Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Les 37 38 39 Formeel- Informeel en schrijf- spreektaal Manja
Hst 37
Je leert het verschil tussen formele en informele taal
1 / 46
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
46 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
3 videos
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hst 37
Je leert het verschil tussen formele en informele taal
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Video
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Formeel of informeel?
Juf, heb me huiswerk niet gemaakt!
A
Formeel
B
Informeel
Slide 12 - Quizvraag
Formeel of informeel?
Die docent is echt kaulo streng!
A
Formeel
B
Informeel
Slide 13 - Quizvraag
Formeel of informeel?
Als ik een appel eet krijg ik dus echt mega blaasje in mijn mond en jeuk en dan voel ik echt enorm beroerd en zo dus dan weet u dat
A
Formeel
B
Informeel
Slide 14 - Quizvraag
Formeel of informeel?
Als ik een appel eet krijg ik dus echt mega blaasje in mijn mond en jeuk en dan voel ik echt enorm beroerd en zo dus dan weet u dat
A
Formeel
B
Informeel
Slide 15 - Quizvraag
Maak hier een formele zin van:
Ik moet naar de plee! Mag ik?!
Slide 16 - Open vraag
Kijk naar blz. 78-79 maak vraag 5 & 6 (hst 37)
Slide 17 - Open vraag
Hst 37
Huiswerk woensdag
Lezen hst 38 (blauwe stuk op blz 80) en maak vraag 2 en 5
Numo leerplan woorden 45 minuten
Slide 18 - Tekstslide
Vandaag
Huiswerk: Lezen hst 38 (blauwe stuk op blz 80) en maak vraag 2 / 5
Actief aan de slag
Straks: Numo leerplan woorden 45 minuten
Slide 19 - Tekstslide
Vraag 2
C - A- D- B
Slide 20 - Tekstslide
Vraag 5
Ha!
Gedoe
Vet
ff
Chill
*&%@!
Mazzel!
Slide 21 - Tekstslide
Spreek- en schrijftaal en jargon
Kijk even =>
spreek- of schrijftaal?
Slide 22 - Tekstslide
Schrijftaal of spreektaal
Er zijn woorden die je heel vaak gebruikt, maar nooit in officiële teksten schrijft of leest.
De woorden die je wel zegt, marr niet schijft, noem je
spreektaal
.
'Kom es effe hier!' zeg je
'Kom eens even hier!' schrijf je
Slide 23 - Tekstslide
Maar, er is ook schrijftaal
Geschreven teksten
Doel:
informatieoverdracht, officieel karakter.
Blijvend.
Meestal formeler en ingewikkelder
Bijvoorbeeld 'ongetwijfeld' of 'bij voorbaat'
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Opdracht
Je schrijft een bericht aan je vrienden (informeel)
(bijvoorbeeld alsof je whatsappt).
Over wat je afgelopen weekend gedaan hebt.
Dit doe je met zijn tweeën.
Schrijf je naam er duidelijk erboven.
Slide 28 - Tekstslide
Opdracht
Je geeft je geschreven bericht aan het koppel achter je (het achterste stel geeft het aan de voorste).
Je leest het bericht en herschrijf je het als een formeel bericht .
Je doet alsof je een mail schrijft aan de directeur van school.
Slide 29 - Tekstslide
Opdracht
Je geeft je formeel geschreven bericht aan het koppel achter je (het achterste stel geeft het aan de voorste)
Je leest het bericht
Dan verbeter je het formele bericht: haal afkortingen eruit, verbeter spelling en woorden. Check de aanhef etc.
Gebruik evt. hst 37, 38, 39 van je boek
Slide 30 - Tekstslide
Opdracht
we hangen de beide versies naast elkaar
we lopen er langs
lees en leer van elkaars werk
Slide 31 - Tekstslide
Schrijftaal of spreektaal?
BIJ VOORBAAT
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 32 - Quizvraag
Schrijftaal of spreektaal?
AANGENAAM
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 33 - Quizvraag
Schrijftaal of spreektaal?
COOL
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 34 - Quizvraag
Schrijftaal of spreektaal?
DIMMEN
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 35 - Quizvraag
Schrijftaal of spreektaal?
EVENTUEEL
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 36 - Quizvraag
Schrijftaal of spreektaal?
GOEIE
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 37 - Quizvraag
Schrijftaal of spreektaal?
ONGETWIJFELD
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 38 - Quizvraag
Schrijftaal of spreektaal?
Me schoenen
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 39 - Quizvraag
Het is namelijk
MIJN
schoenen
Slide 40 - Tekstslide
Schrijftaal of spreektaal?
TOENAME
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 41 - Quizvraag
Schrijftaal of spreektaal?
VOORTDUREND
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 42 - Quizvraag
Schrijftaal of spreektaal?
MEISSIE
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 43 - Quizvraag
Slide 44 - Video
Welk accent was dat?
Slide 45 - Woordweb
Woensdag NUMO voor 17.00
(zie huiswerk in Magister het 10e uur)
Slide 46 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Formeel- Informeel en schrijf- spreektaal
December 2022
- Les met
41 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Maandag_herhaling KERN 37 en 39 (spreektaal_schrijftaal_(in)formeel
Januari 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Schrijftaal of spreektaal
Januari 2023
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
Intro periode 2 M2a
Augustus 2023
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Intro periode 2 M2a
Juni 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
KERN 37 en 39_huiswerk nakijken_NUMO
November 2022
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Les 37_39 Formeel- Informeel en schrijf- spreektaal
November 2022
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Formeel en informeel (COMTR)
Juni 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2