender dan andere?
  3. Hoe kun je de welvaart in een wijk verhogen?

Slide 5 - Tekstslide

Verschillen in welvaart

Nederland: ook armoede en rijkdom. Arme en rijke wijken.

Leeuwarden: 
staat in de top 10 arme wijken Vrijheidswijk, Wielenpolle, 

Bloemendaal: met de rijkste wijk van Nederland





Slide 6 - Tekstslide

Arme en rijke wijken herkennen


kenmerken van de wijk:
  • Woningen
  • Straten en verkeer
  • Recreatie
  • Diensten

Welke verschillen zie je?

Slide 7 - Tekstslide

Sleep de woonkenmerken naar A of B
A: Arme wijk
B: Rijke wijk
Huurhuis
Koophuis
Hoge bebouwings dichtheid
Lage bebouwings dichtheid
Smalle straten
drukke weg
Groene wijk
Luxe oorzieningen

Slide 8 - Sleepvraag

Oorzaken van verschillen tussen wijken

  1. Wijken zijn voor een bepaalde bevolkingsgroep gebouwd
  • arbeiderswijken uit de 19e eeuw
  • wijken met naoorlogse hoogbouw
  • trekt inwoners aan met lager inkomen

  • nieuwbouwwijken met eengezinswoningen met tuinen
  • luxe villawijken
  • trekt inwoners aan met een hoger inkomen

Slide 9 - Tekstslide

Oorzaken van verschillen tussen wijken
   2. verschillen in bevolkingssamenssamenstelling 
  • leeftijd
  • afkomst
  • samenstelling van het gezin
  • inkomen 
  • opleiding 


Voorbeeld
Nederlands, jong, klein gezin, hoogopgeleid = hoog inkomen. Dit gezin woont in een wijk waar de huizenprijs hoger ligt. Ze wonen vaak in een tweeondereenkapper, vrijstane huizen. Ze hebben grote tuinen en zijn goed onderhouden.

Buitenlands, laag opgeleid, groot gezin = lager inkomen. Dit gezin woont in een wijk waar de huizenprijs lager ligt of ze huren een woning. Ze wonen vaak in een flat of in een klein rijtjes huis. Ze hebben een balkon of een klein tuintje. Het onderhoud is net zo goed omdat dit duur is.

Slide 10 - Tekstslide

Welvaart verhogen

Stadsvernieuwing: verouderde wijken worden opgeknapt

  • saneren (afbreken)
  of
  • renoveren (opknappen)

Nadeel: waarde wordt hoger dus huur- en koopprijs ook.

Slide 11 - Tekstslide

Welke vorm stadsvernieuwing?
A
Saneren
B
Renoveren
C
Vinex-wijk
D
Nieuwbouw

Slide 12 - Quizvraag

Welke vorm stadsvernieuwing?
A
Saneren
B
Renoveren
C
Vinex-wijk
D
Nieuwbouw

Slide 13 - Quizvraag

Welke vorm van stadsvernieuwing zie je op de afbeelding?
A
Renoveren
B
Saneren
C
Nieuwbouw
D
Vinex

Slide 14 - Quizvraag

Het opknappen van verouderde huizen noemen we saneren.
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Aan het werk
Wat: lees en maak van §1.3 'Welvaart in wijken' vraag 1 t/m 8

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Hulp: de theorie (Lees goed!)
            buurman/buurvrouw naast je
            de docent
          
Klaar: laat controleren, kijk na en maak de herhaling of verdieping

Tijd: 5 minuten voor de bel

Slide 17 - Tekstslide

Hoe kun je arme en rijke wijken in Nederland kunt herkennen?

Slide 18 - Open vraag

Waardoor zijn sommige wijken welvarender dan andere?

Slide 19 - Open vraag

Hoe kun je de welvaart in een wijk verhogen?

Slide 20 - Open vraag

Waarom meten we welvaart?

Slide 21 - Open vraag