Schrijftaal of spreektaal

Nederlands
Spreektaaltaal versus schrijftaal

Pas jij je schrijftaal aan aan je doel?
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Nederlands
Spreektaaltaal versus schrijftaal

Pas jij je schrijftaal aan aan je doel?

Slide 1 - Tekstslide

Voor deze les hebben leerlingen een laptop nodig, de laptopkar is hiervoor gereserveerd.
Lesdoelen
- je kent het verschil tussen spreektaal en schrijftaal
- je kunt je schrijftaal aanpassen aan je doel

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen worden besproken met de leerlingen.
Filmpje bekijken

We kijken naar een gesprek tussen twee omaatjes. Let hierbij op:
  • Welk gevoel krijg je als je naar deze oma luistert? 
  • Past dit gesprek bij hen?
  • Wat zeggen ze nou eigenlijk?

Slide 3 - Tekstslide

Het filmpje wordt door de docent ingeleid. 
De kijk- en luistervragen worden onder de aandacht van de leerlingen gebracht.

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

En...

  • Welk gevoel krijg je als je naar deze oma luistert? 
  • Neem je haar serieus? 
  • Past dit gesprek bij hen? 
  • En wat zeggen ze nou eigenlijk?
  • Laten we nogmaals kijken...

Slide 5 - Tekstslide

Leerlingen overleggen in duo's kort. Daarna korte klassikale reactie.
We spelen hierbij in op het gevoel wat het geeft als je naar het taalgebruik van de oma luistert.

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Noem enkele verschillen tussen
spreektaal en schrijftaal

Slide 7 - Woordweb

Leerlingen typen de verschillen waaraan zij denken in op de laptop, deze verschijnen allemaal op bord en kunnen we samen bekijken.


Informeler taalgebruik
Met vrienden en goede bekenden


Formeel taalgebruik
Tegen mensen die je niet goed kent

Spreektaal versus schrijftaal
De lezer bepaalt dus het taalgebruik!

Slide 8 - Tekstslide

Daarna trekken we samen een conclusie wat de verschillen kunnen zijn tussen spreektaal en schrijftaal.
Bericht via Whatsapp

Slide 9 - Tekstslide

Om het verschil in het gebruiken van taal op papier inzichtelijk te maken kijken we naar een whatsappbericht en daarna na een mail met ongeveer dezelfde boodschap. Leerlingen noteren in LessonUp de zaken die hen opvalt in het taalgebruik van beide berichten.
Wat valt je op aan deze tekst?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



Beste mevrouw Jansen,


Vandaag ben ik er bij meneer Klaver uitgestuurd.
Meneer Klaver dacht dat ik een pen door de klas gooide, echter deed ik dat niet, maar was dat iemand anders. Meneer Klaver wil er met mij niet over praten.
Kunnen wij hierover misschien overleggen en samen met meneer Klaver spreken, ik vind het namelijk niet eerlijk dat ik na moet blijven voor iets dat ik niet heb gedaan.
Ik hoor graag of u mij kunt helpen.

Met vriendelijke groet,
Ben de Jong 2ha

Slide 11 - Tekstslide

Dezelfde gebeurtenis beschreven, maar nu niet via WhatsApp aan een vriend, maar aan de leerlaagcoördinator via de mail.
Leerlingen zien dat als je serieus wilt worden genomen, je je taalgebruik hieraan moet aanpassen.
Docent benoemt de conventies van een mail: aanhef, inleiding, middenstuk, slot en een passende afsluiting van de mail met de naam eronder.


  • korte zinnen en makkelijke woorden
  • slordige uitspraak
  • afkortingen
  • stopwoorden
  • zinnen kloppen niet altijd



  • langere zinnen en moeilijkere woorden
  • netjes geschreven
  • woorden voluit geschreven
  • geen stopwoorden
  • grammaticaal correcte zinnen

Spreektaal in berichten     Formelere schrijftaal

Slide 12 - Tekstslide

Samen met de leerlingen sommen we op wat de verschillen zijn tussen spreektaal in berichten en hoe een tekst eruit ziet in formelere schrijftaal.
Samen oefenen

schrijftaal of spreektaal

Slide 13 - Tekstslide

Leerlingen worden bewust welke woorden ze wanneer kunnen gebruiken door samen naar de volgende voorbeelden te kijken. Hun keuze geven ze aan in LessonUp en worden klassikaal besproken.
Schrijftaal of spreektaal?
BIJ VOORBAAT DANK
A
Schrijftaal
B
Spreektaal

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijftaal of spreektaal?
DA'S FIJN
A
Schrijftaal
B
Spreektaal

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijftaal of spreektaal?
ONGETWIJFELD
A
Schrijftaal
B
Spreektaal

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijftaal of spreektaal?
ME TAS
A
Schrijftaal
B
Spreektaal

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijftaal of spreektaal?
EVENTUEEL
A
Schrijftaal
B
Spreektaal

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijftaal of spreektaal?
ZEKERS
A
Schrijftaal
B
Spreektaal

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijftaal of spreektaal?
COOL
A
Schrijftaal
B
Spreektaal

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Je schrijft een bericht aan je vrienden (informeel)
(bijvoorbeeld alsof je whatsappt) om hen uit te nodigen voor het schoolfeest.

Daarna schrijf je een brief mail aan de rector en docenten waarin je hen ook uitnodigt voor het schoolfeest. Deze mail heeft een aanhef en afsluiting is dus formeler dan de app.



Slide 21 - Tekstslide

Hierna gaan de leerlingen de opdracht maken. Hiermee worden ze aan het denken gezet hoe je een correcte mail schrijven naar bijvoorbeeld docenten. Welke opzet gebruik je, welke woorden kies je en hoe laat je de mail er leesbaar en netjes uitzien.

De leerlingen schrijven de twee teksten op twee verschillende losse blaadjes, deze krijgen ze van de docent. 
Aan het eind van de les kunnen deze uitgewerkte uitnodigingen achterin de klas op het prikbord worden opgehangen om visueel te maken welke tekst bij welk doel past, maw welke bewoording en lay-out gebruik je als je serieus genomen wilt worden.

Beste mevrouw Jansen,
  

Vandaag ben ik er bij meneer Klaver uitgestuurd.
Meneer Klaver dacht dat ik een pen door de klas gooide, echter deed ik dat niet, maar was dat iemand anders. Meneer Klaver wil er met mij niet over praten.
Kunnen wij hierover misschien overleggen en samen met meneer Klaver spreken, ik vind het namelijk niet eerlijk dat ik na moet blijven voor iets dat ik niet heb gedaan.
Ik hoor graag of u mij kunt helpen.

Met vriendelijke groet,
Ben de Jong 2ha

<=  aanhef
<= nette afsluiting met daaronder je naam

Slide 22 - Tekstslide

Nogmaals de voorbeeldmail waarin de docent uitlegt wat wordt bedoeld met aanhef en afsluiting, zodat de leerlingen dit kunnen toepassen op hun eigen mail aan de docenten.
Opdracht 
Je schrijft een bericht aan je vrienden (informeel)
(bijvoorbeeld alsof je whatsappt) om hen uit te nodigen voor het schoolfeest.

Daarna schrijf je een brief mail aan de rector en docenten waarin je hen ook uitnodigt voor het schoolfeest. Deze mail heeft een aanhef en afsluiting is dus formeler dan de app.



Slide 23 - Tekstslide

Terug naar de opdracht, deze blijft tijdens het werken zichtbaar op het bord.

Hierna gaan de leerlingen de opdracht maken. Hiermee worden ze aan het denken gezet hoe je een correcte mail schrijven naar bijvoorbeeld docenten. Welke opzet gebruik je, welke woorden kies je en hoe laat je de mail er leesbaar en netjes uitzien.

De leerlingen schrijven de twee teksten op twee verschillende losse blaadjes, deze krijgen ze van de docent. 
Aan het eind van de les kunnen deze uitgewerkte uitnodigingen achterin de klas op het prikbord worden opgehangen om visueel te maken welke tekst bij welk doel past, maw welke bewoording en lay-out gebruik je als je serieus genomen wilt worden.
Uitwisselen met klasgenoot
Laat je formele mail lezen door een klasgenoot.

Verbeter hierna eventuele spelfouten en controleer of de 
lay-out correct is, denk aan de aanhef en afsluiting.

Aan het eind van de les hang je de beide uitnodigingen achter in de klas op het prikbord!

Slide 24 - Tekstslide

Door elkaars berichten te lezen, leren de leerlingen van elkaar en kunnen ze elkaar tops en tips geven. Met deze informatie kunnen ze nog wat laatste verbeteringen aanbrengen.

Als ze tevreden zijn over hun werk, hangen ze de twee teksten naast elkaar op het prikbord achterin de klas.

Leerlingen kunnen elkaars werk bekijken en zo van elkaar leren.
We hebben vandaag geoefend hoe je taal kunt gebruiken in een bericht of mail. Wat ga je meenemen/onthouden voor een volgende brief of mail die je verstuurd?

Slide 25 - Open vraag

Een terugblik op de aangeboden stof en de opdracht. Door leerlingen te laten verwoorden wat ze uit de les meenemen, wordt het voor hen duidelijk waaraan gewerkt is en blijft de informatie hangen.
Kun jij je schrijftaal nu aanpassen aan je doel?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Leerlingen geven aan of ze het doel hebben behaald. Is dit niet het geval wordt er besproken wat de leerling nodig heeft om het doel later alsnog te halen.
Afronden

Ruim je laptop netjes op in de laptopkar.

Tot de volgende les!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies