Renaissance: culturele ontwikkeling, beweging van geleerde humanisten en kunstenaars, geen politieke of religieuze beweging
Ontstaan in Midden- en Noord-Italië, rond de 14e eeuw
In eeuwen daarna doorgesijpeld in rest Europa (NL: 16/17e eeuw; geen trendsetten, maar trendvolgen)
Poging om klassieke oudheid in cultuur, kunst en literatuur te laten herleven en navolgen
Sociale basis van Renaissance waren burgers: humanisten, leden heersende klasse en kunstenaars
Slide 2 - Tekstslide
Renaissance (wedergeboorte) 2
I: Architectuur
Oude bouwerwerken + 'De architectura' (over symmetrie en verhouding) van Vitrivius vormden inspiratiebron
'De architectura' in 15e eeuw opnieuw uitgegeven
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Renaissance (wedergeboorte) 3
II: Schilderkunst
a) nog steeds veel religieuze voorstellingen
b) schilders ontdekten oudheid om op een werkelijkheidsgetrouwe wijze weer te geven
Renaissanceschilderijen hebben herkenbare ruimteweergave en personages zijn in duidelijke proporties
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Renaissance (wedergeboorte) 4
III: Herontdekking mythologie
verhalen over klassieke goden werden als onderwerp verwerkt
Intellectuele inhoud was belangrijk geworden
Renaissancekunst: intellectueel spel voor elite van kenners
Renaissancekunst: vaak bewust raadselachtig
Slide 7 - Tekstslide
Renaissance (wedergeboorte) 4
IV: Literatuur
a) herleefde aandacht voor klassieke literaire genres als: epos, komedie en tragedie
Voorschriften literatuur van Horatius (ca. 20 voor Chr.) werden bestudeerd entoegepast
Klassieke schrijvers bestudeerd en toegepast
Idelalen: translatio -> imitatio -> aemulatio
Slide 8 - Tekstslide
Voorschriften Horatius: Ars Poetica
Geen onmenselijke of onmogelijke scènes
Niet méér dan vijf bedrijven
Niet meer dan drie spelers
Geen 'deus ex machina', behoudens noodzakelijke uitzonderingen
Slide 9 - Tekstslide
Renaissanceliteratuur
Net als schilderkunst uit die tijd: bedoeld voor geschoold elitair publiek
Dat verwijzingen naar en spelen met (klassieke) bronnen kon waarderen
Literatuur moest diepzinnig zijn: vol mythologische toespelingen, taalspel, woordspelingen en dubbelzinnigheden
Slide 10 - Tekstslide
Maatschappelijke achtergronden (1)
We kwamen uit de middeleeuwen: God centraal (theocentrisme), Kerk voerde regie op alles, standenmaatschappij, meeste mensen onmondig / konden niet lezen
Humanisten (14e eeuw): stelden mens centraal (antropocentrisme)
Humanisten: geschiedenis en literatuur leveren voorbeelden op van goed en kwaad handelen (dus: niet meer uitsluitend Bijbel als richtsnoer)
Humanisten bestudeerden vooral niet-christelijke, klassieke, auteurs
Slide 11 - Tekstslide
Maatschappelijke achtergronden (2)
In Duitse landen en de Nederlanden: humanisten ook betrokken bij debat misstanden in kerk / verbeteringen daarvan
Humanisten pleiten voor eigen onderzoek, betrouwbare bronnen, eigen oordelen en onafhankelijke opstelling t.o.v. kerk (reformatie, beeldenstorm, Tachtigjarige Oorlog)
Erasmus van Rotterdam (1466-1536): 'Lof der Zotheid'
Raadselachtig, m.n. voor geschoold, elitair publiek
Slide 14 - Tekstslide
Belangrijke Nederlandse schrijvers die passen in Renaissance (1)
Roemer Visscher (1547-1620)
Emblemenbundel 'Sinnepoppen' (1614)
Motto (opschrift), pictura (afbeelding), subscriptio (bijschrift of uitleg)
Ontstaan in Italië
Raadselachtig: uitdaging om relatie tussen motto en pictura te ontdekken
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Belangrijke Nederlandse schrijvers die passen in Renaissance (2)
P.C. Hooft (1581-1647)
Sonnettendichter, toneelschrijver, historicus, drost en baljuw
Sonet: in 13e eeuw in Italië ontstaan -> werd Renaissancedichtvorm bij uitstek (Petrarkisme)
Bezingen schoonheid 'Laura', liefdesklacht
Woordenspel, kennis mythologie vereist
Vaste dichtvorm -> meestal voor diepere uitleg vatbaar
Literaire mode verbergt het persoonlijke
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Belangrijke Nederlandse schrijvers die passen in Renaissance (3)
Joost van den Vondel (1587-1679)
Schrijver van o.a. treurspelen (klassiek drama)
Een van bekendste: Ghijsbrecht van Aemstel (1638)
Vijf bedrijven, volgens toneelwetten van Aristoteles
Gebaseerd op Vergilius' epos over ondergang Troje: Aeneis
Verplaatst naar ondergang Amsterdam
En voorzien van chistelijk tintje
Meer dan translatio en imitatio: echte aemulatio!
Slide 19 - Tekstslide
Warenar (1617) van P.C. Hooft
Inhoud
Naam hoofdpersoon
Moralistisch bedoelde komedie (blijspel) volgens klassieke voorschriften
Imitatio van Aulularia van Plautus (ca. 200 voor Chr)
Vertaald naar zeer herkenbaar zeventiende eeuws Amsterdam
Geen aemuatio (o.a. christelijke les ontbreekt)
Slide 20 - Tekstslide
Wat houdt 'classisime' in? (1)
Lastige term, wordt in Europa verschillend ingevuld
'Classisme' (in Nederland in ca. 17e eeuw) ontwikkelde zich door tot het (neo-) classisme' (van de 18e eeuw)
Is sub-beweging tijdens Renaissance, maar niet een 'opvolger' in de tijd ervan, de Renaissance gaat door, classisme is een beweging / stroming daarbinnen (net als humanisme)
term duidt in feite alleen maar op een terugkeer naar de klassieken
in 18e eeuw: nieuwe golf van 'classisisme', dit wordt ook wel neo-classisisme genoemd
Slide 21 - Tekstslide
Wat houdt 'classisime' in? (2)
Streven naar geïdealiseerde weergave werkelijkheid
Kunst gebaseerd op regels ontleend aan klassieke oudheid
Stijl die past bij regenten, rijke en machtige burgers of stadsbestuurders en vorsten (in 17e eeuw, dit verandert in 18e eeuw!)
Classistische gebouwen moesten macht, glorie, rijkdom en aanzien uitstralen
Ook classisme in toneel (o.a. bevorderd door Nil Volentibus Arduum)
En classisme in schilderkunst
Slide 22 - Tekstslide
Wat houdt 'classisime' in? (3) Tot slot: (neo-)classisisme 18e eeuw, ook wel 'burgerlijk classisme'
Classisme blijft tot ver in 18e eeuw toonaangevende stijl
Oorspronkelijk stijl van de machthebbers, maar in 18e eeuw ovegenomen door emanciperende burgerij
Aangepast aan opvattingen van burgerlijke publieksgroep
Nadruk op eenvoud, zakelijkheid, regelmaat en heldere lijnen
Sloot aan bij Verlichtingsgedachte dat met de rede de wereld te doorgronden zou zijn
'Raadselachtige' van 17e eeuw gaat naar achtergrond
Slide 23 - Tekstslide
Afronding
Zijn er nog vragen of opmerkingen?
Slide 24 - Tekstslide
Wat houdt 'classisime' in? (4) Tot slot: (neo-)classisisme 18e eeuw, ook wel 'burgerlijk Classisme'
Koele kleuren, scherpe contouren en rustige en statige compositie
Onderwerpkeuze verandert: kunstenaars richting zich op weergave van eigen burgerlijke wereld; mythologische gebeurtenissen maakten plaats voor waargebeurde historische gebeurtenissen