Wat is het verschil tussen consumeren en investeren?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen primaire en secundaire producten en diensten?
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Bespreken/ nakijken opgave 6.13 t/m 6.19
timer
5:00
Slide 15 - Tekstslide
Maken opgave 6.20 en 6.21
timer
10:00
Slide 16 - Tekstslide
Bespreken opgave 6.20 t/m 6.21
timer
5:00
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Arbeidsmarkt
Mensen die bij de beroepsbevolking horen hebben een betaalde baan of zijn op zoek naar een betaalde baan. Deze mensen bieden hun arbeid aan. De beroepsbevolking is dus het aanbod van arbeid.
Arbeidsmarkt is het totaal van vraag en aanbod naar arbeid.
Als de vraag naar arbeid groot is en het aanbod klein: er is een krappe arbeidsmarkt en weinig werkloosheid.
Als de vraag naar arbeid klein is en het aanbod groot: er is een ruime arbeidsmarkt en veel werkloosheid.
Bedrijven & overheid zijn op zoek naar personeel. Zij vragen arbeid.
Slide 19 - Tekstslide
Arbeidsmarkt
Arbeidsmarkt = dus het totaal van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid.
Aanbod = werknemers
Vraag = werkgevers
Als er meer aanbod (werknemers) van arbeid is dan vraag (werkgevers) naar arbeid is ontstaat er werkloosheid
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Welke werk gaat verdwijnen in de toekomst? Hou je hier rekening mee met je studiekeuze?
Slide 22 - Open vraag
Maken 6.22 t/m 6.28 (huiswerk)
timer
5:00
Slide 23 - Tekstslide
Wat moet je kennen/ kunnen?
Wat is een markt?
Hoe werkt vraag en aanbod?
Hoe bepaal je een verkoopprijs (aanbodlijn en vraaglijn)
Wat is een evenwichtsprijs en wat is een evenwichtshoeveelheid en hoe kun je deze berekenen?
Wat is het verschil tussen consumeren en investeren?