H4-K4-Akkusativ

Der Akkusativ
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Der Akkusativ

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nominativ oder Akkusativ?
1) Motorradfahrer dürfen ....... Fahrradweg nicht benutzen.
A
der
B
den
C
die

Slide 2 - Quizvraag

Fahrradweg = mannelijk = der
Onderwerp = Motorradfahrer = 1e nv
Lijdend voorwerp = Fahrradweg = 4e nv > den
Nominativ oder Akkusativ?
2) D.... Streit im Schulbus hat für viel Unruhe gesorgt.
A
Den
B
Das
C
Der

Slide 3 - Quizvraag

Streit = mannelijk = der
Hier onderwerp dus 1e naamval = der
Nominativ oder Akkusativ?
3) In dem Geschäft hat man .......... gut beraten.
A
wir
B
unser
C
uns

Slide 4 - Quizvraag

Het open zinsdeel hier = lijdend voorwerp = 4e nv
wir wordt dus uns
unser = bezittelijk vnw, daar komt altijd een zelfstandig naamwoord achter
Nominativ oder Akkusativ?
4) ....... Nachricht habe ich schon im Radio gehört.
A
Ein
B
Die
C
Das

Slide 5 - Quizvraag

Nachricht = vrouwelijk dus 'die'
'ein' kan hier niet, dan had het 'eine' moeten zijn
Nominativ oder Akkusativ?
5) Wer hat ........... beurteilt?
A
ihr
B
euch
C
euer

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nominativ oder Akkusativ?
6) W........... Roller (m) willst du kaufen?
A
Welcher
B
Welche
C
Welchen

Slide 7 - Quizvraag

'du' is het onderwerp
'Welchen Roller' is lijdend voorwerp = 4e nv
Nominativ oder Akkusativ?
7) Kannst du mir ....... Beispiel (o) nennen?
A
ein
B
einen
C
eine

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nominativ oder Akkusativ?
8) Dieses Jahr habe ich noch ......... Schulfest besucht.
A
keines
B
keine
C
kein

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nominativ oder Akkusativ?
9) Hast du ....... heute schon gesehen?
A
er
B
ihn
C
ihm

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nominativ oder Akkusativ?
10) Ich habe ........ gestern in der U-Bahn gesehen.
A
Ihnen
B
Sie
C
ihnen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nominativ oder Akkusativ?
11) Mit welchen Argumenten hast ..... ihn überzeugt?
A
dich
B
du
C
dir

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

12) Vul in:
Aber ob mein Mathelehrer (ons) .......... dann noch auseinander halten kann?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

13) Vul in:
Vielleicht sollte ich meinen Mitschülern einmal (het) ............. Vorschlag (m) machen.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

14) Vul in:
(De) ........... Unterricht (m) würde mit so einer Diskussion bestimmt interessant werden.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

15) Vul in:
Zum Glück mag unser Klassenlehrer (mij) ......... sehr.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

16) Vul in:
(hem) .......... habe ich schon seit der 7. Klasse.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

17) Vul in:
Ich kenne (geen) ................. besseren Lehrer.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

18) Vul in:
(jullie) ..... arbeitet fleißig,
damit ihr (de)...... Akkusativ (m) besser kennenlernt.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies